Recensie | Alles doet mee aan de werkelijkheid

Foto: copyright ok. Gecheckt 17-10-2022
Serie:

RECENSIE - Paul Scheffer schetste het levensverhaal van zijn grootvader Herman Wolf. Het eindresultaat is jammer genoeg meer Scheffer dan Wolf.

‘Alles doet mee aan de werkelijkheid’ was het levensmotto van Herman Wolf (1893-1942), een bekende persoonlijkheid in Nederlandse intellectuele kringen gedurende het interbellum. Wolf was bovendien de grootvader van publicist en prominent PvdA-lid Paul Scheffer. Laatstgenoemde schetste – volgens de flaptekst – een ‘indringend beeld’ van een generatie intellectuelen die wordt overvallen door de opkomst van Hitler.

Lukt dit? Zomaar twee zinnen. De eerste:

Thomas Mann had in het Concertgebouw Goethe gepresenteerd als een uitbarsting van de Duitse cultuur, maar Herman Wolf ziet in hem allereerst de belichaming van het Europese humanisme.

Bovenstaande zin onthult niets over Goethe. Was hij een typisch voortbrengsel van de Duitse cultuur of toch een Europees georiënteerde humanist? Scheffer laat het in het midden. Maar ook over Thomas Mann en Herman Wolf komt de lezer zodoende weinig te weten: hadden ze gelijk? Ongelijk? Of hielden ze er allebei een overmatig eenzijdige blik op Goethe op na? Ook in het vervolg lost Scheffer het raadsel niet op.

Tweede zin:

Deze mengeling van idealisme en pessimisme geeft [Herman Wolfs] denken een geweldige lading en heeft ook in onze tijd haar zeggingskracht niet verloren.

Wellicht had Wolfs denken ‘een geweldige lading’, maar Scheffer laat het niet zien. Wat is er precies zo geweldig aan Wolfs vermenging van het optimisme van de Verlichting met het pessimisme van de Romantiek? De notie dat dat morele vooruitgang (in tegenstelling tot materiële vooruitgang) niet vanzelfsprekend, ja zelfs kwetsbaar is? Onder de generatie die tot volwassenheid kwam in de periode 1914-1918 was dat een allesbehalve origineel inzicht, laat staan een inzicht met ‘geweldige lading’.

Veel goede schrijvers hebben als motto: Show, don’t tell. Scheffer lijkt dit op zijn kop te hebben gezet: Tell, don’t show is meer zijn devies. Hij doet dit bovendien op een weinig samenhangende manier. Zowel de persoon Herman Wolf als de denker Herman Wolf komen nauwelijks tot leven in Alles doet mee aan de werkelijkheid. Het levensverhaal van Wolf raakt veelvuldig ondergesneeuwd door onduidelijke uitstapjes naar andere auteurs zoals Thomas Mann, Stefan Zweig, zelfs Friedrich Nietzsche. Regelmatig rees bij mij de vraag ‘Waarom vertelt Scheffer dit in godsnaam? Wat is het doel?’

Uiteindelijk werd veel duidelijk uit een passage die begint op pagina 128:

Maar in dat pessimisme ligt ook het begin van een antwoord: het humanisme moet inderdaad meer zijn dan een oppervlakkig optimisme. Het bewustzijn van de altijd aanwezige mogelijkheid van beschavingsverval is een wezenlijk onderdeel van het onderhoud van de vrijheden. Wie zich geen voorstelling meer kan maken van de onvrijheid, mist de tegenwoordigheid van geest op het moment dat die zich aandient. Je zou kunnen spreken over de eeuwige terugkeer van het pessimisme als een noodzakelijke tegenstem in een open samenleving.

Met in het achterhoofd de gedachte dat Scheffer ooit naam maakte met zijn essay Het multiculturele drama (en aanverwante publicaties), wordt bovenstaande passage opeens een stuk veelzeggender. Het humanisme, zo wordt bedoeld, moet meer zijn dan het oppervlakkige optimisme van de multiculturele samenleving. Het bewustzijn van de altijd aanwezige mogelijkheid dat bruine mensen uit verre, vreemde landen nare ideeën met zich meenemen, is een wezenlijk onderdeel van het onderhoud van de vrijheden. Etc.

For argument’s sake wil ik Scheffer daar best gelijk in geven, maar ik was toch een boek aan het lezen over Herman Wolf? Niet dus. Paul Scheffer schrijft – en vast niet voor de eerste keer – gewoon over Paul Scheffer.

Alle twijfel die daarover kan bestaan, wordt tenslotte op de laatste pagina’s van Alles doet mee aan de werkelijkheid weggenomen:

Wel denk ik nu beter te begrijpen waarom [Wolfs] levensverhaal me in al die jaren nooit heeft losgelaten. Ik geloof helemaal niet in reïncarnatie, maar er zijn me al zoekend in zijn geschiedenis toch wel veel gelijkenissen opgevallen […] Zo is er wel meer in zijn biografie dat merkwaardig genoeg vrijwel naadloos samenvalt met mijn eigen ervaringen.

En om het helemaal af te maken:

Naast alle omzwervingen van mijn grootvader beklijft de tragiek van zijn humanisme. De zoektocht naar een open samenleving die voorbij een specifieke cultuur wil reiken en tegelijk het waardevolle van verschillende culturen een plaats weet te geven, is ook een vraag van mijn tijd; sterker nog, lang voordat ik me verdiepte in het werk van mijn grootvader drong dat dilemma zich ook aan mij op.

Nu wordt ook duidelijk waarom het denken van Herman Wolf volgens Scheffer ‘een geweldige lading’ had en waarom laatstgenoemde verder beweert dat de generatie van zijn grootvader ‘veel avontuurlijker’ was dan de ‘veelbezongen generatie van ’68’. Het denken van Wolf is immers het denken van Scheffer. En juist dát denken is ‘veel avontuurlijker’ dan die naïeve multiculti-onzin uit ’68.

En zo gebruikt Scheffer zijn grootvader als een vehikel voor zelfpromotie.

Behalve historisch onverantwoord (en tamelijk stijlloos) is dat ook erg jammer. Want op de redelijk zeldzame momenten dat Alles doet mee aan de werkelijkheid wél over Herman Wolf gaat, over de eigenzinnige intellectueel die genoegen moet nemen met een baan als leraar Duits, de man die na het verlies van zijn vader steeds meer belangstelling gaat koesteren voor de parapsychologie en de redacteur die in 1941 in het kader van ‘spontane arisering’ uit de redactie van een geliefd tijdschrift wordt gewipt, heeft de lezer een boeiend en uitermate leesbaar verhaal in handen. Helaas heeft het niet zo mogen zijn.

Kortom, voor wie is geïnteresseerd in Paul Scheffer zal Alles doet mee aan de werkelijkheid een uitermate geslaagd boek zijn. Andere lezers kunnen in de boekwinkel maar beter even iets verder kijken.

Paul Scheffer, Alles doet mee aan de werkelijkheid. Herman Wolf 1893-1942 / ISBN 978 90 23476351 / hardcover / € 24,90 / 301 pagina’s

Reacties (2)

#1 Daan van der Keur

Politici blijven ‘Johnny the selfkickers’, alles draait uiteindelijk om hen. De hele Tweede Kamer zit vol met dit soort volslagen gestoorde idioten. Trieste figuren…… Een zeer juiste kwalificatie deze recensie (mijn oprechte complimenten Jeroen!). Overbodig boek kortom.

  • Volgende discussie
#2 Anna

Kom, kom, van salonsocialisten kunnen we niet teveel verwachten, die hebben veel tijd nodig en kom niet aan onze briljante multicolumnist, want daar hebben we er maar een van.

  • Vorige discussie