ONDERZOEK - GiveDirectly haalt de laatste tijd geregeld het nieuws. Maarten Muijser deed nader onderzoek naar het weggeven van geld aan de allerarmsten en deelt met Vice Versa zijn bevindingen. Wat als we ontwikkelingssamenwerking nu heel anders zouden aanpakken? Hoe besteden de allerarmsten van de wereld het beschikbare geld als zij zélf kunnen beslissen waaraan? En hoe ver zijn we in Nederland eigenlijk al met deze methode?
Via verschillende programma’s is onderzoek gedaan naar deze vraag. Hieruit blijkt dat de allerarmsten van de wereld, ondanks de verwachtingen van veel donoren, het geld niet besteden aan sigaretten, drugs of alcohol. Integendeel: zij blijken het geld vooral te besteden aan hun gezondheid (voedsel en verzorging) en om te investeren in hun bedrijf en/of de toekomst van hun kinderen. Het blijkt dat na het uitdelen van het geld meer mensen toegang hebben tot gezondheidszorg en educatie, dat ook de algemene economische situatie verbetert en dat de consumptie structureel omhoog gaat. Onderzoekers verwachten zelfs dat de inkomsten op lange termijn positief worden beïnvloed.
Het uitdelen van geld aan de allerarmsten zonder dat hieraan voorwaarden zijn verbonden, heeft meer voordelen. De overheadkosten bij deze methode zijn bijvoorbeeld vele malen lager dan bij de traditionele ontwikkelingssamenwerking. Ook is deze methode zonder veel voorbereiding snel in te zetten in een gebied en is het effect direct zichtbaar. Het allergrootste voordeel aan het uitdelen van geld aan de allerarmsten is dat zij dan zelf kunnen beslissen waaraan zij het besteden, en daarmee zélf beslissen wat ze het hardst nodig hebben.
GiveDirectly
Wereldwijd is GiveDirectly de enige ontwikkelingsorganisatie die zich volledig toelegt op het uitdelen van geld aan de allerarmsten in de wereld. Met hun programma’s in Kenia en Oeganda hebben ze in 2014 6,6 miljoen Amerikaanse dollar uitgedeeld. Deze ontwikkelingsorganisatie wordt door de internationale pers bejubeld om haar vernieuwende aanpak rondom armoedebestrijding.
GiveDirectly geeft het geld niet alleen weg, maar analyseert ook zeer uitgebreid het effect. Zij heeft een stijging van 34 procent in inkomsten gemeten en een stijging van 52 procent aan beschikbare bezittingen. Daarnaast is een daling van 42 procent gemeten van kinderen die zonder eten naar bed gaan.
Ondanks deze veelbelovende resultaten zijn er ook kritische geluiden te horen. Niet alle problemen rondom armoede worden elke keer dat er geld wordt uitgedeeld ook daadwerkelijk aangepakt. De verwachting is dan ook dat niet alle problemen rondom armoede met één transactie zijn te verhelpen, maar eerder dat de situatie bij bepaalde problemen wordt verbeterd. De economische situatie kan bijvoorbeeld verbeteren, terwijl de toegang tot onderwijs gelijk blijft. Welk probleem (gedeeltelijk) wordt opgelost, verschilt per situatie en wordt beïnvloed door de omstandigheden waarin wordt geleefd. Daarnaast wordt met het uitdelen van geld aan individuen de kwaliteit van onderwijs, gezondheidszorg of infrastructuur niet verbeterd, terwijl dit wel cruciale onderdelen zijn voor structurele armoedebestrijding. Een geldtransactie is daarom geen oplossing die huidige methoden volledig kan vervangen. Het probleem met traditionele methoden is dat er te veel voorwaarden en restricties aan worden verbonden, waardoor de grootste problemen niet altijd worden aangepakt. Een goede koppeling tussen het uitdelen van geld aan de allerarmsten en programma’s die zich richten op de verbetering van de infrastructuur, marktwerking en de kwaliteit van de beschikbare diensten, is daarom de beste aanpak.
Wat zijn de mogelijkheden?
In hoeverre staat de Nederlandse overheid open voor (financiële) steun aan het uitdelen van geld aan de allerarmsten? De visie van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking is in de laatste jaren steeds meer richting handel en economische voordelen gegaan. Maar, traditiegetouw en uit solidariteit met mensen zet ook dit kabinet zich in om extreme armoede uit te bannen. Dit kabinet erkent dat dit niet alleen lukt met economische groei. Daarom wordt ook gewerkt aan een eerlijke verdeling van de welvaart, om de moeilijk bereikbare mensen ook welvaart te kunnen bieden. Uit mijn onderzoek is gebleken dat de Nederlandse overheid ook best openstaat voor vernieuwende ideeën.
De Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) van het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft aangegeven vanuit de overheid geen bezwaren te zien tegen het uitdelen van geld aan de allerarmsten. Integendeel: het IOB ziet zelfs mogelijkheden in (financiële) steun van de overheid aan deze methode. Die uitspraak is niet geheel verwonderlijk, aangezien de Europese Unie al veel projecten met het uitdelen van geld aan de allerarmsten heeft gesteund. Ondanks dat deze programma’s alleen zijn ingezet tijdens noodsituaties, laat dit wel zien dat de Europese Unie openstaat voor deze methode. Het is daarom denkbaar dat de Nederlandse overheid programma’s waarin geld wordt uitgedeeld aan de allerarmsten in de toekomst zal gaan steunen.
Nederlandse ontwikkelingsorganisaties zijn al iets vooruitstrevender bezig dan de overheid. In mijn onderzoek heb ik gekeken naar Oxfam Novib en het Nederlandse Rode Kruis. Beide organisaties delen nu al geld uit aan mensen in noodsituaties. Deze ontwikkelingsorganisaties delen geld uit om bijvoorbeeld de consumptie op gang te brengen of om de economie en productie een boost te geven. Terwijl het Rode Kruis vaker geld uitdeelt aan de allerarmsten in noodsituaties, is Oxfam Novib meer aan het experimenteren met deze methode om armoede op lange termijn te verminderen. Zij benadrukt dat mensen uiteindelijk zelf het best weten wat zij nodig hebben. Uit haar experimenten blijkt dat geld uitdelen aan de allerarmsten heel goed kan werken, als de omstandigheden dit toelaten.
Toekomst
De algehele trend bij de Europese Unie en de onderzochte Nederlandse ontwikkelingsorganisaties is dat er steeds meer aandacht is voor het uitdelen van geld aan de allerarmsten. Oxfam Novib loopt hierin voor op de rest. Het Rode Kruis en Oxfam Novib zijn enthousiast over deze methoden en verwachten dat deze in de toekomst meer zullen worden ingezet. De Nederlandse overheid is nog niet zover om deze projecten te steunen, maar als de trend richting meer van dit soort projecten zich voortzet, zou het zomaar kunnen dat ook de Nederlandse overheid hieraan uiteindelijk haar steun geven.
Maarten Muijser (Rotterdam, 1990) volgde na de middelbare school de hbo-studie Culturele Maatschappelijke Vorming, met stages bij het Rode Kruis en Unicef en veldwerk in Kameroen. Aansluitend volgde hij de WO-master Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens de laatstgenoemde studie heeft hij zich met name gericht op de ontwikkeling van ontwikkelingslanden en op armoedebestrijding. Deze studie heeft hij in 2015 afgerond met zijn scriptie ‘No cure, just pay’, waarin hij onderzoek heeft gedaan naar het weggeven van geld aan de allerarmsten zonder daar voorwaarden aan te stellen.
Dit artikel verscheen eerder op Vice Versa.
Reacties (1)
Als ik het zo lees is dit de eerste hulporganisatie die wel verschil maakt. Misschien moeten we hier eens allemaal geld aan geven in plaats van aan de andere organisaties die eerst de werknemers 2 ton per jaar betalen per persoon voordat er een cent naar de armen gaat.