Nederland in Europa. Luiken open!

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

Na de roemloze uitslag van het referendum over het Europese Grondwettelijk Verdrag bleef het over Europa oorverdovend stil. De beloofde Brede Maatschappelijke Discussie bleef uit en ook de verkiezingscampagnes voor de Tweede Kamer leken geen internationale paragraaf te bevatten, laat staan dat er gedebatteerd werd over de plaats van Nederland in Europa. Ook het nieuwe kabinet lijkt een weinig visie te hebben over ?hoe het verder moet?, terwijl verschillende maatschappelijke organisaties schreeuwen om een discussie en de Europese trein zonder stoppen verder dendert.

Of het houden van een referendum over het verdrag een goed idee was, laat ik graag in het midden. Dat de burger werd geraadpleegd ná het opstellen en ondertekenen van het GV, was onverstandig en dat er in de opmaat naar het referendum een stroom van desinformatie (?Europa. Best belangrijk?) uit Den Haag kwam, was noodlottig. Nu de nieuwe besprekingen zijn begonnen moet de regering zich niet aan dezelfde steen stoten en de dialoog aangaan met de samenleving.

Het post-hoc-referendum was zo onverstandig, omdat er geen rekening was gehouden met de anti-Europese sentimenten die onder een breed deel van de bevolking leefden. Regelzucht, de weinig democratische werkwijze van de EU als geheel en de snelle uitbreiding van het aantal lidstaten waren veelgehoorde bezwaren. Samen met culturele verschillen tussen de afzonderlijke natiestaten en de daarbijbehorende belangen binnen Europa, leidde dit tot vervreemding. De bezwaren werden van structureel belang voor de gepercipieerde werkelijkheid van de EU: wat was het doel van de EU geworden en welke rol speelde het Grondwettelijk Verdrag daarin? Fenomenologisch onderzoek had dit onbehagen bloot kunnen leggen, waarna het in de Europese onderhandelingen een rol had kunnen spelen. Het resultaat daarvan moest daarna teruggekoppeld worden aan de burgers.

?Wovon man nicht sprechen kan, darüber soll (!) man schweigen?
In plaats daarvan ging de Nederlandse afvaardiging naïef de besprekingen in, terwijl het draagvlak onder de bevolking klein was. Het uiteindelijke resultaat werd onder de term ?Grondwet? gepresenteerd, maar deze term overschaduwde de lading die het kabinet eraan gaf: ?dit verdrag maakt ongeveer duidelijk hoe Europa samenwerkt en wat de spelregels zijn. Eigenlijk doen we het altijd al zo, maar nu staat het in ieder geval op papier. En daarom is het goed om vóór te stemmen.? Hoe dat verdrag precies in elkaar zat en waarom het zo belangrijk was werd niet gezegd, evenmin werd uitgelegd waarom het een ?Grondwet? was. Toen bleek dat meer mensen dan verwacht tegen zouden stemmen werd de term ?Grondwet? ineens veranderd in ?Verdrag?, wat de smaak wat zou neutraliseren, maar tegelijk werd gewaarschuwd voor stroomuitval en oorlog.

Tot een inhoudelijke discussie is het op weg naar het referendum nooit gekomen. Het ontbrak zowel het kabinet als de vóórstemmende politieke partijen aan argumenten en overtuigingskracht. Het leidde tot een schertsvertoning met de bekende uitkomst.
In de maanden na het referendum -en ook tijdens de verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer- leek Europa taboe. De politieke partijen deden, bang dat de regen naar binnen zou waaien, de luiken dicht en gingen over tot de waan van de dag, voor zover dat binnenlandse aangelegenheden betrof.

Nu EU-voorzitter Duitsland zich ten doel heeft gesteld het proces van het Grondwettelijk Verdrag weer in gang te zetten, is het kabinet van mening dat het herziene verdrag qua inhoud, naam en omvang ?geen trekken? van een grondwet mag krijgen en dat dit herziene verdrag in 2009 in werking moet treden. De visie, die spreekt uit de verklaring van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, leunt voornamelijk op twee benen: (1) het vergroten van de democratische controle binnen de EU en (2) het opwaarderen van de subsidiariteit en proportionaliteit.

Dat klinkt heel aardig en relevant, maar met 27 lidstaten zal en nog een boel onderhandeld moeten worden om deze voornemens ook werkelijkheid te zien worden in een veranderd verdrag. De opstelling van Nederland en Frankrijk werd op zoveel kritiek getrakteerd door de overige lidstaten, dat het de vraag is of Nederland (en Frankrijk) zo gemakkelijk wijzigingen kan doorvoeren.

Geen referendum
Bang voor een nieuw ?nee? van de bevolking, is door de coalitiepartijen in het regeerakkoord vastgelegd dat het nieuwe verdrag niet ter goedkeuring aan het volk zal worden voorgelegd, maar aan de Raad van State. Een apert verkeerd signaal aan de bevolking, dat a posteriori alleen maar tot de conclusie kan leiden dat het eerste referendum nooit had moeten worden uitgevoerd. Dit zou niet alleen kunnen leiden tot een verder vergrote kloof tussen burger en politiek, op den duur kan Nederland ook de leidende rol van in de EU kwijtraken, zegt de SER: ?Nederland is altijd richtinggevend geweest bij de vormgeving van de Europese integratie door constructief mee te denken en mee te doen. Om deze positie ook in de toekomst weer in te nemen, roept de SER regering en parlement op om het maatschappelijke debat over Europa van een nieuwe impuls te voorzien?. Nog langer langs de zijlijn staan is een verlies van tijd. Tijd waarin Nederland minder invloed zal hebben gehad op de besluitvorming van de EU.

De regering moet het aandurven direct met de burgers te spreken, zowel met de voorstanders, als de tegenstanders van de EU. Laat zien welke aspecten van Europa goed zijn, en sta stil bij de zaken die beter kunnen. Leg uit waarom het vorige verdrag weggestemd was, wat er niet goed aan was en wat er (waarom) ter verbetering voorligt.

Gooi de luiken open, zie wat er buiten gebeurt en participeer!

Reacties (3)

#1 knut

één na laatste zin. Begrijp ik het goed. Jij vind dat Den Haag mij moet gaan uitleggen waarom ik tegen heb gestemd?

Denk niet dat dat de weg is naar meer draagvlak.

  • Volgende discussie
#2 Roy

@knut: Nee, dat begrijp je niet goed. ik vind dat je veranderingen in het conceptverdrag ook duidelijk moet presenteren als veranderingen, als verbeteringen. En een verbetering zou geen verbetering zijn als de oudere versie niet slechter was geweest. Het gaat er dus onder andere om dat erkend wordt dat er zaken onbenoemd en onvoldoende zijn geweest en dat die nu zijn hersteld.

Je ziet trouwens dat dat weer gebeurt, want één van de redenen dat er massaal tegen werd gestemd, Turkije, wordt totaal niet benoemd. We hebben dat soort mijdgedraag wel vaker gezien bij de kabinetten-Balkenende.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 knut

Benoemen, daar ben ik een groot voorstander van.

Maar iets aanmerken als verbetering is t niet. Aangeven waarom t beter is, dat moet er gebeuren. Iets minder betuttelend en meer argumenterend. Alles benoemen.

Maar zoals je aangaf zal de politiek waarschijnlijk selectief omgaan met de info uit ’t ontevredenheid onderzoek. Wat de scepsis zal vergroten de constructieve bijdrage van NL aan de EU in de toekomst verder zal vergallen. Want de bevolking wil wel maar je moet wel serieus omgaan met hun signalen.

Daarnaast moeten ze bij t CDA niet zeuren over t gevaar dat we de trein gaan missen. Want 1 ding wat we JPB zeer kwalijk kunnen nemen is dat ie niet gebruik heeft gemaakt vh momentum na de referentie toen Blair hem een handreiking deed en we GB weer meer in de EU hadden kunnen krijgen. Want de meerwaarde vd trein is toch echt meerdere wagons en dan met name diegene die dicht aan je eigen land grenzen. Die deur heeft hij hoogst persoonlijk dichtgegooid terwijl de stemming toch duidelijk een andere kant op wees.

  • Vorige discussie