Het nut van geesteswetenschappen

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Passen de geesteswetenschappen nog aan de universiteiten? Voor één vak weet ik het antwoord: voor de oudheidkunde is dit kwestieus aan het worden. De verdere financiering daarvan is namelijk in strijd met het doelmatigheidsbeginsel, omdat de burger voor zijn belastingafdracht slechts oppervlakkige boekjes terugkrijgt. Er zijn enkele goede uitzonderingen, maar de best-verkopende boeken staan vol fouten.

Extra erg is dat de oudheidkundigen de meer geïnteresseerde belangstellenden in de steek laten. Nooit leggen academici uit wat hun methoden zijn. Dan moet je er niet van opkijken als mensen gaan denken dat iedereen wel een geschiedenisboek kan schrijven. De opkomst van kwakhistorici, die een belangrijk deel van de markt hebben overgenomen, is te verklaren doordat oudheidkundigen hun vak inadequaat uitleggen. Zo ontstaan steeds meer zichtbare fouten en krijgen steeds meer mensen een steeds lagere dunk van het vak.

Als je dit met oudheidkundigen bespreekt, zoals ik deed toen ik De klad in de klassieken schreef, geven ze verschillende antwoorden. Dat het populariseren niet hun taak zou zijn, is een leugen. De overdracht staat genoemd in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Dat de oudheidkundigen er niet voor betaald krijgen, is wel waar, maar wie dit zegt, zegt ook dat hij niet wil profiteren van de enorme markt. Elke cent die verdwijnt in de portemonnee van een kwakhistoricus, had óók onze universiteiten ten goede kunnen komen, mits de academici boeken zouden hebben geschreven die wél goed zijn.

De financiering van de universitaire oudheidkunde is dus simpelweg ondoelmatig: de burger ziet niets terug. De vraag is daarom of we met oudheidkunde nog verder moeten gaan aan de universiteiten. Ik denk zelfs dat de vraag nog iets breder is: moeten we überhaupt doorgaan met de geesteswetenschappen?

Rens Bod had daarover dit weekend een goed stuk over in het NRC Handelsblad. Hij ziet nog mogelijkheden om verder te gaan. Ik denk dat hij te optimistisch is: door dertig jaar bezuinigingen, zijn ook de kiemen van mogelijk herstel vermoedelijk gestorven. Toch ben ik blij dat de vraag nu eens wordt gesteld door iemand die werkzaam is aan een universiteit.

Helaas: de krant plaatste het stuk niet online. Dat is ondoordacht, want door dit stuk offline te houden, zal de krant geen enkel los exemplaar extra verkopen. De mensen die over de geesteswetenschappen willen nadenken, hebben namelijk meestal wel een abonnement. Ze discussiëren echter wel online, en daar weet het NRC Handelsblad zijn relevantie nu goed verborgen te houden.

In die zin past het eigenlijk wel bij de geesteswetenschappen, die er ook altijd weer deksels goed in slagen verborgen te houden hoe belangrijk ze zijn.

Reacties (12)

#1 HansR

Kijk, de apocalyps gaat ook de historici niet voorbij.
Kwakwetenschappers! Ik heb iig weer iets geleerd.

  • Volgende discussie
#2 HansR

Goed stuk van Rens Bod trouwens, dank voor de link.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 mb

Weer een mooi stuk van lendering. Er zweeft wel wat doorheen, waarvan ik eenvoudigweg niet weet of het klopt of niet. De basis wordt hier gelegd:

‘Elke cent die verdwijnt in de portemonnee van een kwakhistoricus, had óók onze universiteiten ten goede kunnen komen, mits de academici boeken zouden hebben geschreven die wél goed zijn.’

Het is wel heel erg goed = universiteit & slecht = al het andere (kwakhistorici). De historische geografie, niet ondergebracht bij geesteswetenschappen of letteren, wordt gekenmerkt door een aantal uitstekende kleine zelfstandigen. Het betreft hier vaak toegepast onderzoek, ten behoeve van RO-vraagstukken. De link tussen historisch onderzoek en hedendaagse vraagstukken is daarmee ongelofelijk duidelijk. Ook een aantal buitenacademische architectuurhistorici (letteren) levert goed werk op dit vlak.

Van mij mogen veel geesteswetenschappers wel wat assertiever zijn. Iedereen die enigszins tegen medisch onderzoek aanschuurt, roept heel gemakkelijk dat hun onderzoek wellicht een bijdrage levert aan het voorkomen van kanker. Er zijn maar weinig mensen uit de historische discipline die durven roepen dat hun onderzoek een soortgelijke bijdrage levert aan het voorkomen van hongersnood, fascisme of noem maar iets.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 CharlesK

Wie een boek van Fik Meijer leest, wordt daar in de regel niet vrolijk van. Zo slordig…. De lezer wordt door classici blijkbaar aangezien voor dom. Als dit het beste is wat geleverd kan worden, of als men het betere voor zichzelf houdt, is de financiering inderdaad ondoelmatig.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 pedro

De verdere financiering daarvan is namelijk in strijd met het doelmatigheidsbeginsel, omdat de burger voor zijn belastingafdracht slechts oppervlakkige boekjes terugkrijgt. Er zijn enkele goede uitzonderingen, maar de best-verkopende boeken staan vol fouten

De burger krijgt slechts oppervlakkige boekjes terug, omdat de burger daarom gevraagd heeft. Een aantal jaren geleden moesten we zo nodig meer vat krijgen op de academici en hebben daarvoor een publicatieplicht ingesteld: wie niet genoeg publiceert, krijgt geen geld. Toen werd er al voor gewaarschuwd, dat dat ten koste van de kwaliteit zou gaan. Dan moeten we nu niet gaan zeuren, dat de kwaliteit slechter wordt, natuurlijk.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5.1 Tjerk - Reactie op #5

Hoe wil je dan verantwoorden dat wetenschappers geld krijgen uit publieke middelen?

#5.2 pedro - Reactie op #5.1

Wat een rare vraag. Wat bedoel je?

Wetenschappers kunnen geld krijgen uit publieke middelen, als ze aan de voorwaarden, die daarvoor gelden, voldoen. Als die voorwaarden bestaan uit het aantal publicaties, dat ze produceren, zonder dat er naar kwaliteit gekeken hoeft te worden, krijgen we dat. We kunnen de criteria ook anders leggen, maar als iemand jaarlijks 2 hoogwaardige publicaties aflevert en 100 studenten les geeft, maar plots te horen krijgt, dat hij 20 publicaties per jaar af moet leveren, zal hij 20 publicaties van mindere kwaliteit opleveren en zullen zijn studenten daar ook onder lijden. Dan heb je wel een verantwoording die voor leken te begrijpen is, maar moet je niet gaan klagen over de kwaliteit van de publicaties, want we vragen dan zelf om minder kwaliteit (we vragen dan om lopende band werk).

#5.3 Tjerk - Reactie op #5.2

Ik denk dat het niet wenselijk is om te reguleren dat wetenschappers in hoogwaardige publicaties moeten publiceren omdat dat een enorme macht geeft aan redacteuren van die publicaties. Eenzelfde probleem zie ik wanneer je collegawetenschappers mogen bepalen hoe de geldstromen worden verdeeld via een organisatie als NWO. Het lijkt me dat dat alleen maar de wetenschap politiseert.

#5.4 pedro - Reactie op #5.3

Dat kun je wel zeggen, maar wat is je alternatief dan?

Precies om dat soort redenen, is een aantal jaren geleden ingevoerd, dat die academici een bepaald aantal publicaties moesten halen per jaar (net als de politie een bepaald aantal bonnen per jaar), maar dat gaat zoals we nu kunnen constateren en waar al voor gewaarschuwd werd, ten koste van de kwaliteit. Dat leidt er bijvoorbeeld toe, dat de publicaties mu beoordeeld worden door leken. Wanneer academici wetenschappelijke publicaties publiceren, kan de kwaliteit van hun werk alleen beoordeeld worden door collega wetenschappers., en daar kun je dan inderdaad ook weer problemen onderscheiden, maar ik kan je wantrouwen ten opzichte van wetenschappers (alsof die met zijn alleen een groot complot hebben bedacht om ons geld in handen te krijgen…) kan ik helaas niet met je delen. Er zijn vele wetenschappers met vele verschillende visies, die met elkaar concurreren om het geld, dat beschikbaar is voor onderzoek. Dat alleen al zorgt er voor, dat zij de publicaties van hun concurrenten onderuit zullen halen als het ook maar enigszins kan.

Als mensen eens wil weten, hoe het in wetenschappelijke kringen onder professoren toe gaat, moet ik hen aanraden ‘Onder professoren’ van W.F. Hermans eens te lezen. Dat is een stuk realistischer dan de samenzwerende wetenschappers die alleen maar op ons geld uit zijn.

#6 Bismarck

kwakhistorici, zijn dat die lui die je wel vaker bij Discovery Channel ziet als ze het hebben over historische veldslagen?

@3: Ik kan me vergissen, maar volgens mij zegt Jona zelf dat de universitaire historici op enkele uitzonderingen na oppervlakkige boekjes vol fouten produceren.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 DrBanner

MEER GELD NAAR GRIEKS

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 Mies ter Ize

In de wetenschap wordt wel onderscheid gemaakt tussen nomothetische vs. idiografische kennis. Met andere woorden het verschil tussen wetmatigheden en de interpretatie van individuele, eenmalige gebeurtenissen. In wetenschappen wordt beide soorten kennis gebruikt, hoewel in de betawetenschappen de nomothetische kennis overheerst (E=mc2).

De oudheidkunde kent daar echter een speciaal probleem. Als in dat vak nomothetische kennis wordt vergaard, is dat alras geen oudheidkunde meer maar sociologie of anthropologie of iets dergelijks. Met enige chargering zou je kunnen stellen dat kwalitatief goed, algemeen inzicht brengend onderzoek in de oudheidkunde het vak niet steviger doet staan, maar integendeel ondergraaft.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie