COLUMN - Eben Emaël. We zouden naar de Sint Pietersberg fietsen, tot ik ineens die woorden op de kaart zag staan, net over de Belgische grens, op een steenworp van Maastricht. Eben Emaël, een mysterie op fietsafstand.
Maar er was nog een andere reden.
Toen ik de op de lagere school zal, las ik het liefst boeken over de Tweede Wereldoorlog. Enkel over de militaire kant ervan, de rest was me te zwaarmoedig of te saai, dat weet ik niet meer. Enkele keren per jaar viel er een folder in de bus die een abonnement aanprees op een hele serie boeken die mijn selectieve interesse deelde (van een bedrijf dat inmiddels oorlog heeft ingeruild voor borduren en tarot kaartleggen). Mijn ouders piekerden er niet over om die serie te kopen, maar de folder bood altijd een deeltje aan ter kennismaking, voor een gulden of tien. Als ik het deeltje nog niet had, dan bestelden mijn ouders het. Ik keek vooral naar de foto’s.
Toen ik Eben Emaël zag staan, herinnerde ik me een zwart-wit foto: een hoge en lange schuine wand langs een kanaal. Het zou een fort zijn. Ik begreep de foto niet. Die ongerijmdheid had hem beschermd tegen het verloop van drie decennia, duizenden liters bier, vele honderden boeken en een onschatbaar aantal uren geouwehoer.
Het fort bleek gesloten, maar toevallig stond er een gids te wachten op een groep voor een besloten rondleiding. We mochten mee. Een kleine drie uur lang dwaalden we door het enorme ondergrondse complex.
De gids was een onopvallende man van mijn leeftijd die, als ik hem goed begreep, meer tijd in het fort doorbracht dan bij zijn gezin. Vroeger zou ik daar schamper over gedaan hebben.
Het verhaal van het fort is prachtig. Het werd vlak voor de oorlog aangelegd en gold als een onneembare vesting, een van de beste forten ter wereld. De allereerste oorlogshandeling van de Nazi’s op 10 mei 1940 was het uitschakelen van het fort. Het duurde 15 minuten. Volgens de Belgen was het 30 minuten.
De gids herhaalde het vaak, heel vaak, en met een zekere wellust: 15 minuten. Het had iets van leedvermaak, wat vreemd aandeed in het licht van zijn toewijding aan het fort. Maar later dacht ik: juist het falen van hen die we bewonderen en liefhebben biedt troost. Als zij al falen, dan mogen wij dat ook.
Via Bijzinnen.
Reacties (8)
Ben er ook geweest, mooi fort, mooi verhaal dat er achter zit.
Vanwaar dat trema? En check ook even de titel (en de tag).
De gids was een onopvallende man van mijn leeftijd dit is een lastige als de leeftijd van ‘Bijzinnen’ niet gegeven is.
Er zijn in de directe omgeving van Eben-Emael trouwens nog wel meer bijzonderheden te vinden. Zo is er de toren van Eben-Ezer, gebouwd door een vrij zonderling figuur en ligt aan de andere kant van het Albertkanaal een oud Keltisch oppidum (hetgeen, als in die burcht het winterkamp van Sabinus en Cotta gelegen was, zou betekenen dat de slag bij Atuatuca, waarbij Ambiorix anderhalf Romeins legioen volledig vernietigde, in Eben-Emael heeft plaatsgevonden). Verder was de groeve Marnebel een magneet voor voor regionale amateurnatuurhistorici, die er oa. Mosasaurustanden en -botten hebben gevonden.
Kijk die Bismarck is toch een bijzonder tiep qua weten. Ik wilde die toren ook noemen.
Ben er geweest. Heel apart. Gebouwd als monument voor de vrede en als protest tegen de oorlog. Ik vraag me af of die boodschap over komt. Om Eben-Emael alleen te noemen ivm het fort doet tekort aan dit bouwwerk. Heel apart.
@5: In dit geval speelt toeval een rol: Ik ben vaker in Eben-Emael geweest dan ten noorden van de Rijn.
@6 : En in andere gevallen?
@7: Allemaal toeval met een systematisch onderliggende reden?