De vrij onbekende Fransman Jean Marie Auguste Le Clezio heeft de Nobelprijs voor de Literatuur gewonnen. Harry Mulisch heeft weer naast de prijs gegrepen, maar hij is niet de enige. In Amerika is er een batterij literair zwaargeschut dat al lang wacht. John Updike, Philip Roth, Joyce Carol Oates, Don DeLillo en Cormac McCarthy hebben de hoogste literaire prijs ook nog nooit in ontvangst mogen nemen. De laatste Amerikaanse auteur die de prijs won was in 1993 Toni Morrison. Nu heeft recentelijk Horace Engdahl, hoofd van het Nobelprijscomité, de Amerikaanse ambities nog een knauw gegeven, en de Amerikanen daarbij beledigd. Volgens hem zijn de Amerikanen teveel naar binnen gekeerd om nog echt goed te kunnen schrijven. Het literaire hart van de wereld is nog altijd Europa.
Amerikaanse reacties waren wat aan de boze kant, en beschuldigden de Zweed ervan dat hij ‘politiek en literatuur met elkaar verwarde’. Maar ze zitten ernaast. In de andere categorieën winnen de Amerikanen Nobelprijzen zat. Sinds 1993 hebben drie Amerikanen de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen (Al Gore, Jimmy Carter, en anti-landmijnenactiviste Jody Williams). Zou de uitreikende instantie, in dit geval het Noorse parlement, de prijzen uitgereikt hebben omdat ze van mening is, dat de VS de afgelopen vijftien jaar een bovengemiddeld grote bijdrage hebben geleverd aan de wereldvrede?
De Nobelprijs voor de Economie is heel vaak door Amerikanen gewonnen, met name door Amerikanen uit de Chicago School of Economics. Collega Christian Jongeneel heeft erop gewezen dat het, in het licht van recente ontwikkelingen, twijfelachtig lijkt of deze groep echt zoveel van economie heeft begrepen. In deze discussie meng ik mij niet, maar het is toch opvallend dat deze rechtse economen de prijs steeds hebben ontvangen van de overheid van een land, dat in bijna alle opzichten een links economisch beleid voert, en de adviezen uit Chicago bij voortduring in de wind slaat.
Ook de Nobelprijzen voor Medicijnen, Natuurkunde en Scheikunde worden over het algemeen door Amerikanen gewonnen. In de natuurwetenschappen is het al heel lang zo dat grote doorbraken bereikt worden door grote aantallen samenwerkende wetenschappers van over de hele wereld, waarbij het moeilijk is om er nou echt de vinger op te leggen welke individuen wat bedacht hebben. Maar toch: de ontdekkingen, en de bijbehorende Nobelprijzen, komen meestal op naam te staan van Amerikaanse wetenschappers.
De Nobelprijs voor de Literatuur is, kortom, de enige Nobelprijs die niet vaak door Amerikanen wordt gewonnen, en over dit feit wordt dan nog moeilijk gedaan.
Reacties (3)
Goh, niet verassend. In USA staan de beste universiteiten met het meeste geld. Echter, Nederland heeft voor zo’n klein land bijzonder veel nobelprijzen gewonnen. Vooral in de natuur- en scheikunde doen we het de afgelopen eeuw goed, met winnaars als van ’t Hoff, Lorentz, Debye, Zernike en het Hooft.
Word het niet eens tijd die Nobelprijs voor de literatuur bij het vuilnis te zetten?
Onleesbare boeken, welke het ongetwijfeld leuk doen bij salon intellectuelen, maar wat moeten we ermee?
@2: wat mij betreft kun je dan beter pleiten voor een nobelprijs voor lectuur, naast een nobelprijs voor literatuur.
Tenzij je pleit voor het afschaffen van alle nobelprijzen, natuurlijk, want wat moet een loodgieter nu met de nobelprijs voor natuurkunde, of wat heeft een cassiere nu aan een nobelprijs voor economie?