COLUMN - Toen Jim Carrey, zittend op het strand, aan de overleden Andy Kaufman via telepathische wegen vertelde dat hij hem ging spelen in de film Man on the Moon, kwamen er dolfijnen naar de oppervlakte en liet Andy Kaufman hem weten dat hij zelf ging doen. De komende maanden nam hij het lichaam van Jim Carrey over om de rol zelf te kunnen spelen.
Waarom die dolfijnen, Andy? Is van je laten horen uit het hiernamaals niet voldoende? Waarom moet een dergelijke mystieke ervaring ook nog eens symbolisch onderstreept worden? Aan de andere kant: Andy hield van overdrijven. En van kitsch.
In Jim & Andy zien we dat Jim Carrey zich ook buiten de opnames van Man on the Moon als Andy Kaufman gedroeg. Andy Kaufman had woord gehouden toen hij de dolfijnen naar boven stuurde. Jarenlang hebben deze behind the scenes-opnames liggen verstoffen op een zoldertje in Hollywood. De studiobazen waren bang dat het publiek het niet leuk zou vinden dat Jim Carrey zichzelf niet was. Het zou z’n reputatie schaden. Maar nu had Spike Jonze het materiaal in handen gekregen en was Jim Carrey getransformeerd in een zweverige schilder die grossiert in quasi-boeddhistische wijsheden. Hem interesseert het ook allemaal niet meer. Sterker nog: Jim Carrey vroeg zich hardop af of Jim Carrey wel bestond.
Afgelopen zaterdag wierp Chris Buur in de Volkskrant de theorie op dat de documentaire een hoax is. Het scherpe oog van zijn beeldredacteur had hem op wat onvolkomenheden gewezen. Wat die onvolkomenheden waren, vertelde hij niet. Het had te maken met de aard het onderwerp (ontregelaar Andy Kaufman), de baard van Jim Carrey en de reputatie van producer Spike Jonze.
Ik heb het zelf ook steeds vaker: dat ik het werkelijkheidsgehalte van een documentaire in twijfel trek. Zeker nu steeds meer documentaires stijlelementen van fictiefilms gebruiken voor een dramatisch effect. Zie ik een oprechte registratie van de werkelijkheid of kijk ik naar fictie? Neem een andere Neflix-documentaire: Voyeur. Daarin volgen we de bejaarde journalist Gay Talese die een boek schrijft over een man die in de jaren ’70 en ’80 een hotel had om mensen te kunnen begluren. Hij had roosters in het plafond geplaatst en kon in de kruipruimte erboven alles volgen wat zich eronder afspeelde.
De voyeur zocht in 1984 contact met Gay Talese, nadat die furore maakte met een boek over de seksuele stand van zaken in Amerika. De voyeur nodigde hem uit en liet hem zijn geheime leven zien. Omdat de voyeur niet met naam en toenaam genoemd wilde worden en Gay Talese van mening was dat zijn boek dan geen waarde had, bleef zijn aantekeningenboekje meer dan dertig jaar in zijn la liggen. Inmiddels was de voyeur echter van gedachten veranderd: nu hij ergens in de tachtig was, vond hij het tijd de wereld met zijn levenswerk kennis te laten maken.
Het verhaal van de voyeur zit vol tegenstrijdigheden en ongeloofwaardigheden. Zo zou de voyeur ook getuige zijn geweest van een moord die hij niet heeft aangegeven om zichzelf niet te verraden. Je zou zeggen: het minste wat Gay Talese had kunnen doen, is achterhalen of die moord daadwerkelijk gepleegd is. En als Gay Talese dat niet deed, dan zouden de legendarische fact checkers van The New Yorker dat toch wel doen? Tegen het eind van de documentaire blijken die zelfs te hebben gemist dat het hotel van de voyeur een mede-eigenaar had!
Er zaten nog wel meer elementen in die mijn wantrouwen wekte. Ik kon nog maar net de verleiding weerstaan om tijdens het kijken op te zoeken of het artikel in The New Yorker wel bestond. Uiteindelijk zag ik ervan af omdat ik mijn kijkplezier niet wilde verpesten. Maar toen de documentaire klaar was en de zeepbel niet was gebarsten, bleef ik in verwarring achter. Was dit echt waar? Ik ging naar The New Yorker en vond het artikel. Het boek bleek ook te bestaan. En de voyeur dus ook.
Trouwens, Andy, did you hear about this one: ze willen weer een man op de maan zetten.
Reacties (3)
De buzz rond de film doet het in ieder geval goed.
Het is een misverstand van veel Nederlanders om te denken dat ze de Amerikaanse cultuur, in dit geval Amerikaanse films, kunnen begrijpen en voelen zoals een Amerikaan dat doet. Niet dat het Amerikaanse begrip nou zo veel groter is, maar die cultuur is gemaakt voor de Amerikaan, niet voor bijvoorbeeld de Nederlander of de columnist van de Volkskrant. Netflix kijken dicht dat gat ook niet. Wel fascinerend, die Amerikaanse cultuur, dat wel..
Het ìs ook moeilijk te behappen.
Bv. Als ik doorzap bij CRIMES LA wanneer er weer es een debiel lange undercoverarm met een pistool eraan een huis binnenvalt dan is dat omdat het te onecht is. Een horde Amerikanen zapt verder omdat het te echt is.