Esarhaddon (5) – Het Troonopvolgingsverdrag
COLUMN - Het is 672 v. Chr. Esarhaddon is ziek. Al zijn gewrichten doen pijn en door een hevige koorts is hij aan bed gekluisterd. Koude rillingen lopen over zijn rug, zijn ogen zien rood en zijn huid zit onder de blaren. Zijn eetlust is hij ook verloren. Esarhaddon heeft wel vaker last gehad van deze ziekte. Meestal slaat deze ziekte in korte tijd zeer hevig toe, waarna de symptomen weer enkele maanden achterwege blijven. De beste artsen van het land hebben hem al onderzocht, maar geen van hen kan een diagnose stellen. Een ziekte als deze hebben ze nog nooit gezien. Esarhaddon is radeloos. Hij weet dat hij niet lang meer te leven heeft.
De vloek van Sargon
Over hoe Esarhaddon zijn ziekte ervaren heeft valt veel te speculeren. Mogelijk zag hij zijn ziekte als onderdeel van de vloek die op zijn familie rustte. Deze vloek was al begonnen bij zijn grootvader Sargon II, die door een staatsgreep aan de macht was gekomen en later op het slagveld was gesneuveld. De vloek leek ook aan zijn vader Sanherib te hebben gekleefd, die door twee van zijn eigen zoons was gedood nadat hij de heilige stad Babylon had verwoest. Esarhaddon had gedaan wat hij kon om de vloek af te wenden. Hij had zelfs de heilige stad Babylon laten herbouwen, maar blijkbaar was het tevergeefs. Blijkbaar kon ook hij niet aan de vloek van Sargon ontkomen.