Er is al veel gezegd over de Costa Concordia; de ramp is bijna uitgegroeid tot een symbolische gebeurtenis waarbij het “oude” Italië op de klippen loopt en het “nieuwe” Italië – in de vorm van de commandant van de kustwacht – ingrijpt. Schettino als Berlusconi dus, en De Falco als Mario Monti. De vergelijking dringt zich inderdaad op, geholpen door de media die in de nabijheid van de kapitein ook al een raadselachtige jonge vrouw hebben gevonden. Wat nog ontbreekt, is bunga-bunga. Gefundenes Fressen voor de Italiaanse media.
Het is natuurlijk lekker om te geloven in zo’n catharsis maar in dit land leven zo enorm veel Schettino’s dat dat zo’n vaart niet zal lopen. Ik kijk naar de trieste restanten van het cruiseschip en zie een ander, typisch Italiaans probleem.
Rondom het schip zijn, naast inmiddels de bergers van Smit, mensen bezig van de kustwacht, de brandweer, de landmacht, de marine, de politie, de carabinieri en de Guardia di Finanza. Ze hebben allemaal hun eigen duikers, hun eigen boten en hun eigen helikopters. Het zou me helemaal niet verbazen als zelfs het Corpo Forestale – de boswachterij, zeg maar – een heli in de lucht heeft boven de haven van Giglio.
Het wordt voor zover ik weet, goed gecoördineerd – dat is niet het probleem. Het probleem is dat deze diensten allemaal speciale afdelingen hebben om feitelijk hetzelfde werk te doen. De Guardia di Finanza bijvoorbeeld is een militaire FIOD/douane-eenheid die valt onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economie en Financiën. Zij werden ingezet bij de beruchte belastingcontroles in Cortina en je ziet ze vaak langs de snelweg bij het controleren van vrachtwagens. Maar ze dobberen dus ook rond de Costa Concordia en er gaat geen demonstratie voorbij of de grijze uniformen van deze financiële politie duiken naast politie en carabinieri op – met helm en wapenstok. Want ze hebben ook een eigen afdeling mobiele eenheid. En zo is ook de brandweer belast met politietaken en kun je het eerder genoemde Corpo Forestale tegenkomen als bewaking van een asielzoekerskamp.
Op 2 juni, Feest van de Republiek, trekken ze allemaal weer aan president Napolitano voorbij. De duikers van de Guardia di Finanza. De duikers van de carabinieri. De duikers van de brandweer. De duikers van de kustwacht. De duikers van de politie. De duikers van het leger. De duikers van de marine. De antimaffia-eenheden van elke geüniformeerde dienst in het land, met uitzondering wellicht van de spoorwegen. De diverse hondenbrigades. De gruppo intervento zus, het reparto speciale zo, de brigata hier en de nucleo daar. Mocht er zich iets voordoen terwijl u naar deze parade zit te kijken, dan kunt u bellen met de carabinieri (112), de politie (113), de noodlijn kinderen (114), de brandweer (115), de Guardia di Finanza (117), medische hulp (118), de boswachterij (1515) of de kustwacht (1530). Er is natuurlijk nooit onderzoek gedaan naar het feitelijk nut van onzinnige alarmnummers zoals 117: niemand laat zich die kaas van zijn brood eten.
Italië, ooit een verzameling stadstaatjes, is nog steeds een eilandenrijk en elk eilandje wil zo veel mogelijk macht naar zich toe trekken. Iedere dienst wil eigen uniformen, eigen auto’s en boten en helikopters, eigen officieren, eigen specialisten, eigen alarmnummers en vooral eigen budgetten.
Dat nieuwe Italië laat nog wel even op zich wachten.
Reacties (4)
Klinkt alsof daar nog ruimte genoeg is voor bezuinigingen.
Er moet duchtig worden gereorganiseerd. Maar vooral dit soort zaken stuit op onmiddellijke en grote weerstand. Er zijn heel veel belangen in het spel – denk daarbij ook aan de gewoonte om overheidsbaantjes te gebruiken als beloning voor verleende diensten. Meer overheidsorganisaties = meer baantjes om uit te delen.
Ha! (naar JSK). Maar wij hebben de melddemishandeldecavialijn!
Daarvoor denk ik dat je bij ons dus de boswachterij moet bellen. Niet dat ze komen, maar er is een nummer.