Kijk, alle emancipatiebewegingen hebben enthousiast toegewerkt naar een maatschappij waar je wordt beloond naar je prestaties, niet naar je afkomst of je kleur of je sekse. Als je slim bent en hard werkt, dan kom je er wel. Maar daar begint de wrok, de rancune. Want er blijven altijd mensen die niet profiteren; mensen die minder talent hebben, die zich ongelukkig voelen in een wereld die gericht is op prestatie en concurrentie. Daar zit een harde kern van boosheid. Als je het gevoel hebt dat hardwerkende Polen of slimme vrouwen jouw kansen op de arbeidsmarkt verkleinen, dan word je boos. Dat zijn reële ervaringen.
Politiek filosoof Sjaak Koenis legt in zijn boek De Januskop van de democratie en in Trouw uit waarom de huidige rechtse wrokkigheid tegen ‘de elite’ juist een goed teken is, omdat het een gevolg is van succesvolle emancipatie en groeiende gelijkheid.
Reacties (11)
Is wrok rechts?
Deze politiek filosoof lijkt geen onderscheid te maken tussen procedurele gelijkheid (gelijke kansen) en materiele gelijkheid (gelijkheid in inkomen, rijkdom, status, etc). Misschien is de procedurele gelijkheid gegroeid is, maar dit lijkt niet te gelden voor materiele gelijkheid. Het hangt natuurlijk ook af van wat je neemt als referentie. In het interview wordt verwezen naar Tocqueville; in vergelijking met het Ancien Regime is de gelijkheid in bijna alle opzichten enorm gegroeid. Maar geldt dit ook voor de laatste decennia? En als je de opkomst van populisme wilt verklaren, dan lijkt de laatste vergelijking relevanter dan de eerste.
Niettemin denk ik wel dat de basisgedachte juist, namelijk, dat een maatschappij die claimt meritocratisch te zijn, en waarin op allerlei gebieden mensen in voortdurende competititie met elkaar zijn, dat zo’n maatschappij ressentiment kweekt bij de ‘verliezers’. (Dit is ook een belangrijk thema van Houellebecq.)
Groeiende gelijkheid? Ik leef blijkbaar in een andere wereld dan deze filosoof.
Het is een signaal van de problemen die een meritocratie oproept. Maar of dat een goed teken is…?
@1: Andere vraag is inderdaad waarom die wrok zich tegen links keert en niet tegen rechts. Wat hebben PVV, VVD en CDA gedaan voor mensen die de boot om welke reden ook gemist hebben?
@4 Mensen die ook hard werken en daar beter voor beloond worden, zijn vervelend. Maar mensen die minder hard werken en toch gratis geld krijgen zijn nog veel vervelender. Verder is voor je zelfbeeld omlaag schoppen beter dan omhoog schoppen. Als je omlaag kan schoppen, sta je blijkbaar zelf toch ook nog best wel hoog.
@2
Toch wel. Er is een ontwikkeling geweest die nou juist de laatste decennia voor een enorme emancipatoire groei heeft gezorgd, en die denk ik essentieel is geweest voor het populisme: de beschikbaarheid van technologische communicatiemiddelen. Niet geheel toevallig valt de groei van het populisme precies samen met het op grote schaal ter beschikking komen van communicatiemiddelen voor werkelijk alle lagen van de bevolking zoals nog nooit in de geschiedenis vertoond is, namelijk internet en mobiele telefonie. Het is niet voor niets dat juist veel populisten een meester zijn in het bespelen van hun potentiele achterban via media als twitter.
We vergeten dat maar al te makkelijk, maar internet en mobiele telefonie was pakweg 25 jaar geleden nog nauwelijks ingeburgerd. Dankzij dit heeft het populisme zich enorm op kunnen stuwen.
@4: Decennialang links de schuld geven, ook als er geen links was dat iets kon doen. En intussen de illusie zaaien dat iedereen mee omhoog kon vallen, zolang die maar braaf meespeelde.
@6: Het zou best kunnen dat de internetrevolutie de opkomst van het populisme (mede) kan verklaren. Maar deze factor lijkt niet goed te passen bij de quote van Koenis. Daar wordt gesteld dat “alle emancipatiebewegingen hebben enthousiast toegewerkt naar een maatschappij waar je wordt beloond naar je prestaties”, en dat deze competitie wrok kweekt bij “mensen die niet profiteren” (de ‘verliezers’). Is de internetrevolutie ‘emancipatoir’ in deze zin? Ik zie dat niet zo. Internet heeft de competitie wel vergroot (uber, airbnb, tinder) — maar is dit te omschrijven als meer gelijkheid (meer gelijke kansen)? Maar misschien begrijp ik je verkeerd.
Dit is een variant op Menno ter Braaks Het Nationaalsocialisme als rancuneleer
Dat ging over fascisme overigens, niet over populisme – en ik haast mij er aan toe te voegen dat ik populisme niet verband breng met fascisme, maar Sjaak Koenis zou dat wel kunnen impliceren.
Ik vind dit ook geen goed verklaring overigens (ook niet van het fascisme). Ja, populisme begon in de jaren negentig toen ook het internet opkwam en de welvaart is groter werd dan ooit. Maar hoe bewijs je een verband met sociale media? In die jaren vooral door linkse regeringen veel bezuinigd en geprivatiseerd en dat heeft de ongelijkheid vergroot.
Ik vind het ook een heel conservatief idee: de afstand tussen ‘ons’ en de hoi polloi mag niet te klein worden, want ze zouden eens jaloers kunnen worden.
Ik wil morgen een stukje plaatsen (bijna af) waar in ik een andere verklaring presenteer. Het is (voorlopig) laatste deel van mijn serie over Links en Rechts en ik nodig jullie uit dat morgen te lezen.
@2: Niet alleen resulteert het in ressentiment bij de “verliezers” maar ook kan er een hoop frustratie ontstaan bij degene die ergens in het midden vast blijven hangen en net niet helemaal lekker in het systeem passen. Degene die net te succesvol zijn om in aanmerking te komen voor de hulp die de “verliezers” krijgen, en die vierkant worden uitgelachen als ze zeggen met een probleem te zitten want ze behoren nog net tot de “winnaars”. Maar absoluut niet de vruchten plukken van de “winnaars”. En vooral deze groep loopt denk ik redelijk achter de populisten aan.. niemand anders wil immers ook maar iets voor ze doen…
Ressentiment is een woord dat resoneert. Het ressentiment kan bijvoorbeeld ontstaan op het moment dat (ik noem een voorbeeld) Wim Kok een functie bij een grote bankinstelling krijgt. Wim Kok is maar één voorbeeld, maar dat kan wel veel doen met het vertrouwen. Vooral ook omdat veel zaken nooit goed geadresseerd zijn.
Er zijn talloze zekerheden die nog van kracht waren en waar het traditionele systeem op gebouwd is, die helemaal weggevallen zijn. Mensen stemmen daardoor ook veel minder traditioneel, maar meer op “post-moderne” partijen als de PVV en 50+.