Sommige fenomenen zijn van zulke mythische proporties dat ze vergezeld lijken te moeten gaan van een even belangrijke tegenhanger. Ze ontroeren ons, beïnvloeden ons en verleiden ons ertoe om fans, supporters, zeloten en leerlingen te zijn, te kiezen voor één van de twee, als om orde te scheppen. Beethoven of Mozart, Feyenoord of Ajax, The Beatles of Rolling Stones. En ook: Stratocaster of Gibson Les Paul.
Vorige week overleed op 94-jarige leeftijd Les Paul, muzikant en uitvinder. Hoewel hij in de jaren ’40 en ’50 van de vorige eeuw bekend werd door zijn muziek, zal hij vooral herinnerd worden om het instrument dat zijn naam droeg en dat een icoon werd in de blues- en rockmuziek, de Gibson Les Paul.
Slechts dertien jaar jong begon Les Paul (geboren Lester William Polsfuss) als gitarist met optredens. Inmiddels als country-artiest bekend geworden, speelde hij in Chicago vanaf midden jaren dertig regelmatig in vershillende radio-uitzendingen. Daar leerde hij Django Reinhardt kennen, onder wiens invloed hij zich meer op jazz ging richten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg hij een baan als vaste muzikant bij de radiozender NBC. In die rol begeleidde hij grootheden als Nat King Cole en Bing Crosby.
Na de Tweede Wereldoorlog ging hij met Coleen Summers (later Mary Ford) op toernee. Tijdens één van hun reizen raakte Les Paul ernstig gewond in een auto-ongeluk, waarbij zijn rechterelleboog verbrijzeld werd. Op Pauls verzoek werd zijn rechterarm onder een hoek van 90 graden vastgezet aan zijn bovenarm, zodat hij gitaar kon blijven spelen.
De platen die Les Paul met Mary Ford maakte werden populair, onder andere door Pauls strakke licks, solo’s en soepele sound. Dit alles kon gecombineerd worden door gebruik te maken van sound-on-sound-technieken die Les Paul ontwikkeld had. Laag op laag zong Mary Ford met zichzelf in duizelingwekkende harmonieën. Les Paul deed hetzelfde met zijn gitaar.
Door de groeiende populariteit van de Rock & Roll ging het midden jaren vijftig wat bergafwaarts met Pauls muzikale carriere. In de jaren zestig dwongen gezondheidsproblemen hem met pensioen te gaan, om in 1977 toch weer terug te komen met twee albums die hij samen met Chet Atkins maakte. Hartproblemen zorgden voor een tweede pensioen, dat ook slechts een paar jaar stand hield; eind jaren tachtig begon hij weer met optreden. Tot vlak voor zijn dood trad Les Paul tweewekelijks op in New York.
De techniek achter de muziek
De techniek achter de muziek hield Paul altijd bezig. Al toen hij tien jaar oud was, knutselde hij een mondharmonicastandaard in elkaar. Gefascineerd door sound-on-sound, verbeterde hij de taperecorder die hij van Bing Crosby had gekregen, zodat meerdere sporen opgenomen en gecombineerd konden worden. Hiermee experimenterend ontstond ook het gebruik van de tape-echo. Een effect dat later door vele bands (onder andere door U2) gebruikt zou worden.
Ook de gitaar zelf was een onderwerp van onderzoek. In de jaren dertig waren elektrische gitaren nog ongewoon. In 1931 produceerde de firma Rickenbacker een lap-steel gitaar, die in niets leek op een akoestische gitaar: het was in essentie een stuk hout met een pickup erop. De pickup werd hierna ook gebruikt in de productie van hollowbody gitaren, wat een doorbraak betekende voor optredens (de gitaar kon nu ook versterkt worden). Een van de ergernissen van Les Paul was echter dat deze semi-akoestische gitaren weinig sustain hadden en gevoelig waren voor microscopische feedback, doordat het bovenblad van de gitaar (waar de pickups op gemonteerd waren) meetrilde met het geluid.
Paul ontwikkelde The Log, een recht stuk hout met pickups erop. Eromheen bouwde hij de ‘vleugels’ van een Gibson hollowbody om het instrument op een gitaar te laten lijken. Het idee bleek een doorbraak: “You could go out and eat and come back and the note would still be sounding”.
Vanwege zijn inspanningen in het ontwikkelen van de elektrische gitaar, kreeg Les Paul in 2005 een plaatsje in de National Inventors Hall of Fame.
Gibson Les Paul
Eén van de eerste commercieel geproduceerde elektrische (solid-body) gitaren was de Esquire van Leo Fender (later Broadcaster en Nocaster) uit 1949. Gibson wilde een commercieel succes niet laten lopen en ontwikkelde ook een solid-body, iets waar Les Paul (toen al aan het ‘uitvinden’ bij dochtermaatschappij Epiphone) al lang om gevraagd had. In 1952 kwam de eerste Gibson Les Paul uit, hetzelfde jaar als de Telecaster, de herziene versie van de Esquire werd verkocht. Les Paul had met het ontwerp niet bijzonder veel te maken, maar Gibson zag een publicitair voordeel in het verbinden van zijn naam aan het nieuwe model.
Het grote succes van de Gibson Les Paul kwam in 1957, toen de enkelspoels P90-pickups werden vervangen door dubbelspoels elementen, die waren ontwikkeld door Seth Lover. Deze ‘humbucking’ elementen hadden als groot voordeel dat de ‘hum’, de ruis veroorzaakt door het elektriciteitsnet, verdween. Dit maakte mogelijk dat versterkers in ‘overdrive’ konden zonder nare bijgeluiden. Een andere eigenschap van deze pickups was een vetter, warmer geluid.
De concurrentie van de in 1954 geïntroduceerde Fender Stratocaster was groot. De stratocaster was een stuk lichter dan de Les Paul, had een vibrato-arm en had een dubbele hoorn, waardoor makkelijker in de hogere registers gespeeld kon worden. Gibsons antwoord kwam in 1961 met het produceren van de Gibson SG.
Halverwege de jaren zestig ontstond er nieuwe interesse in de Gibson Les Paul, doordat artiesten als Keith Richards, Jimmy Page en Eric Clapton erop begonnen te spelen. Gitaren met humbuckers bleken beter opgewassen tegen de ruigere muziekstijlen dan de Stratocaster, die ruiste en een dunner (maar wel beter ‘gearticuleerd’) geluid voortbracht. Jimi Hendrix, min of meer gedwongen een Stratocaster te spelen door zijn linkshandigheid, incorporeerde die nadelen juist weer handig in zijn muziek.
Door deze grote namen (en hun navolgers als Gary Moore, Slash en Joe Bonamassa) stonden vooral de Les Paul en de Stratocaster in de belangstelling, ruimte voor andere modellen of merken was er weinig. Gitaarspelers, op zoek naar het geluid van hun idolen, richten zich op hun gitaren, versterkers en effecten. De een kiest daardoor voor de helder klinkende Stratocaster, de ander voor het volle Les Paul-geluid.
Onder andere daardoor lijkt het vaak alsof de twee gitaren elkaars vijanden zijn, elkaar uitsluiten. Niets is echter minder waar: juist in de combinatie van de twee iconen schuilt iets heel bijzonders.
Enabler of rock
Door zijn muziek, het uitvinden en gebruiken van technieken die tegenwoordig standaard gebruik zijn in de muziek en door ‘zijn’ gitaar, heeft Les Paul een onuitwisbaar stempel gedrukt op de snelle ontwikkeling van de muziek in de twintigste eeuw. In zekere zin heeft hij de rockmuziek mogelijk gemaakt. Met het overlijden van Les Paul verliest de wereld een onvermoeibaar, invloedrijk multitalent.
Reacties (4)
Leuk stukje, Roy.
@1: Dank je.
Ik moedig onze lezers trouwens aan hun favoriete Les Paul-momenten met ons te delen.
Eigenlijk interesseert me Les Paul en zijn gitaren weinig, maar ’t is altijd leuk om weer terug te komen bij de only band that matters en gitarist Mick Jones
Volgens het Clash blog van 14/8 is the song of the day All The Young Punks als eerbewijs aan de overleden Les Paul. OK.
Doe mij maar een vette ES-335 of een Country Gentleman of zo.