Wij beschikken niet over de zweep die de kapitalist over de hoofden van de mensen laat suizen en nog minder over de zoete koek waarmee hij ze kan lokken. Wij moeten met argumenten overtuigen die voor iedereen te begrijpen zijn en met feiten.
Het is 1953, de DDR is in opbouw. Om de concurrentie met het westen bij te kunnen houden moet de productie omhoog en daarom besluit het centrale comité van de Socialistische Eenheidspartij van Duitsland (SED) om de normen te verhogen: de arbeiders moeten meer produceren. De maatregel leidde tot een grote volksopstand in Oost-Berlijn die door Sovjettroepen werd neergeslagen.
Deze ingrijpende gebeurtenis staat centraal in de roman ‘Vijf dagen in juni’ van Stefan Heym. We volgen enkele medewerkers van VEB Merkur in Berlijn. Sommigen zijn voor staken, anderen tegen. Hoofdpersoon in het boek is Witte, een overtuigd communist. Hij is tegen de normverhoging en daarom wordt hij aanvankelijk op non-actief gezet, maar de autoriteiten zijn voorzichtig: Witte heeft een goede verstandhouding met de arbeiders in de fabriekshallen. Uiteindelijk lukt het hem niet om de grote demonstratie tegen te houden.
Stefan Heym heeft enkele liefdesverwikkelingen in het verhaal verwerkt om het verhaal nog spannender te maken. De avontuurlijke en zelfverzekerde Witte wordt aantrekkelijk gevonden door kameraad Greta Dahlewitz, door levensmiddelenverkoopster Anna Hofer en door stripteasedanseres Goodie Cass. De romantiek werkt goed, maar het boeiendst zijn de dialogen en de gedachten van de personages. Er spreekt een diepe eenzaamheid uit de gedachten van de stakende en niet-stakende werknemers. Kameraadschap en communisme kunnen niet alles oplossen in het leven. Zoals de brave werknemer Kahlmann overpeinst:
Hij was een goed en nauwgezet arbeider, hij had onder de keizer gewerkt en onder de republiek en onder Hitler en was bereid dat ook nu te doen; maar hij had geen zin zich op de mouw te laten spelden dat die machine van hem was en dat dat nou socialisme was, als ze tegelijkertijd met allerlei eisen bij hem kwamen, steeds maar weer met nieuwe eisen, net als vroeger – en daarbij waren ze zelf geen spat beter dan hij, maar ze voerden wel het hoogste woord, zij waren de staat en de staat en de staatsmacht.
‘Vijf dagen in juni’ laat hoe snel de leiders van arbeiderspartijen kunnen vervreemden van hun achterban. En het maakt duidelijk dat niet iedereen uit het juiste hout is gesneden om de collectieve doelen na te streven. In het boek wordt de grens tussen Oost en West-Berlijn regelmatig overschreden voor nachtclubbezoek en andere duistere activiteiten.
Heym wisselt fictie af met oorspronkelijke bronnen, zoals krantenberichten, partijbesluiten en transcripties van radio-uitzendingen. Dit maakt het tot een leerzame roman voor iedereen die geïnteresseerd is in het DDR tijdperk van voor de bouw van De Muur.
Stefan Heym (1913-2001) werd geboren in Chemnitz als Helmut Flieg. Hij vluchtte voor de fascisten via Tsjechoslowakije naar de Verenigde Staten, waar hij voor defensie werkte als tekstschrijver. In het McCarthy tijdperk deed hij afstand van zijn USA-staatsburgerschap en vestigde zich uiteindelijk in de DDR, waar hij redelijk ongestoord zijn werk als schrijver kon voortzetten. Toch werd ‘Vijf dagen in juni’ in zijn land verboden, het werd pas in 1974 in West-Duitsland uitgegeven. Stefan Heym is één van de belangrijkste Duitse schrijvers uit de twintigste eeuw. In het DDR-museum in Berlijn is een literatuurhoekje ingericht waar je kunt luisteren naar de vier belangrijke schrijvers uit de DDR. Stefan Heym is een van hen.
Bestel hier: Stefan Heym, Vijf dagen in juni, Uitgeverij Van Gennep, 393 p.
Bekijk hier een documentaire over de Berlijnse arbeidersopstand van 1953:
foto acme
Reacties (1)
Wat ik hierboven niet zie is hoe de USSR mede ten onder is gegaan door onhoudbare bezettingen.
Stalin’s poging de bezette gebieden te russificeren door vele Russen daarnaartoe over te brengen zijn mislukt, nationalistische ideeën bleven, dat bleek het beste toen bij Riga 17 Letten zich lieten overrijden door Russische tanks, daar konden zelfs de Russische dienstplichtigen niet tegen.
In Brussel zou men zich deze dingen ook eens kunnen gaan realiseren.
Ook de Polen lieten zich niet onbetuigd in hun nationalisme, gesteund door de paus.
Het begon met de Hongaren, toen de Polen, daarna de Tsjechen.
De VS zou er van kunnen leren, maar dat gebeurt niet.
Vandaag juichte Obama over de Libische verkiezingen, benieuwd wanneer hij bezettingstroepen, die heten dan anders, ook de VS brengt heil, net als de USSR, gaat sturen.
Die Russen die door Stalin werden weggestuurd voor de russificering plukken daarvan nu de wrange vruchten, ze zijn nu vreemdelingen, in meer of mindere mate ongewenst, waar ze zijn geboren, tenminste een belangrijk deel van hen.
Velen moesten vluchten.
Hierboven wordt gerefereerd aan McCarthy, die beschouwde ik vroeger ook als een gevaarlijke gek.
Inmiddels is me gebleken dat toen in de VS de sympathie voor het communisme van Stalin veel groter was dan ik voor mogelijk had gehouden.
En dan te bedenken dat de veroorzaker van al deze ellende ene Roosevelt was, die meende met Uncle Joe in zee te kunnen gaan.
Nadat Hitler en Stalin slaags waren geraakt dachten velen dat het maar het beste was dat beide heren elkaar vermoordden.
Roosevelt dacht daar heel anders over.