ACHTERGROND - Rechtspraak is uit de aard der zaak retroperspectief. Het is daarom zo kwetsbaar voor het grote gelijk van achteraf, de laatste tijd bekwaam aangevoerd door advocaat Zegveld. Terwijl we stevig geld uitgeven aan een Canon, een Nationaal Museum en aan de herdenking van tweehonderd jaar Koninkrijk, bladert zij juist terug naar de zwarte bladzijden van onze geschiedenis.
En die zijn er genoeg. Binnenkort zal ze de inval van de Romeinen in Friesland wel voorleggen aan het Internationaal Gerechtshof, en naar het schijnt voldeed de Tiendaagse Veldtocht ook niet aan het Handvest van de Verenigde Naties. Wat daar verder allemaal van zij; ze creëert in ieder geval interessante jurisprudentie. Getuige ook weer de meest recente loot aan de stam: de weigering van de Hoge Raad om de strafzaken tegen Indië-weigeraars te heropenen.
Om een strafzaak heropend te krijgen, moet een zogenaamd ‘novum’ gesteld en aangenomen worden: als iemand anders bekent het misdrijf te hebben gepleegd waar jij voor vastzit, bijvoorbeeld. Meester Zegveld betoogde dat de gewijzigde rechtsopvatting ten aanzien van Indië-weigeraars ook iets nieuws was. Dat is knap gevonden. Zou de Hoge Raad daarin meegaan, dan zou er een behoorlijke deuk in de rechtszekerheid worden geslagen of, in potjeslatijn, aan het beginsel van lites finiri oportet geknaagd. Het zou een regelrechte oproep aan iedereen zijn om eens goed na te denken of hij niet ooit voor naaktlopen is veroordeeld of een boete heeft gekregen op een stukje snelweg waar je naar huidige rechtsopvatting inmiddels wel 130 kilometer per uur mag rijden.
Aan de andere kant is het wel lullig om, terwijl je je straf voor godslastering uitzit, te lezen dat het artikel inmiddels is afgeschaft. Voor deze spanning heeft ons rechtssysteem een oplossing: er kan gratie worden gevraagd en verleend krachtens artikel 122 Grondwet. Gratie wil zeggen dat de strafrechtelijke gevolgen van een vonnis worden verminderd of opgeheven. Anders gezegd: je blijft wel veroordeeld, maar je straf wordt niet meer (verder) ten uitvoer gelegd. Voor de bejaarde Indië-weigeraars is dat natuurlijk geen oplossing. Die zitten immers niet meer vast. Schadevergoeding zal ook niet helpen. Dit zijn mannen met een stalen geweten – die koop je niet af. Zij willen verlost worden van hun veroordeling, om alsnog ontslagen van alle rechtsgevolgen hun oude dag voort te zetten.
Bij de Hoge Raad hebben ze dus geen succes. Die houdt het deksel op de beerput. Maar de Raadsheren zijn wel bereid mee te denken:
Indien en voor zover een dergelijke wijziging van opvatting leidt tot een maatschappelijk voldoende breed gedragen wens dat de gevolgen van een dergelijke veroordeling worden geredresseerd, is het niet aan de herzieningsrechter, maar aan de politieke en wetgevende organen te beoordelen of, en zo ja op welke wijze aan die wens kan worden tegemoetgekomen.
Zegveld probeert deze opmerking uiteraard op te pompen tot een soort materieel wetgevingsbevel, maar dat geeft de Hoge Raad niet. De Hoge Raad heeft het slechts over ‘indien en voor zover’ de vlag er inderdaad heel erg anders bijhangt en spreekt zich niet uit of dat inderdaad het geval is. Maar kunnen ‘de politieke en de wetgevende organen’ eigenlijk wel leveren wat de Indië-weigeraars willen, namelijk echte opheffing van hun strafbaarheid? De Hoge Raad lijkt te hinten op een schadevergoeding, maar er is meer mogelijk. Aan artikel 122 Grondwet hangt een stoffig lid 2, dat zogenaamde ‘amnestie’ regelt. Met een ‘amnestiewet’ wordt aan bepaalde feiten, gedurende een bepaalde periode, achteraf alsnog de strafbaarheid ontnomen. Dat zou de oude bazen recht doen.
Het is niet eenvoudig om voor deze figuur een precedent te vinden. Het is er wel. Bij Wet van 6 augustus 1914 is amnestie verleend aan wie voor 1 augustus 1914 deserteerde. Dat was echter, helaas voor de Indië-weigeraars, onder de voorwaarde dat ze zich alsnog per fiets naar het front zouden spoeden.
Reacties (14)
Is dit een poging om in Speld te geraken?
Samenlevingsverschillen tussen het gebied beneden en boven de grote rivieren zijn er op terug te voeren dat de Romeinen nooit verder kwamen dan die grote rivieren.
Voornamelijk een geografische kwestie, Romeinen hadden galeien voor oorlogsvoering op zee, waren uitstekend voor oorlogsvoering op vast land, maar wisten niet hoe oorlog te voeren op slikken en schorren bij eb, en zee bij vloed.
‘Fries’ in de Romeinse tijd betekende dan ook ‘vrij en onafhankelijk koopman’.
Bij de Hoge Raad hebben ze dus geen succes. Die houdt het deksel op de beerput.
Huh, welke beerput? Is er dan ergens censuur gepleegd, zijn er stille krachten onder petten gehouden?
Dienstweigeren mocht niet, mensen deden het toch, werden veroordeeld, vinden dat onterecht. Waar is de beerput?
” Huh, welke beerput? Is er dan ergens censuur gepleegd, zijn er stille krachten onder petten gehouden?
Dienstweigeren mocht niet, mensen deden het toch, werden veroordeeld, vinden dat onterecht. Waar is de beerput? ”
De beerput die ergens rond 1955 al helemaal open was.
Toen massamoordenaar Westerling op kosten van de belastingbetaler zanglessen kreeg.
Zie verder de memoires van Poncke Prinsen.
@4 Een beerput dus die er rond 1950 wel was maar nu dus niet meer. En dus is er geen beerput waar de Hoge Raad een deksel op kan houden.
En bespaar me je pedante geschiedenislesjes. Lezen kunnen we zelf ook wel.
@2: De Romeinen kwamen veel verder dan de grote rivieren, maar ondervonden daar veel weerstand en trokken zich terug tot de beter te verdeligen rivieren.
Als het een erezaak is, dan lijkt het me voldoende eer om te kunnen zeggen:
Ik was een Indië-weigeraar, iemand met voldoende moreel en ethisch bewustzijn om me niet door de staat te laten misbruiken voor misdadige doeleinden en ben daarvoor zelfs opgesloten.
Wordt het niet eens tijd om een “alternatieve lintjesregen” te organiseren, om mensen te eren die de moed hebben (gehad) om zich tegen de wandaden van de staat te verzetten?
Beetje vaag stuk, er was geen front om je in 1914 (tot en met 1918) per fiets te begeven. Afgezien daarvan gaat de staat nooit goed om met dienstweigeraars. De politionele acties in voormalig Indië leverden niet alleen dienst- maar ook bevelweigeraars op. Deze mensen kregen zware straffen omdat zij bijvoorbeeld geen dorpen wilden uitmoorden of domweg het bevel niet erg slim of uitvoerbaar vonden. Een inmiddels al overleden familielid heeft dat behoorlijk voor zijn kiezen gekregen en heeft anderhalf jaar gevangenisstraf (onder andere uitgezeten in fort Spijkerboor) gekregen voor het weigeren van een onzinnig bevel en heeft ook daarna genoeg tegenwerking gekregen.
Dienstweigeren is strafbaar en de reden is niet relevant.
@9: Jawohl, Herr Feldwebel!
@9:
Tijdens de beroemde Neurenberg processen werd beweerd of vastgesteld dat geweten boven de wet ging.
Dat moest wel, anders kon er niemand veroordeeld worden.
Met het opjagen van Assange en Snowden lijkt de VS dat een beetje vergeten.
Maar toen wij onze ‘politionele actie’ op touw zetten was Neurenberg nog aan de gang.
Rechtspraak is uit de aard der zaak retroperspectief.
Ik was bij deze zin zo verbaasd – en bijna geschokt – dat ik de rest maar heel vluchtig heb gelezen.
Retroperspectief. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
Retrospectief ken ik wel.
Laat ik vriendelijk zijn en retrospectief gebruiken. Dat houdt in dat rechtspraak per definitie betrekking heeft op het verleden. Dat kan wel omdat we nu eenmaal geen zaken in de toekomst gaan veroordelen maar in dit stuk hebben we het echt over geschiedenis. Wil de auteur mij nu gaan vertellen, dat we alleen rechtspraak kunnen bedrijven als er voldoende tijd, dwz op zijn minst decennia, overheen zijn gegaan? Uit de aard der zaak is een vergaande kwalificatie.
Ik ben geschokt.
Rechtspraak gaat over bewijsvoering in een wettelijke context.
De wetten die ten grondslag liggen aan de rechtspraak kunnen veranderen en dat gebeurt meestal door het leren van geschiedenis(sen). Maar wetgeving is geen rechtspraak.
Een artikel met recht en rechtsbeginselen als tags.
Ik ben meer verward dan geschokt denk ik.
@6:
Stond dat er al niet ?
@13:
“Romeinen nooit verder kwamen dan die grote rivieren”
Nee dus.