Een paar weken geleden bezocht ik de tentoonstelling “Vermoorde Kunst” die in Elburg en Nunspeet plaats vindt. Een nare titel voor een tentoonstelling misschien, maar het zegt wel precies waar het om gaat; werk van joodse kunstenaars die in de tweede wereldoorlog werden vermoord. Tijdens de tweede wereldoorlog werden veel joodse kunstenaars omgebracht en daardoor konden zij ook geen kunst meer maken en werd ook hun talent en de kunst vermoord. Voordat zij vermoord werden was het vaak ook ingewikkeld om door te werken. Zij werden vanwege hun afkomst vervolgd. Ze moesten onderduiken en werkten daar door of ze weigerden onder te duiken of de Jodenster te dragen en werkten openlijk door. Het werk wat tentoongesteld wordt is in tegenstelling tot de titel niet zo cru; je ziet in het werk niet terug wat ze meemaakten. Er is heel verschillend werk te zien in allerlei stijlen en gemaakt door verschillenden generaties. De hele tentoonstelling vertelt een indringend verhaal.
Als eerste bezocht ik Museum Sjoel in Elburg voor het eerste gedeelte van de tentoonstelling. Heel erg verrast was ik door het prachtige buurtje waarin het museum gelegen is en zeker ook door het museum zelf. Het is gehuisvest in een monumentaal synagogegebouw in het mooie stadje. Het is een verhalenmuseum over het dagelijks leven van twaalf joodse families die vanaf 1700 in Elburg woonden. Op een boeiende manier wordt hun verhaal verteld door voorwerpen en vele videofilmpjes. In dit museum is het werk van het bekende kunstenaarsechtpaar Else Berg en Mommie Schwartz te zien. Dit joodse echtpaar maakte ruim dertig jaar deel uit van de Amsterdamse en Bergense avant-garde. Ze reisden veel en laten zich voortdurend inspireren door de vernieuwingen in de moderne kunst. Bovenstaand schilderij “Portret van een jong meisje” is van Else Berg. Onderstaand schilderij is van Mommie Schwartz gemaakt vanuit hun atelier in Amsterdam wat uitkeek op het Sarphatipark. Dit is één van de laatste schilderijen die hij gemaakt heeft, voordat ze beiden in Amsterdam werden opgepakt en in november 1942 in Auschwitz vermoord.
Het tweede gedeelte van de tentoonstelling vindt plaats in het Noord-Veluws Museum in Nunspeet, 11 kilometer van Elburg vandaan, dus makkelijk in één middag te doen. Dit museum is trouwens alleen ’s middags geopend. In Nunspeet wordt werk gepresenteerd van vijfentwintig joodse Nederlandse beeldende kunstenaars. Een deel van de tentoonstelling wordt gewijd aan de vier in Putten wonende communistische kunstenaars die alle vier betrokken waren bij het verzet. Onderstaand schilderij vond ik erg mooi, het is van Joseph Isaacson. Dankzij de financiële steun van de joodse bankier A.C.Wertheim kon Isaacson in de leer bij de bekende schilder Meijer de Haan. Met hem ging hij naar Parijs, waar hij Vincent van Gogh ontmoette. Isaacson was de eerste die lovend sprak over van Goghs werk. Zelf was hij gefascineerd door het Nabije Oosten waar hij de ziel van de bijbel meende te voelen. Hij werd in 1942, samen met zijn vrouw, in Auschwitz vermoord.
Het volgende schilderij is van Lion Schulman. Hij was een landschapsschilder van wie werk tot in de Verenigde Staten werd verkocht. Hij werkte enige tijd in Londen, samen met zijn leermeester H.B. Koekkoek. Ook dreef hij een kunsthandel in Laren en Hilversum. Zijn laatste jaren woonde hij, vanwege een beroerte, bij zijn dochter in Amersfoort. In 1942 moesten zij op last van de bezetter verhuizen naar Amsterdam. Hij ging wonen in het joodse rusthuis van Malvine Glück in de Sarphatistraat. Alle inwoners werden naar concentratiekampen gedeporteerd en hij werd in 1943 op eenennegentig jarige leeftijd vermoord in Auschwitz.
Rozen in een Chinese pot, een mooi stilleven van Salomon Bart. Hij maakte furore met deze stillevens en boereninterieurs. In Amsterdam was hij een vooraanstaand kunstenaar. In de jaren dertig was hij betrokken bij het verstrekken van hulp aan uit Duitsland voor de nazi’s gevluchte kunstenaars. In de oorlog zat hij in het verzet, hij vervalste paspoorten en was hij secretaris van de Van Leerstichting, die joodse kunstenaars in hun levensonderhoud ondersteunde. In 1943 werd hij opgepakt en via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd en aldaar vermoord.
Duinlandschap Castricum-Bakkum is van Adolf Blits. Over hem is niet zoveel bekend. Hij was naast zijn beroep als kantoorbediende ook kunstenaar en boekontwerper. Hij was de jongste broer van uitgever Andries Blits, de bedenker en uitvoerder van ABC Romans, een van de eerste Nederlandse pocketseries. Zij groeiden op in een Amsterdams diamantwerkersgezin, waar socialistische ideeën en cultuur een belangrijke rol speelden. Adolf Blits en zijn vrouw werden in 1943 in Sobibor vermoord.
Een mooie tentoonstelling die veel indruk maakt. Wat ik zelf ook zeer ontroerend vond zijn de interviews met twee verzamelaars van deze werken. Zij zijn zelf joods en voelen zich verantwoordelijk voor het behoud van deze kunst. De tentoonstelling is nog te zien tot en met 23 november 2020.
Reacties (1)
En nog een positieve recensie over de tentoonstelling Vermoorde Kunst.
https://8weekly.nl/recensie/bitter-sweet/