OPINIE - Het ziet er naar uit dat een Kamermeerderheid het voorstel van D66 gaat volgen om het strafrechtsartikel over de majesteitsschennis af te schaffen. De christelijke partijen hebben bezwaren. Nog niet zo lang geleden moesten ze een ander anker in hun moralistisch gedachtegoed loslaten toen het verbod op godslastering werd geschrapt. De seculieren hebben echter de meerderheid en zij snoeien genadeloos in de tradities van degenen die onvoorwaardelijk trouw willen blijven aan God, Koning en Vaderland. CDA-leider Buma probeert te redden wat er te redden valt. Maar Trouw- columnist Hans Goslinga weet waar D66 op uit is: ‘Het gehele bestel moet worden losgemaakt van de ankers die voor anachronistisch (het koningschap) of irrationeel (God) worden gehouden. Op naar een ongelaagde, rationele samenleving waarin de koning, zo plat als een dubbeltje gemaakt, louter nog linten mag doorknippen.’
D66 Kamerlid Verhoeven kreeg vorige week veel steun voor zijn initiatief om wetsartikelen 111 en 112 van het Wetboek van Strafrecht te schrappen. Veel Kamerleden vinden een afzonderlijk artikel over belediging van het staatshoofd niet meer van deze tijd. Ook de aparte behandeling van een buitenlands staatshoofd kan volgens hen wel geschrapt worden. Daarvoor bleek vorig jaar al brede steun te bestaan na een incident in Duitsland met de Turkse president Erdogan. Verhoeven wil nu de koning op dit punt net zo veel bescherming bieden als alle andere Nederlanders. Doorn in het oog bij de Kamerleden is de absurd hoge straf (max. vijf jaar) die er voor majesteitsschennis gegeven kan worden. De man die in 2010 een waxinelichthouder naar de gouden koets gooide zat twee jaar in voorarrest en kreeg uiteindelijk een straf van vijf maanden wegens majesteitsschennis.
De regeringspartijen CDA, ChristenUnie en oppositiepartij SGP zijn tegen de initiatiefwet. “De koning vertegenwoordigt de eer van de natie en dat rechtvaardigt een afzonderlijke strafbaarstelling van het beledigen van de koning”, zei CDA-Kamerlid Van Dam. Bovendien ligt het hem “als een steen op de maag” dat belediging van de koning alleen kan worden vervolgd na een klacht door het staatshoofd zelf. VVD en PvdA hebben er daarom voor gepleit de koning gelijk te stellen met een ambtenaar. Belediging van een ambtenaar in functie (politie, een ambulancemedewerker, een ambtenaar van de gemeentelijke bijstand) is apart strafbaar gesteld in de wet en kan door het OM worden vervolgd. De beledigde hoeft hiervoor dus zelf niet een klacht in te dienen.
Dat de koning eenzelfde behandeling krijgt als de politieagent zal voor de politici die de eer van de natie hoog willen houden waarschijnlijk ook niet acceptabel zijn. Het is ook een discutavele oplossing. De strafbaarstelling van de belediging van een agent is verdedigbaar als deze bij de uitoefening van zijn functie wordt gehinderd. Het handhaven van de openbare orde is een publiek belang. Belemmering daarvan hoeft niet te worden getolereerd. Dat geldt ook voor het werk van bijvoorbeeld ambulancepersoneel of de brandweer. Of loketambtenaren. Als scheldpartijen een direct negatief effect hebben op het werk van deze mensen is een straf op z’n plaats. Dat is dan geen kwestie meer van een gewone belediging. Het schaadt de uitvoering van publieke functies. En dat verdient daarom vervolging door het OM.
Maar gaat dit ook op voor de koning? Wordt hij bij de uitoefening van zijn functie geschaad door een cabaretier of een scheldpartij op sociale media? Ik kan me dat niet voorstellen. Het schadebeginsel dat de uitingsvrijheid kan en volgens mij ook mag beperken lijkt hier niet van toepassing. In elk geval niet op dezelfde wijze als in het geval van pogingen om een agent te verhinderen de openbare orde te handhaven. Om van de ambulancemedewerkers nog maar niet te spreken. Wat overblijft in het geval van de koning is dan vooral weer de symbolische waarde die aan het koningshuis wordt toegekend. Gebrek aan respect voor symbolen lijkt me echter geen reden voor het passeren van een grondwetsartikel.
Reacties (4)
“De strafbaarstelling van de belediging van een agent is verdedigbaar als deze bij de uitoefening van zijn functie wordt gehinderd.”
Belediging van een ambtenaar (in functie) is net zo goed strafbaar als dat deze niet hindert bij de uitoefening van zijn functie.
@1: Jawel, maar er moet wel een relatie zijn met de uitoefening van het ambt (art. 267 WvS, de strafmaat voor belediging wordt verhoogd in het geval van ‘een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’). Dan is het nog de vraag of de belediging met opzet wordt gedaan en zwaar genoeg is om de sanctie toe te passen. Een ambtenaar en zeker een politieagent moet tegen een stootje kunnen. Wat mij betreft zou dan de grens gelegd moeten worden bij het hinderen van de uitoefening van de functie die ten slotte in het algemeen belang door moet kunnen gaan. Een woedeuitval van iemand die al in de boeien is geslagen vind ik niet direct strafbaar. Maar ik ben de rechter niet.
Eigenlijk zou deze vraag/wetsverandering helemaal niet ter sprake mogen komen:
Erfelijk leiderschap zou gewoon niet meer mogen bestaan.
Verhuis de totale boel maar naar de Efteling ;-)
@3: Inderdaad. Na twee eeuwen mogen we die omissie uit 1815 wel eens herstellen. Dat sommige traditioneel religieus ingestelden behoefte hebben aan een hiërarchisch model, is iets waar ze de rest van de samenleving niet mee op hoeven te zadelen. Ze verstoren met hun achterhaalde denkbeelden de verkiezingsdag al genoeg.
En net als een beetje god moet ook een beetje koning tegen een stootje kunnen.