Amerikaanse toestanden

Raakt Nederland besmet? De staat moet zich onthouden van bemoeienis met godsdienst, de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid, of vreedzame volksvergaderingen. Zo luidt ongeveer het First amendment van de Amerikaanse grondwet, traditioneel het voorbeeld voor alle tegenstanders van censuur. De bescherming van het vrije woord tegen ingrijpen van de overheid laat onverlet dat Amerikaanse burgers elkaar nog steeds kunnen aanspreken op uitingen die in strijd zijn met lokale zeden of het dominante geloof. In de afgelopen jaren hebben we met enige verbazing, juist vanwege dat beeld van vrijheidslievende Amerikanen, kennis kunnen nemen van incidenten op Amerikaanse universiteiten waar een ver doorgevoerd beleid van politiek correct handelen geleid heeft tot een drastische inperking van de vrijheid van meningsuiting. Linkse studenten op Amerikaanse universiteiten plegen censuur op ideeën, taal en sprekers die hun niet bevallen. Volgens critici ondermijnen zij hiermee de universiteit als debatplek bij uitstek. Het opmerkelijkste argument van de studenten om bepaalde sprekers, of ook onderdelen uit de historische of literaire canon, niet te willen horen, is dat die hen stress zou bezorgen, en zo lichamelijke klachten, waartegen zij zich dus ook fysiek mogen weren. Dat de studenten het vooral hebben begrepen op uitingen vanuit de rechtse, conservatieve hoek, en dan met name uitingen die strijdig zijn met respect voor hun verschillende identiteiten, roept een reactie op met grote risico's voor de traditionele Amerikaanse free speech. Want wat blijkt? President Trump heeft gehoor gegeven aan klachten uit zijn achterban over de toestand op de 'linkse' universiteiten. Hij dreigt academische instellingen nu te gaan korten op hun researchgelden als ze geen free speech voor hun studenten en personeel kunnen garanderen. Het presidentiële decreet  beroept zich op het First amendment maar is natuurlijk als zodanig juist volledig in strijd met de Amerikaanse grondwet die overheidsingrijpen moet voorkomen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.