De Kroonboekenclub | Vrijzinnig atheïsme
COLUMN - Guus Kuijer is de uitvinder van een nieuwe stroming in het Nederlandse geestelijk denken: het vrijzinnig atheïsme. Hij gelooft niet in God, maar hij valt er anderen niet mee lastig. Zijn gedachtewereld staat tegenover die van orthodoxe atheïsten als Richard Dawkins als het denken van Harry Kuitert tot dat van de SGP, en de ware atheïst zal het dan ook behoorlijk moeilijk hebben met het werk van Kuijer van de afgelopen jaren: van zijn Bijbel voor ongelovigen, waarvan binnenkort het laatste deel verschijnt tot en met zijn tien jaar geleden verschenen Hoe een klein rotgodje God vermoordde.
Kuijer weigert namelijk uit te gaan van de centrale premisse van het strenge atheïsme dat alle geloof gebaseerd is op halstarrige onnozelheid. Die premisse kan bijvoorbeeld niet verklaren waarom grote geesten zich eeuwenlang met dat geloof hebben beziggehouden. Er móét wel iets waardevols in het geloof zitten – goede verhalen, waardevolle inzichten – en Kuijer wil dat eruit proberen te peuren.
Miezerig Mannetje
Dat betekent niet dat hij zich wil overgeven aan een vaag ietsisme, integendeel. Van de wereldgodsdiensten roept het jodendom duidelijk de meeste sympathie bij hem op, en wel vanwege de doorlopende rationele discussie die er (in ieder geval volgens Kuijer) wordt gevoerd – door de joden onderling, én door de joden met hun God. In Klein rotgodje haalt Kuijer verhalen aan waaruit blijkt dat mensen in het Oude Testament God soms tot de orde riepen.