RECENSIE - Vandaag (zondag 29 augustus 2021) is de tentoonstelling Slavernij voor het laatst te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam. Door de coronamaatregelen hebben velen deze expositie gemist. Wat blijft zijn de online tentoonstelling én de catalogus. Hierin worden tien persoonlijke verhalen verteld over mensen die in of met slavernij leefden. Een bijzonder tijdsdocument dat om onze aandacht vraagt.
Slavernij: boek & (online) expositie
Vóórdat ik dieper in ga op het boek, hier eerst een beknopt overzicht van de tentoonstelling met dezelfde naam. De catalogus is gebaseerd op de tentoonstelling, waardoor een korte beschrijving hiervan meer inzicht geeft in de opzet van de tentoonstelling en de intenties van het team van het Rijksmuseum. De tentoonstelling is opgebouwd en ingedeeld rondom tien verhalen. In de afgelopen jaren is in het eigen museumdepot opnieuw onderzocht en met een frisse blik bekeken. Het resultaat hiervan is dat talrijke objecten die op het eerste gezicht geen relatie met de koloniale periode laten zien, verrassende nieuwe inzichten blootgaven. Het team van het Rijksmuseum heeft in de afgelopen jaren veel en intensief onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Daarbij is ook de rol en de functie van het gebouw van het Rijksmuseum nader onderzocht.
Mensen geregistreerd als objecten
De koloniale periode van de republiek der Nederlanden heeft ongeveer 250 jaar geduurd. Nieuw is dat er nu voor het eerst een bredere blik op het fenomeen slavernij in de koloniale periode wordt getoond. De tien verhalen worden ‘verteld’ door mensen die leefden in onder andere Brazilië, Suriname, in het Caribisch gebied, Zuid-Afrika, Azië en in ons eigen land. Een kenmerk van de koloniale periode is dat mensen tot bezit en objecten werden gemaakt. Op deze manier werden ze in administraties opgenomen. Mensen werden als aantallen beschreven, zonder naam, wel het aantal en de prijs die voor hen werd betaald. Zij die in slavernij leefden, hadden geen zeggenschap meer over hun eigen leven. “De slavenhouder kon hun lichaam gebruiken om het hard te laten werken, om het voor zich te laten zorgen of om er sex mee te hebben”, aldus Sint Nicolaas (Slavernij 2021, p.28)
De catalogus
Eveline Sint Nicolaas (senior conservator geschiedenis van het Rijksmuseum) en Valinka Smeulders (hoofd afdeling geschiedenis van het Rijksmuseum) kun je zien als de hoofduitvoerders. Zij hebben met ondersteuning van een uitgebreid team van multidisciplinaire vakbroeders en -zusters het 368 pagina’s tellende boek samengesteld. Na het voorwoord door Tacco Dibbits (hoofd directeur Rijksmuseum) volgen twee inleidende hoofdstukken over slavernij: ‘Een meerstemmige tentoonstelling’ en de ‘Nederlandse koloniale slavernij’. Daarna volgen tien persoonlijke ‘belevingen’. Verhalen van slavenhouders, mensen die zich verzetten én mensen die in slavernij naar Nederland zijn gehaald. Deze vertellingen zijn verdeeld over drie hoofdthema’s: 1. Leven binnen het slavernijsysteem; 2. Denken over vrijheid en tot slot 3. Praten over slavernij.
Tien waargebeurde verhalen
Door het container begrip ‘slavernij’ te vertellen in tien verhalen, wordt het geladen met emotie en beleving. Op deze manier maak je iets wat bijna ongrijpbaar is toegankelijker. Als je de tien verhalen leest, ontmoet je de vertellers. Je stapt hierdoor aan hun hand zo in de tijd-van-toen en ervaart opeens de beknelling, gevolgd door het respectloze gedrag van de slavenhouders (mannen èn vrouwen!). Ervaar het gevoel van onmacht, maar ook de strijdvaardigheid en de rebellie van de tot slaaf gemaakte mensen.
In het boek staan de levensverhalen van João (Brazilië); Wally (Suriname); Oopjen (Amsterdam); Paulus (Den Haag); Dirk (Den Haag en Zuidoost Azië) Lohkay (Bovenwindse Eilanden); Van Bengalen (verscheept van Batavia, Banda, Kaapstad en Dokkum); Surapati (Indonesië); Sapali (Suriname) en Tula (Curaçao). Ze vertellen alle tien hun eigen (levens)verhaal: over het leven in slavernij of over het profiteren hiervan, over verzet en over uiteindelijk vrijheid. De objecten die bij elk levensverhaal worden getoond, ondersteunen de sfeer en onderwerpen die aan bod komen.
Taco Dibbets vertelt het verhaal van Marten en Oopjen
Een andere blik op Oopjen
We hebben de laatste jaren veel over Oopjen Coppit en haar man Marten Soolmans kunnen zien en lezen. Nadat de Franse bankiersfamilie De Rothschild in 2016 ‘hun’ Marten en Oopjen samen verkochten aan Nederland en Frankrijk, reist dit echtpaar op en neer tussen Parijs en Amsterdam. Met alle egards en tromgeroffel werden ze in 2016 in het Rijksmuseum ontvangen. Nu neemt Eveline Sint Nicolaas ons aan de hand van twee grote portretten van hen mee in het verhaal van ‘Oopjen en de rijkdom in de republiek’ (p. 106-120). Op de portretten uit 1634, zijn Oopjen en Marten respectievelijk 22 en 20 jaar. Het zelfvertrouwen van de pas getrouwden en hun rijkdom spatten van de doeken. Maar waar kwam dat geld vandaan? En wat hebben zij met slavernij te doen? Wist Oopjen iets van de herkomst van de rijkdom van de familie Soolmans?
Suikerbakkerij ’t Vagevuur
Sint Nicolaas vertelt over de Amsterdamse suikerbakkerij van Marten’s vader. ’t Vagevuur was de grootste suikerraffinaderij van Amsterdam in de 17de eeuw. In 1607 begon vader Jan Soolmans met deze onderneming. Kort daarna kreeg de koloniale handel met Brazilië een sterke impuls door het bestand van de Republiek met Spanje. Door de Tachtigjarige Oorlog was de toegang van de Antwerpse haven, en daarmee de aanvoer van suiker en zout geblokkeerd. De Nederlanders maken van het bestand gebruik door zelf naar de suikerbron ‘te varen’. En zo kwamen zij in Brazilië. De grootschalige suikerproductie in Brazilië was alleen mogelijk door de massale inzet van mensen in slavernij (Slavernij, 2021 p. 111). ‘ Om echt winst te maken met de productie van suiker was goedkope arbeid nodig’, aldus Sint Nicolaas.
Verderop lees ik dat de eerste nieuwsberichten over Brazilië (de WIC en de suikerhandel) al in 1624 in kranten en nieuwsprenten in ons land werden gepubliceerd. Of Jan Soolmans op de hoogte was van de omstandigheden waarin de ruwe suiker werd geproduceerd, is volgens historici moeilijk vast te stellen. Als Jan Soolmans in 1626 sterft, verhuizen moeder Wilhelmina en haar enige zoon Marten naar Amersfoort.
La Bouche du Roi (1997-2021) © Romuald Hazoumé
Met La Bouche du Roi brengt Hazoumé (zoals hij het verwoord) ‘de Middenpassage’ tot leven. Dit is de gedwongen overtocht van Afrika naar de Amerika’s. De kunstenaar reflecteert op deze manier op verschillende archiefstukken uit de periode waarin mensen zijn verworden tot handelswaar.
La Bouche du Roi, de geur van geschiedenis
Naast de verhalen zijn ook vele afbeeldingen van objecten in de catalogus te zien. De installatie ‘La bouche du Roi’ van Romuald Hazoumé (1962, Porto Novo, Benin) laat je de geschiedenis zien én ruiken. Hazoumé is lid van de Yorùba, een van de grootste etnische groepen van West-Afrika. Zijn multidisciplinaire kunstwerk is opgebouwd uit tientallen gebruikte jerrycans. Op de manier waarom de kunstenaar de benzinevaten heeft neergelegd, lijkt het net of we gezichten zien. Hazoumé heeft zich voor dit werk onder andere laten inspireren door een gedicht dat Jan Marinus van der Linde in 1963 schreef: ‘Ballade van de slavernhaler’.
In Benin worden jerrycans gebruikt om benzine te vervoeren. De dragers verhitten de vaten zodat de inhoud grote wordt. Ze gaan bij het verhitten bijna tot het uiterste, zodat de vaten nog net niet scheuren. Zie hier de link met de slavernij, waarbij mensen tot het uiterste werden gebruikt. En als het mens-object dan niet meer functioneerde, werd het eenvoudig vervangen door het volgende exemplaar.
De manier waarop Hazoumé de jerrycans op de grond heeft gelegd, doet denken aan de getekende plattegronden in scheepsverslagen. Hierop kon je zien hoe de tot slaaf gemaakte mens aan mens in de vrachtruimte van de VOC-schepen werden neergelegd. In het museum, lagen om de jerrycans geurmonsters van zweet, urine, koffie en specerijen. Helaas kun je dat nog niet ervaren in de gedrukte versie van “Slavernij’.
Titel Slavernij
Auteurs Eveline Sint Nicolaas; Valinka Smeulders e.a.
Jaar 2021
Uitgevers Rijksmuseum & Atlas Contact
Pagina’s 368
ISBN 978 90 450 4245 9
Prijs € 27,99
Boek ontwerp Irma Boom
Slavernij kun je je bestellen via de webshop van het Rijksmuseum of bij je favoriete boekhandel. Verschillende bibliotheken in ons land hebben de catalogus Slavernij ook in hun bestand opgenomen.
Wordt verlengd … door extra tekstbordjes
Bij ruim 70 objecten in de vaste collectie van het Rijksmuseum worden een jaar lang extra tekstbordjes geplaatst. Op deze bordjes kun je lezen wat de (onzichtbare) relatie van dat object is met slavernij. Dit varieert van de toenmalige machthebbers tot de aanwezigheid van mensen van kleur en de manier waarop zij zijn verbeeld.
Voor thuis een online tentoonstelling
De Online tentoonstelling bevat beeld- en audiofragmenten van de tien personen uit de tentoonstelling. Je kunt hierop ook objecten tot in de kleinste details bekijken. Er is ook een versie voor families en kinderen.
© tekst Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met toestemming van het Rijksmuseum in Amsterdam.
Nu te zien
Heden van het slavernijverleden in het Afrika Museum in Berg en Dal (bij Nijmegen).
Fragment uit de Ballade van de slavenhaler (1963) van Jan Marinus van der Linde
Het sterven begon de eerste dag,
Half dood werden veertien geladen,
Andren ziek, grijs en mager, zonder lach
De schipper besomde zijn schade
In dertig dagen was het schip vol
Met vijfhonderd en acht slaven,
Drie jongens, vijf meisjes geteld op de rol:
Daar voeren zij heen naar hun graven
bron: p. 43 Slavernij (2021) Eveline Sint Nicolas, Valinka Smeulders e.a. Rijksmuseum
Reacties (6)
Belangrijk en leerzaam stuk geschiedenis wat niet in onze geschiedenis boeken stond.
“Een bijzonder tijdsdocument dat om onze aandacht vraagt”
Jazeker. Alleen jammer dat uit de tentoonstelling en catalogus niet bleek, dat slavernij en mensenhandel overal ter wereld voorkwam en niet specifiek een Europese feature was. Ook mochten we niet weten, hoe post-koloniale naties humanitair geëvolueerd zijn. Nog minder was de betrokkenheid op en de compassie met vormen van hedendaagse slavernij een hoofdonderwerp. Dat soort vooringenomenheid en geschiedvervalsing hoort niet thuis in een Nederlands museum. Volgende keer beter.
Manmanman. Iets geschiedvervalsing noemen omdat een expositie over een specifiek thema niet de hele wereldgeschiedenis behandelt. Wat heb je dan een gigantisch bord voor je kop.
Mee eens Michiel, en wat mij inderdaad ook met name steekt is dat er gedaan wordt alsof hedendaagse slavernij niet bestaat. Het is misschien wel erger en grootschaliger dan ooit tevoren. Ik vind dat als je een tentoonstelling maakt je niet alleen het verleden maar ook het heden erin moet betrekken zeker als het zo’n gruwelijk onderwerp betreft.
Jij en Michiel kijken ook nooit naar Studio Sport omdat vooral de Nederlandse wedstrijden worden getoond en niet ALLE wedstrijden wereldwijd?
Op boekwinkeltjes.nl zag ik een exemplaar staan van ‘Ballade van de slavenhaler’ voor 4 euro. Die heb ik gelijk maar besteld.