COLUMN - Ieder jaar produceert de Autoriteit Financiële Markten een rapportcijfer voor de grootste Nederlands banken en verzekeraars op het zogenaamde “Klantbelang Dashboard”. Getoetst wordt of producten en diensten kostenefficiënt, nuttig en begrijpelijk zijn “met als doel dat banken en verzekeraars het klantbelang blijvend centraal stellen”. De AFM zegt dat haar aanpak effect heeft en dat de klantvriendelijkheid de afgelopen jaren is verbeterd.
Het zou voor de hand liggen om deze informatie aan de consument door te spelen zodat die betere keuzes kan maken, net als een soort sterrensysteem voor hotels. Dat kan echter niet omdat de Wet Financieel Toezicht voorschrijft dat de AFM alleen het gemiddelde rapportcijfer mag publiceren en niet de cijfers van de individuele instellingen.
Vrijwillige publicatie zien de banken en verzekeraars voorlopig nog niet zitten. Pas nadat de Consumentenbond, Vereniging Eigen Huis en Vereniging van Effectenbezitters de organisaties een aanmanende brief stuurden ging een deel van de verzekeraars, maar geen van de aangeschreven banken overstag. Alleen de Rabobank publiceert haar rapportcijfers, de andere banken lieten weten dat ze de cijfers daarvoor “ongeschikt” vinden, en eerst met de toezichthouder in overleg willen. Deze collectieve weigering wekt de indruk dat er een soort gentlemen’s agreement bestaat om de sector te beschermen tegen concurrentie.
Vergelijking door de consument is een essentieel onderdeel van een succesvolle marktwerking, en daarom zou de wet publicatie van individuele cijfers moeten toestaan. Natuurlijk zullen banken wijzen op de beperkingen van de rapportcijfers, maar dat argument moet niet teveel sympathie krijgen: de AFM stelt dat ze zich beperkt tot cijfers voor modules waarvoor “de methodiek voldoende is ontwikkeld”. Bovendien stimuleert openbaarheid de publicatie van toelichtingen en een discussie over de verbetering van de vergelijkmethodes.
Het is ook mogelijk dat een wetswijziging banken minder toeschietelijk maakt met het aanbieden van informatie, wat het maken van rapportcijfers kunnen bemoeilijken. Wellicht zou de AFM andere openbare informatiebronnen kunnen aanboren, zoals klantenonderzoek. Daarnaast kan de toezichthouder proberen banken tegen elkaar uit te spelen, want voor de banken die het goed doen is het juist voordelig mee te werken en hun prestaties voor het voetlicht te brengen.
De financiële toezichthouders kunnen ook leren van de ervaringen in de zorgsector, die duidelijk maken dat druk van de overheid onontbeerlijk is voor het creëren van transparantie. In 2006 spraken zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties af dat er een uniforme vergelijkingsmaatstaf voor ziekenhuizen moest komen. Ondertussen zijn er verschillende websites met vergelijkingsmateriaal, maar de informatie is nog moeilijk te gebruiken als basis voor directe vergelijkingen. De Orde van Medisch Specialisten laat weten nog steeds uit te kijken naar uitgebreidere scores. Ook de publicatie van sterftecijfers kwam pas tot stand na zware druk van het ministerie.
Vorige week schreef Duopolie dat de Nederlandse bankensector best wat concurrentie kan gebruiken. De publicatie van individuele beoordelingen kan daartoe een duidelijke aanzet zijn.