Afgelopen dinsdag overleed choreografe Krisztina de Châtel. Veelvuldig gelauwerde ‘koningin van de minimal dans’. Een titel die toch ook weer te kort schiet, gezien haar uitgebreide, veelzijdige repertoire.
Haar grenzeloze talent zocht het vaak ook buiten de dansstudio en theaters. Dus stuurde ze har dansers naar buitenlocaties. Zoals Ló (1997), waarin dansers en paarden optraden en Waterlanders (2001), waarin de dansers de strijd aan gaan met water en wind.
Ze zocht niet alleen de samenwerking met beeldend kunstenaars (vooral voor de vormgeving van haar choreografieën), maar maakte ook voorstellingen waarin, onder andere, vuilnismannen (Zooi, 2005), werknemers van BAM Wegen bv (BAM!, 2011), brandweerlieden (Brand!, 2013) en stratenmakers (UT -OET, 2014) optraden.
Krisztina de Châtel is het aardse ontstegen. In letterlijke zin hoeft ze niet meer op te gaan in de strijd tussen mens en aarde. Zoals ze het verbeeldde in Föld (1985). In Föld, Hongaars voor aarde, proberen de dansers zich een weg naar ‘buiten’ te banen. Een metafoor voor de strijd tegen de materie en voor het bestaan.
De aarden wal in Föld staat in 2022 symbool voor “de effecten van de menselijke vernietiging van de natuur, de planeet’. Föld is, zo staat het op de website van Krisztina de Châtel, ‘een ode aan fysieke kracht, aan het overwinnen van obstakels. Maar ook een confrontatie met uitputting, een eindeloos gevecht”.
Föld – Grote Kerk Alkmaar – Krisztina de Châtel (2022). Muziek: Philip Glass – Another Look At Harmony, Part 4.