Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
De kunst van het nietsdoen – criminalisering van hangjongeren
Een gastbijdrage van Martijn de Koning.
Eén van mijn vaste lezers maakte mij attent op Mart’s blog met een stuk over ‘geïnstitutionaliseerd Marokkaantje pesten‘. Hij schreef dit naar aanleiding van de volgende poster in het kader van een wervingsactie van de politie voor nieuw personeel.
U ziet hier het bijbehorende filmpje:
De campagne maakt overigens gebruik van wel meerdere stereotyperingen:
Maar ik wil het even hebben over het deel met de hangjongeren. Zoals in het blog wordt opgemerkt gaat het niet zozeer om de diender op straat maar om de copywriter die de slogan ‘Kun jij duidelijk maken dat niets doen ook overlast kan geven?‘ heeft bedacht en de politieorganisatie die deze campagneposter en film goedkeuren. Wat hier gebeurt is te zien als onderdeel van de criminalisering van ‘hangjongeren’. Waar het eigenlijk door de geschiedenis heen zeer gebruikelijk is dat jongeren, in het bijzonder jongens, in de openbare ruimte bij elkaar komen, elkaars grenzen en die van anderen aftasten en nieuwe grenzen vastleggen als onderdeel van het proces van opgroeien, zien we eveneens dat dit altijd met argusogen gevolgd wordt door volwassenen. Het zijn immers deels de grenzen die volwassenen gesteld hebben die worden afgestast, uitgedaagd, overschreden en veranderd. De hangplekken krijgen voor jongeren een speciale betekenis tijdens en door het hangen als een plek waar men elkaar ontmoet en waar ze hun identiteit en het idee van zichzelf zijn vorm en inhoud krijgen. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat mensen jaren later daar nog met enige nostalgie aan terug denken bijvoorbeeld als ze er langskomen. Het is één van de manieren waarop een verbondenheid met iemands lokale omgeving wordt geschapen. Het gaat ook om het claimen van een plek en ruimtelijke autonomie ten koste van andere hanggroepen en volwassenen bijvoorbeeld door het achterlaten van graffiti of ‘rommel’ (meer dan eens afval van de Mac waar men net vandaan komt).
Geduldige, maar kwetsbare kunst
Vandaag de eerste bijdrage van Ellen. Zij blogt op Turning Pages over design en kunst en zal ook geregeld op Sargasso publiceren.
Papier is een alledaags materiaal, we gebruiken het allemaal. Maar we gebruiken papier vooral in de twee dimensionale vorm; om op te schrijven, te printen, te tekenen en zelfs om schoon te maken. Papier is geduldig, zegt men, maar papier is daarnaast ook kwetsbaar. Het verkreukelt, scheurt en vervuilt snel.
Daarom heb ik een enorme bewondering voor mensen die papier gebruiken om 3-dimensionale (kunst)objecten te maken. Dan is niet alleen het papier geduldig, dan is vooral de maker geduldig.
Soms zijn papieren kunstwerken klein en subtiel. Japanse origami en chinese papier knipkunst zijn daar prachtige voorbeelden van. Maar vaak ook zijn papieren kunstwerken grote installaties die je versteld doen staan vanwege de omvang. De kijker voelt dan de kwetsbaarheid en de vergankelijkheid van het materiaal en ziet het geduld van de maker.
Dat is precies wat mij zo boeit in papierkunst: het geduld, de toewijding en de visie van de kunstenaars om met eenvoudig materiaal en relatief eenvoudige technieken een enorme zeggingskracht te bewerkstelligen. Basistechnieken als knippen, snijden, vouwen, plakken, stapelen worden door het gebruik van de juiste lichtval versterkt. Waar al deze technieken samenkomen en een vierde dimensie wordt toegevoegd is wanneer papier wordt gebruikt als basismateriaal voor een stopmotion animatie. Dát is het ultieme geduldwerk.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
Zijn wij ons brein (12)?
In de vorige aflevering van Marian Joëls zagen we dat stress een goed voorbeeld is van een fenomeen waarbij omgeving, ‘geest’ en lichaam nauw op elkaar betrokken zijn. Deze keer is hoogleraar Taalbeheersing Ted Sanders aan het woord. Bepaalt onze taal hoe we denken of andersom?
‘Als ik ’s avonds de fietsenstalling bij het station in mijn woonplaats uitfiets, kom ik langs een toonbank waarachter meestal een besnorde man van een jaar of 45 staat. Hij werkt daar. Als ik voorbij kom, zeg ik: “daaag” en hij antwoordt “daaag”. Zeg ik “tot ziens”, dan zegt hij ook “tot ziens” en zeg ik “fijne avond”, dan wenst hij mij ook een fijne avond. Ik ben dit quasi-experiment gaan uitvoeren omdat het me op was gevallen dat hij in het spitsuur tegen een voorbijtrekkende rij fietsers binnen 15 seconden vijf verschillende groeten achter elkaar produceerde: “daaag”, “groetjes”, “tot ziens”, “fijn weekend”, “houdoe” (u hebt nu een idee van de regio waar we ons bevinden).’
Papegaaien
‘Waarom doet die man dat? Imiteert hij simpelweg de mensen die hem aanspreken? En hoe bijzonder is het taalgebruik van deze man? Het antwoord op de laatste vraag is: dit is niet bijzonder. Zo doen taalgebruikers dat voortdurend, al wordt het verschijnsel in dit geval nogal op de spits gedreven omdat de man in een context verkeert waarin hij in zeer korte tijd op verschillende gesprekspartners reageert. In de taalwetenschap noemen we dit verschijnsel waarbij taalgebruikers voortdurend hun bijdrage optimaal proberen af te stemmen op de gesprekspartner: speaker alignment (Pickering & Garrod, 2006). Interessant is dat het niet alleen op lexicaal niveau speelt (woorden imiteren), maar bijvoorbeeld ook op grammaticaal en fonetisch niveau: in een gesprek gaan mensen dezelfde constructies gebruiken en hun gesprekstempo aanpassen aan hun gesprekspartner.’
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.