Politici imiteren series

‘De Amerikaanse president Bartlet,’ betoogde Femke Halsema destijds tegen premier Balkenende, zou niet in Irak hebben gevochten. Deze fictieve president uit de politieke serie The West Wing had een heldere stelregel: Wie het recht niet aan zijn kant heeft, moet op de feiten pleiten. Wie zowel het recht als de feiten mist, heeft nog maar één optie: ‘Get the hell out of there.’

Uit alle hoeken van de Kamer kreeg Halsema blikken van herkenning. Politici van verschillende partijen vormden ‘een geheim verbond van West Wing-kijkers’, vertelde ze later. Heel zuiver in de leer is dat verbond kennelijk niet. De stelregel is niet terug vinden in de serie, althans niet beter dan als een anekdote uit een speech van Bartlet. Hij haalt daar het advies van een hoogleraar civiel procesrecht aan: advocaten hebben bij gebrek aan feiten en juridische argumenten altijd nog een laatste optie: gewoon zo hard mogelijk met de vuist op tafel te slaan.

Halsema wekte haar eigen Bartlet tot leven tijdens een verantwoordingsdebat in de Tweede Kamer over de inval in Irak. Ze deed dat zo geloofwaardig, dat het niemand opviel. Op zich is dat niet verbazingwekkend. ‘Life imitates art far more than art imitates life,’ zei Oscar Wilde al. Maar het laat wel een intrigerend verband zien tussen de politieke televisieseries waar politiek Den Haag naar kijkt en de ontwikkeling van de spelregels in de Nederlandse politieke arena.

Oud-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet, zelfverklaard Borgen-fan, bekende ongemerkt de houding van hoofdpersoon Birgitte Nyborg uit die serie over te nemen: schouders naar achter en de handen, als een schaatser, op de rug. Werkt dat ook zo voor het soort politiek dat Kamerleden bedrijven? Imiteren Haagse politici ongemerkt de politiek uit de series waar ze thuis van genieten?

Wie de politieke series analyseert, ziet twee idealen: een Angelsaksische meerderheidsdemocratie die hoopt op een sterke, maar deugdzame leider als Bartlet, en de dualistische consensusdemocratie uit de Deense traditie. Beide idealen inspireren de Haagse werkelijkheid. En allebei leiden ze tot nieuwe problemen.

In een meerderheidsdemocratie zijn verkiezingen vooral een manier om een leider aan de macht te brengen of hem daar weer vanaf te helpen. Partijen zijn nauwelijks ideologische eenheden. Het zijn hiërarchische machtsmachines. Zelfs ervaren parlementariërs en volwassen ministers laten zich in series als House of Cards en The Thick of It uitschelden door gladde spindoctors met grote smartphones. Die spreken immers namens de partijleider zelf. In een meerderheidsdemocratie kan er maar één de baas zijn, en die zal dat doorgaans laten weten ook.

Hoewel de fractiediscipline in Nederland wat minder ruw is dan in House of Cards, is ook aan het Binnenhof een strakke regie niet onbekend. Afgelopen zomer nog bedankten twee te zelfstandig denkende Kamerleden van de PvdA verder voor de eer. Dat treft niet toevallig juist de partijen die regeren. Die clubs glijden, zeker als ze lange tijd een minister-president leveren, toch vaak af van ideologische volkspartij naar verticale machtsmachine.

Nederlandse verkiezingen vertonen in toenemende mate trekjes van een meerderheidsdemocratie. Premiersdebatten en een goed gespinde tweestrijd maken van een campagne een alles-of-niets-strijd tussen twee personen. Zonder problemen gaat dat niet. Want Nederland heeft, anders dan in de Angelsaksische series, geen tweepartijenstelsel waarin de winnaar de dag na de verkiezingen ook echt aan de slag kan. Hier moet er toch altijd weer worden samengewerkt. Inmiddels gaat dat wel als in een meerderheidsdemocratie: de helft van elkaars plannen alsnog aan een meerderheid helpen.

In Borgen staat democratie niet gelijk aan de helft plus één. ‘Is het wel eerlijk om iets te beslissen met twee stemmen verschil?,’ vraagt Statsminister Nyborg zich af. Ze beschikt op dat moment over de steun van een links blok van 91 tegenover 89 zetels. Maar ze wil af de ‘blokpolitiek’ waarin coalities het land runnen. Ze wil ‘brede steun’ van zoveel mogelijk partijen en, jawel, ‘bruggen slaan.’ Voor elke begroting is er jaarlijks weer een nieuwe onderhandelingsronde. Nyborg zoekt aanvullende centrumrechtse instemming voor haar hervormingsbeleid: consensusdemocratie in de praktijk. .

Dat zien we ook in de huidige Nederlandse politiek. Het begon er al op te lijken toen Rutte met behulp van de SGP op de achterbank zijn gedoogsteun in elkaar plakte. En het ging echt los met alle akkoorden waarbij men fanatiek ‘de hand uitstak’, ‘over de eigen de schaduw heen sprong’ en ‘verantwoordelijkheid nam’. De macht ligt in dergelijke constructies niet bij één centrale baas. Ruttes spindoctor hoeft het niet te proberen om Pechtold uit te schelden. Veel meer past het plaatje waarop Rutte bedremmeld aan de zijkant staat, en Van der Staaij (SGP) in het midden glorieert met wat hij voor zijn achterban heeft binnengehaald.

Ook hier gaat het imiteren van politieke gebruiken uit de serie niet zonder problemen. In Borgen hebben ze geen Eerste Kamer. Die hebben de Denen al in 1953 afgeschaft. Het was Nyborgs eigen keuze om de politieke boer op te gaan voor meer steun. Ze was niet, zoals Rutte, door voortijdige blokvorming bij de oppositie feitelijk met de handen op de rug tegen de muur gezet. Rutte zou zich terecht kunnen afvragen hoe eerlijk het eigenlijk is om in de Tweede Kamer alleen maar zinvol te kunnen beslissen met 99 over 51 stemmen. Als niet de helft plus één genoeg is om te beslissen, maar twee derde min één regeert, dan verandert de consensusdemocratie in het ergste van twee soorten series: een supermeerderheidsdemocratie waarin niets meer gebeurt.

In een sleutelpassage van The West Wing zit Bartlet in het politieke midden te vrezen voor zijn herverkiezing. Zijn lot wordt immers beslist door de kiezers die ook op zijn politieke tegenstander zouden kunnen stemmen, en daarom durft hij nauwelijks ideologisch beleid te voeren. ‘Let Bartlet be Bartlet!’ roept zijn Chief of Staff hem tot de orde. In Borgen drijven dreigende verkiezingen de politici juist naar de flanken van het politieke spectrum. De vele partijen moeten onderling verschil zien te maken. Nyborg zoekt aanvullende steun, maar door de oplopende verkiezingskoorts is de compromisbereidheid ver te zoeken. Haar hervormingsagenda wordt uiteindelijk wel met steun van centrum rechts, maar zonder ideologisch links, en daarmee alsnog met twee stemmen verschil aangenomen. .

Volgend jaar worden de gemeenteraad en het Europees Parlement opnieuw gekozen. Straks kan de Nederlandse kiezer indirect laten weten welke beweging hij het liefste ziet. Bartlet kreeg zijn tweede termijn. Nyborg verloor de verkiezingen.

Reacties (1)

#1 Bismarck

Politici van verschillende partijen vormden ‘een geheim verbond van West Wing-kijkers’, vertelde ze later. Heel zuiver in de leer is dat verbond kennelijk niet.

Stel je voor iedereen zou zuiver handelen volgens de karakters van de series waar ze naar keken. Dat zou een wereldje worden, met het miljoenenpubliek dat South Park trekt.