COLUMN - Er stond een spreuk op het whiteboard:
Winnaars hebben een doel.
Verliezers ” ” excuus.
U raadt het al, hier worden topsporters gekweekt. Die aanhalingstekens zijn exemplarisch voor de mentaliteit die hier heerst. Alles moet zo effectief mogelijk. De energie moet in de topsport worden gestoken. Twee woorden schrijven die je niet hoeft te schrijven? Pure verspilling.
De Hokjesman ging embedded in Papendal. Ik moet zeggen dat ik helemaal niet afwist van het bestaan van dit door God verlaten oord. Ik dacht dat topsporters op natuurlijke wijze voortkwamen uit toptalenten die bij gewone sportverenigingen worden ontdekt en vervolgens bij topclubs tot volle wasdom komen. Maar er blijkt een centrale plek waar je naartoe wordt gestuurd als je heel goed kan rennen, fietsen, volleyballen, handballen of tienkampen.
Het gevaar, zo vertelde volleybaltrainer Ron Zwerver (voormalige koning van de sprongservice), was dat je teveel energie verspilde aan de mindere goden. Degenen die het nooit zouden halen. Uiteindelijk haalde maar vijf procent van alle leerlingen het nationale team. Het liefst zou je alle energie willen steken in die vijf procent. Maar dat kan niet. Soms komt echt talent iets later naar buiten, soms ontwikkelt iemand zich niet.
Het had iets van een sekte. Een soort Nietschziaanse verslavingskliniek, waar de behandelende artsen hun patiënten aanmoedigen om zich vol overgave in hun verslaving te verliezen. Om de grens van het betamelijke steeds net weer een beetje op te rekken. Wat jou niet doodt, maakt je sterker.
De sporters, coaches en andere begeleiders die de Hokjesman sprak, waren het over één ding eens: ze waren gek. Jezelf helemaal kapot trainen met geen enkel ander doel dan de snelste of sterkste te worden, normaal is het niet. En gezond ook niet. Maar toch gingen ze ermee door en mochten alleen degenen blijven die het best in staat waren zichzelf ten gronde te richten.
Reacties (9)
Jezelf helemaal kapot trainen met geen enkel ander doel dan de snelste of sterkste te worden, normaal is het niet. En gezond ook niet.
Maar deze samenleving kent wel de Olympische Spelen met als motto : ‘Citius, Altius, Fortius’ (sneller, hoger, sterker). We bejubelen de winnaars en eisen meer, meer en zijn nooit tevreden hetgeen we als kwaliteit zien.
Nobelprijzen voor geestelijke prestaties maar verder geen verschil. Of je je nu afbeult op een sportveld of in een studeerkamer.
Misschien is de essentie dat het leven geen doel heeft behalve het leven zelf. Het maakt niets uit wat je doet. Zolang je maar gewaardeerd wordt door je omgeving. En die waardering maakt dat je te eten hebt en dat je je voort kunt planten.
Een medaille is waardering. Niets meer.
Voila, het nut van het leven.
Max de Middelmatige. De bankhangende stukjesschrijver met een voortkabbelend leven precies zoals hij wenst.
Laat iedereen toch gelukkig zijn op zijn/haar manier. Als een Epke zo wil leven wie zijn wij dan om dat te veroordelen?
Je moet onder een steen hebben geleefd om nog nooit van Papendal te hebben gehoord(of nog heel jong zijn).
@2: niks mis mee. Behalve als anderen moeten gaan betalen om die manier van leven via subsidies mogelijk te maken. Jij wil zo leven? Ga je gang, maar fincieer het dan ook gewoon zelf. Of gaan we mensen die heel veel gamen ook subsidieren om games aan te kunnen schaffen?
@4: Dat is ook een leuk punt. Tja, dat is politiek die doet wat het volk wil en het volk wil wereldkampioenen om naar te kijken. ten tweede denk ik dat die mensen al al hun spaarcentjes gebruiken voor het ’talent’ van hun kinderen.
@2 Middelmatigheid is per definitie de norm. Daar zou eigenlijk meer begrip voor moeten zijn in plaats van dat eeuwige aanbidding van ’toptalent’.
De Hokjesman is een bijzonder mooi gemaakt TV-programma, met veel aandacht voor details.
Je ziet dat er veel tijd en liefde in gestoken wordt. Hulde voor de makers.
Ik snap dit stuk niet. Je mag niet streven naar topprestaties want dan ben je niet solidair naar de middelmaat? Zo ja dan snap ik de linkse kerk weer . Zo nee? Waar gaat dit over?
Brood en spelen.
Geef het plebs helden en idealen, en gun ze hun dagdromen, meer hebben ze niet.