Wat krijg je als je de Westboro Baptist Church kruist met Waco en de film Hostel? Antwoord: Red State van Kevin Smith. In plaats van de gebruikelijke quasi-gevatte misfits die hij normaliter anderhalf tot twee uur laat praten over koetjes en kalfjes, zet de regisseur hier een inktzwarte, satirische actiethriller neer. Het resultaat is verre van volmaakt, maar valt desalniettemin goed te pruimen.
Drie hitsige tieners in Middle America vinden op het internet een vrouw bij hen in de buurt die zich aanbiedt voor een heuse gangbang. Bij aankomst blijken ze in de val gelokt door een christelijk-fundamentalistische sekte die begrafenissen verstoort met anti-homo spandoeken. Ze worden in hun ondergoed gevangen gezet om tijdens de kerkdienst onder de klanken van christelijke hymnen te worden vermoord.
Wanneer de lokale sheriff (en kasthomo) hier lucht van krijgt, roept hij de hulp van het bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms & Explosives (ATF) in. Maar als je dacht dat die er was om de gijzelaars uit de brand te helpen, dan heb je het mis.
Red State wordt gepresenteerd als een horrorfilm, maar is uiteindelijk een zwartgallige actiefilm geworden, met onderhuidse humor, cynisch sociaal commentaar en evenveel genrewisselingen als onverwachte bochten naarmate het verhaal zich ontvouwt. Naar verluidt wilde Smith de ontknoping zelfs samen laten vallen met het aanbreken van de Dag de Oordeels en het binnenrijden van de ruiters van de apocalyps, waarbij de borstkassen van sekteleden en ATF-agenten zouden openbarsten. Vermoedelijk was dat te duur.
Het acteerwerk valt behoorlijk goed te noemen, met opmerkelijke prestaties van Michael Parks (Esteban Vihaio uit Kill Bill 2) als de geflipte dominee en Kerry Bishé als zijn kleindochter, die nog wanhopig probeert de kleine kinderen op de ranch te redden. Dan Goodman speelt een door de wol geverfde ATF-rechercheur die best bereid is dertig wapenslingerende sekteleden op te offeren om zijn carrière te redden, maar last krijgt van gewetensnood als hij ziet wat hij aanricht, en Kyle Gallner (CSI:NY) is erg geloofwaardig als verwende, egocentrische puber in de val.
Toch valt er wel het een en ’t ander op de film af te dingen: acteurs van achter in de twintig gebruiken om tieners te spelen, leidt nodeloos af; evenals het ‘hippe’ camerawerk waarmee ontsnappende individuen in beeld worden gebracht. En uit het gepreek van dominee Abin Cooper had minstens een derde gesneden mogen worden, aangezien het op een gegeven moment zo begint te vervelen, dat je je gaat afvragen of je niet door zult spoelen. Verder is de belichting kil, hard en scherp. Ik vroeg me als kijker af of dit nu een documentairestijl moet lijken of juist torture-porno wil benadrukken, maar op het moment dat je tijdens een rolprent over de technische aspecten gaat zit te denken, gaat dit af van de filmmagie.
Al met al verdient Red State op een schaal van 1 tot 10 wat mij betreft een 7½ (misschien een 8-min vanwege originaliteit en omdat Kevin Smith na een hele serie flutfilms wel weer eens een opsteker kan gebruiken). Voor wie het Amerikaanse christenfundamentalisme en Kevin Smith een beetje volgt, is de film zeker een aanrader.