Onafhankelijk toezicht op partijfinanciering graag

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nederland kent sinds 1 mei 2013 een Wet financiering politieke partijen. Dat werd tijd ook. Lange tijd kende ons land nauwelijks regels over giften en andere financiële bijdragen aan politieke partijen. Met de nieuwe wet is daar verandering in gekomen. De Wet financiering politieke partijen bevat bepalingen over het registreren en openbaar maken van geldelijke bijdragen en bijdragen in natura, stelt grenzen aan anonieme bijdragen en is van toepassing op aan de partijen verbonden neveninstellingen. Een goede wet staat of valt echter met goed toezicht op de naleving ervan. De nieuwe wet kent een Commissie toezicht financiën politieke partijen, maar als u dacht dat die commissie toezicht hield op de financiën van de politieke partijen, dan begaat u een grote vergissing. De enige toezichthouder met tanden is namelijk de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Die kan bij overtreding van de bepalingen van de wet een bestuurlijke boete van maximaal 25.000 euro per overtreding opleggen. De genoemde Commissie toezicht financiën politieke partijen geeft daarbij slechts advies.

De minister van Binnenlandse Zaken is zelf natuurlijk ook verbonden aan een bepaalde politieke partij. Zal hij het aandurven om, mocht het nodig zijn, zijn eigen partij een bestuurlijke boete op te leggen? Zal hij willen optreden tegen de coalitiepartner, of – met de huidige politieke verhoudingen in het achterhoofd – tegen de zogenaamde ‘constructieve oppositie’? Of tegen een gedoogpartner als de PVV, de partij wier financiële administratie zo transparant is als een boerka, en die in beide Kamers tegen de Wet financiering politieke partijen stemde (een ‘anti-PVV-wet’)? Kan de minister de schijn vermijden dat hij juist de oppositiepartijen hard aanpakt? Echt onafhankelijk is de minister van Binnenlandse Zaken nooit. Het is daarom jammer dat pogingen in de Tweede Kamer om het toezicht bij een instantie als de Kiesraad neer te leggen op niets zijn uitgelopen. Natuurlijk zal de Kiesraad enigszins opgetuigd moeten worden alvorens hij als toezichthouder kan functioneren, maar de Kiesraad is wél onafhankelijk en onpartijdig.

Een klein lichtpuntje is dat de Commissie toezicht financiën politieke partijen de minister ook ongevraagd kan adviseren om sancties op te leggen. De moed zakt ons echter weer in de schoenen als we kijken naar welke mensen in de commissie zitten. De minister heeft onlangs in een brief aan de Tweede Kamer bekendgemaakt welke drie personen hij per 1 februari in de commissie heeft benoemd. Dat zijn de oud-Tweede Kamerleden Ed Anker (CU) en Ewout Irrgang (SP) en oud-minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Spies (CDA), die ook de voorzitter van het gezelschap wordt. Met het nodige gevoel voor cynisme zou je kunnen stellen dat dit kabinet er wel degelijk in slaagt banen te creëren, maar hier is meer aan de hand. Zo is de samenstelling van de commissie zeer eenzijdig: er zitten alleen oud-politici in. Waarom is er niet voor gekozen ook mensen te benoemen uit de rechtswetenschap, de rechterlijke macht of de financiële wereld (bijvoorbeeld een ervaren accountant)? Het feit dat commissie onder ministeriële verantwoordelijkheid valt, maakt haar ook niet echt onafhankelijk.

Belangrijker is dat de afstand van de benoemde personen tot de wet waarover zij moeten adviseren erg klein is. De Tweede Kamer heeft de Wet financiering politieke partijen in april 2012 aangenomen. Irrgang zat toen in de Tweede Kamer en heeft voor de wet gestemd. Liesbeth Spies was destijds minister van Binnenlandse Zaken en heeft het wetsvoorstel in de Tweede Kamer verdedigd. Sterker nog, de commissie waarvan ze nu de voorzitter wordt, was haar eigen creatie. Haar naam staat onder de nota van wijziging waarmee de commissie in het wetsvoorstel over de financiering van politieke partijen terecht kwam. Diezelfde nota van wijziging bracht uitzonderingen op de regel dat de naam en de woonplaats van donateurs die een gift van 4.500 euro of meer doen openbaar moeten worden gemaakt. Als ‘het belang van de veiligheid van die persoon’ zich daartegen zou verzetten, kon die openbaarmaking met de zegen van de minister achterwege blijven. Dan lezen we in een jaarverslag alleen dat de PVV een gift van 300.000 euro van X te Y heeft gehad. Want ja, deze nota van wijziging was een tegemoetkoming van Spies aan de PVV, destijds gedoogpartner.

Het toezicht op de naleving van de Wet financiering politieke partijen is een punt van zorg. De minister van Binnenlandse Zaken is niet onafhankelijk en de eenzijdig samengestelde Commissie toezicht financiën politieke partijen mist de distantie tot de wet om echt onafhankelijk te kunnen adviseren. Dit commentaar kan daarom eindigen met de woorden waarmee het artikel begon: onafhankelijk toezicht graag.

Via Publiekrecht & Politiek.

Reacties zijn uitgeschakeld