Migrantenliteratuur

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-03-2022

De website van Peter Breedveld, Frontaal Naakt, opent vandaag met een stuk over migrantenliteratuur. Het is wat provocerend bedoeld en heeft daarom de rauwe titel Fuck Mimoun, maar schrijver Özcan Akyol slaat raak.

In de eerste plaats wijst hij erop dat migrantenliteratuur altijd weer zo stereotiep is. Het gaat altijd over de geit in het geboortedorp en over arme sloebers. Een onberispelijke constatering. In de tweede plaats oppert Akyol dat de meeste auteurs niet zonder redactionele ondersteuning kunnen. Dat is in elk geval ook mijn indruk. (De Turks-Nederlandse auteur met wie ik ooit een leuke avond doorbracht, vertelde me dat hij trots de steun van een redacteur had geweigerd, en eerlijk gezegd denk ik dat die trots misplaatst was.) En tot slot wijst Akyol erop dat veel migrantenschrijvers door de mand vallen als ze op tv commentaar moeten geven op de actuele situatie in hun eigen land of in het huidige Nederland. Aangezien ik geen tv kijk, onttrekt zich dat aan mijn waarneming, maar ik geloof het ongezien.

Tot zover Akyol. Er is ook iets te zeggen over de autochtone reactie op migrantenliteratuur. Ze wordt namelijk altijd gelezen alsof het eenvoudige verhalen zonder dubbele bodems zijn. Nu zijn het in de regel ook verhalen waarin Mimoun en zijn geit nogal direct van A naar B gaan, maar het is opvallend dat het nauwelijks wordt herkend als een van de auteurs eens afwijkt van dit patroon.

Een voorbeeld is het vorige boekenweekgeschenk, dat van Kader Abdollah. Op de eerste bladzijde staan drie tekstsignalen waaruit blijkt dat het verhaal een onbetrouwbare verteller heeft. Ik denk dat de reacties op De kraai minder negatief zouden zijn geweest als de recensenten het boekje niet zouden hebben gelezen als het gebruikelijke rechttoe, rechtaan-verhaal. Het is niet Abdollahs beste werk, zeker, maar het unisono negatieve oordeel was onverdiend.

Er is nog iets anders wat me steeds opvalt. De Nederlandse literatuur heeft eerder een fase van migrantenliteratuur gekend. Ik bedoel de Gouden Eeuw. Vrijwel alle verdienste in die tijd valt te schrijven op het conto van landverhuizers. Onze taal is grotendeels gevormd door Zuid-Nederlanders die naar Holland vluchtten en het geboortehuis van onze allergrootste auteur, Joost van den Vondel, stond in Keulen.

Nu kun je veel over Vondel zeggen, maar niet dat hij door de mand viel als hij commentaar moest geven op de politiek. In tegendeel. De analyse van de rechtszaak tegen Oldenbarnevelt die hij gaf in zijn Palamedes, was zó verschrikkelijk raak dat het stuk werd bekroond met een boete van 300 spijkerharde guldens (een enorm bedrag, dat de stad Amsterdam voor hem betaalde) en een opvoeringsverbod. Een opvoeringsverbod kwam er ook voor Adam in Ballingschap, dat weliswaar een keurige inleiding bevat over de semi-pelagiaanse ketterij, maar ondertussen wel een tekst biedt waarin de duivel de eigenlijke held is: Adams val is in feite een menswording, zijn ballingschap een bevrijding. Vondels Jeptha is de bitterst denkbare aanklacht tegen onmenselijke vormen van religie. En wie deze maand de Gijsbrecht gaat zien, zal toch echt vaststellen dat het stuk zo rooms is als een altaar – en dat voor een stuk dat is geschreven voor de opening van een schouwburg in de wereldhoofdstad van het protestantisme.

Hoe komt het dat de Nederlandse migrantenliteratuur van de zeventiende eeuw nog altijd sprankelt, en dat de huidige generatie (een enkele uitzondering daargelaten) zo vaak vlak neerslaat? Ik heb er geen verklaring voor. Misschien is het een kwestie van karakter dat Kader Abdollah geen Joost van den Vondel is. Misschien waren onze voorouders beter voorbereid op complexe migrantenliteratuur en tolereren wij migranten slechts als vertellers van eenvoudige verhalen. Ik heb geen idee.

foto by hey there spaceman

Reacties (8)

#1 Spam

Abdelkader Benali

  • Volgende discussie
#2 Sanne

Het is opvallend dat de discussie over migrantenliteratuur in Nederland soms verdwenen lijkt en soms weer oplaait. Ook ik heb me verbaasd over de grote opkomst van migrantenauteurs in Nederland (en recentelijker in Vlaanderen). Ze zijn deel uit gaan maken van onze literaire wereld, maar worden zelden benaderd als een apart fenomeen. Dat is mijns inziens een groot gemis.

Natuurlijk zijn niet alle migrantenschrijvers gezegend met een pen als die van Vondel, maar auteurs als Kader Abdollah, Henna Goudzand Nahar, Abdelkader Benali en Rachida Lambaret voegen mijns inziens met hun verhalen iets toe aan het literaire repertoire van Nederland. Met name de culturele beeldvorming in hun werk interesseert mij.

Zo schrijft Lamrabet op een prachtige manier over de strijd die veel migranten moeten voeren: in de ogen van het nieuwe thuisland zijn ze ‘anders’ maar in de ogen van hun familie in Marokko verwesteren zij te snel en verloochenen zij hun afkomst. “Er zijn twee mogelijkheden: verzet of berusting” Bovendien schetst ze de wereld met humor: “Ze viel flauw waarbij ze met precisie het tafeltje met de telefoon ontweek.”

De boeken van Benali spreken mij weer aan om het taalgebruik. Het doet bijna aan als poezie, zoals in Bruiloft aan Zee: “Op dat stukje grond tussen de percelen graan, tussen elke dag insjalla zeggen, ontstond er merkwaardigerwijs liefde tussen de vader en de moeder-met-het-ravenzwarte-haar.” Ik heb weinig schrijvers gezien die zoveel in een zin kunnen stoppen waardoor het boek een soort dromerigheid in zich krijgt.

Na mijn studie Nederlands, waarbij ik afgestudeerd ben in de culturele beeldvorming in de migrantenliteratuur, ben ik nu werkzaam in het onderwijs. In mijn vijfde klas (vwo) heb ik een lessenreeks gegeven met verhalen van migrantenschrijvers. Hierbij hebben de leerlingen onderzocht hoe bepaalde thema’s zoals de dood en familiebanden centraal staan in de literatuur. Met name de verhalen van Abdollah (Sejjed) en Benali (Een dag in mei) werden door mijn leerlingen zeer gewaardeerd.
Natuurlijk worden cultuurconflicten vaak onderwerp van die verhalen, maar daaronder zitten meer betekenislagen dan veel mensen denken. In het verhaal van Abdollah ontstaat het cultuurconflict tussen een Iraanse zoon (wonend in Nederland en gerespecteerd in zijn omgeving) en zijn gekke vader centraal. Thema’s als verworven posities en familiebanden worden zo tot uitdrukking gebracht. Bij Benali ontstaat een prachtig beschreven ongemak wanneer een personage met de kist van zijn dode vader op het vliegveld staat. De baliemedewerker wil dat de vader zich even komt melden waarop de hoofdpersoon stelt dat “”deze even is gaan liggen”. Wanneer de baliemedewerker zegt dat ze geen doden vervoeren, antwoord hij met de woorden: “Ik in principe ook niet, maar we moeten maar een uitzondering maken.”

Nu zult u wellicht denken dat dit een betoog is van een Neerlandica die tijdens haar studie Nederland besmet is geraakt met de migrantenschrijvers-hype, maar ik heb in elk geval 25 medestanders: de leerlingen in Vwo 5 vonden de migrantenverhalen ook prachtig :-)

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#2.1 Sjiek - Reactie op #2

Mooi tegengeluid.

#3 Kyra
  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Sjiek

Terugkijken naar de de Gouden Eeuw is gebruikmaken van wijsheid achteraf die bovendien ook nog eens andermans wijsheid is. Dat vergelijk je vervolgens met de hedendaagste situatie zoals je die nu middellijk (via FN) dan wel onmiddellijk waarneemt. Beetje makkelijk om dan te concluderen dat het heden niet zo veel voorstelt.

De hedendaagse historici stellen ook geen barst voor als ik die met vroeger vergelijk. ook niet eerlijk.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Bas

In Groot-Britannie zijn ze ook, die migrantenschrijvers.
Ik heb verder nooit echt over de discussie nagedacht..
alleen dat ik de boeken die migranten schrijven over hoe zij
het leven in de westerse wereld beleven mega interessant vind en
prettig om te lezen.

Mijn favoriet: Hanif Kureishi http://en.wikipedia.org/wiki/Hanif_Kureishi

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 helena

bij de website van Frontaal Naakt plaatste ik deze reactie en die plaats ik ook hier als dat mag….;-)

Ik vind aan de andere kant ook dat migrantenliteratuur soms onderschat wordt. Wie kent bijvoorbeeld het boek “de lammeren” van Mustafa Kör (woont in België, in Turkije geboren).

Er zijn ook “autochtone Nederlandse” schrijvers die continu hetzelfde onderwerp in boeken behandelen of die enige correctie nodig hebben. Tegenwoordig denkt iedereen bijna dat men kan schrijven, zelfs dat men een boek kan schrijven.

Waar gaat de aandacht van lezers naar uit?
Kijk eens voor de grap naar de top vijf meest geleende boeken bij de Utrechtse bibliotheek :
http://www.bibliotheekutrecht.nl/nl/home/Collecties/top-tien-bibliotheek-utrecht

http://www.bibliotheekutrecht.nl/nl/home/Collecties/top-tien-bibliotheek-utrecht/fictie

Misschien vragen de media ook de verkeerde migrantenschrijvers om een mening te geven over de situatie in hun land…

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 Henk van S tot S

Quote:

“En tot slot wijst Akyol erop dat veel migrantenschrijvers door de mand vallen als ze op tv commentaar moeten geven op de actuele situatie in hun eigen land of in het huidige Nederland.”

Waar het commentaar betreft op de de Nederlandse toestanden:
Laat ik nu het idee hebben, dat dit ook geld voor een zeer groot aantal “inheemse” schrijvers ;-)

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie