De tegenculturen van de jaren zestig en zeventig

Foto: Rich Luhr (cc)

RECENSIE - Wie zich zorgen maakt om de hedendaagse polarisatie in Nederland zou eens naar de jaren zestig van de vorige eeuw moeten kijken. Provo’s, hippies, linkse revolutionairen en feministen sloegen toen een groot gat met de bezadigde, conformistische naoorlogse cultuur van de meerderheid van de Nederlandse bevolking. Blij met de nieuwe welvaart, de televisie, de wasmachine en de auto werd ‘het klootjesvolk’ opgeschrikt door drugsgebruik, vrije seks en godslastering. Het ‘langharig werkschuw tuig’ werd in Amsterdam door mariniers van de Dam geveegd. De politie hakte op gezag van traditionele burgemeesters keer op keer keihard in op vreedzame demonstranten. Maar na verloop van tijd ruilden de autoriteiten het gewelddadig optreden in voor wat toen heette ‘repressieve tolerantie’. En veel aspecten van de tegencultuur werden in de jaren er na langzamerhand geaccepteerd en geintegreerd in de mainstream cultuur. Het is een fase, zeggen opvoeders over de puberteit. Het gaat om tijdelijk ongemak. Polarisatie is noodzakelijk in een democratie om vastgelopen patronen aan de kaak te stellen en om emancipatie van minderheidsgroepen in gang te zetten. Op voorwaarde dat de ‘destructieve kanten’ onschadelijk gemaakt worden, zeggen de behoedzamen.

Over de tegenculturen die in de jaren zestig en zeventig ophef veroorzaakten is al het nodige geschreven. Met De vlucht naar boven levert Jan J.B. Kuipers een lezenswaardige en relativerende beschrijving van een roerig tijdperk. De waarde van zijn boek zit hem niet zozeer in de sociologische analyse als wel in de gedetailleerde beschrijving van alles wat zich onder de noemer van de tegencultuur in die jaren aandiende. En dat was nogal wat. Enerzijds alles wat kan worden gezien als ontsnapping aan de toenmalige strakke normen en waarden in kunst, muziek, mode, vrijetijdsbesteding en genotmiddelen. Anderzijds de drang tot fundamentele maatschappijverandering, het verzet tegen politiek paternalisme, tegen de oorlog in Vietnam, tegen het slaafs volgen van de Verenigde Staten. De titel van Kuipers boek verwijst naar de verbinding tussen beide stromingen. ‘Het streven naar onmiddellijke bevrijding van knellende sociale verbanden en vereantwoordelijkheid, en van de banaliteit van het alledaagse, motiveerde zowel de escapisten, de ontsnappers en de drop-outs die bedwelming of bewustzijnsverruiming zochten, als de revolutionaire activisten – Cocagne en Utopia.’

Kuipers, die eerder een boek publiceerde over tegenculturen in de eerste helft van de vorige eeuw, schrijft deels uit eigen ervaring. Met af en toe een vleugje nostalgie. Dat hij zelf de tegencultuur in het jongerenwerk in het Zeeuwse Middelburg meemaakte heeft er denk ik ook toe geleid dat hij verder kijkt dan ‘het magische centrum’ Amsterdam en ons ook meeneemt naar het popfestival in het Kralingse bos in Rotterdam, het ‘Woodstock van de Veluwe’ in het Gelderse Eerbeek en open jongerencentra elders in het land met diverse activiteiten die getuigen van het alternatieve leven . De hoeveelheid details -namen, plaatsen, data- die Kuipers bij elkaar heeft gezocht over manifestaties van tegenculturen tussen 1955 en 1980 is indrukwekkend. Teleurstellend is daarom wel de betrekkelijk geringe aandacht die hij besteedt aan het feminisme, een tegencultuur die achteraf gezien misschien nog wel het meest blijvende effect heeft gehad.

Veel manifestaties van de tegencultuur hadden slechts een kort bestaan. Provo, Kabouterbeweging, ze werden al na een paar jaar weer opgeheven. Wat ‘underground’ heette veranderde in korte tijd in een ‘mainstream’ popcultuur. De commercie speelde met nieuwe mode en muziek al snel in op de culturele trends onder jongeren. De porno- en drugsindustrie bloeide op. In de Ik-cultuur, die door de hippies in de grondverf was gezet, verloor het collectief dat maatschappijverandering moest afdwingen al snel gewicht. Alles overziende won Cocagne het dik van Utopia dat afgescheept werd met een flets kabinet Den Uyl. De maatschappijverandering bleef in woorden steken. De neoliberalen hoefden niet lang te wachten om economie en maaatschappij grondig te resetten.

Kuipers citeert uit Anet Bleichs biografie van Joop den Uyl die meende dat zijn regering van midden jaren zeventig te laat was gekomen omdat de hervormingsdrang eind jaren zestig al tanende was. Kuipers: ‘Hij vergat gemakshalve dat óók in de jaren zestig de meerderheid van de Nederlanders wel de vrijheden van de nieuwe consumptiemaatschappij, maar niet die van haar als onkruid opgeschoten criticasters had beliefd.’

Het is wellicht een geruststelling voor degenen die zich zorgen maken over de polarisatie van hedendaags ‘onkruid’.

Jan J.B. Kuipers, De vlucht naar boven; tegenculturen in Nederland in de jaren zestig en zeventig. Walburgpers, 2023. Hardcover €29,99.

 

+3

Reacties (4)

#1 Joop

Relativeren.

De huidige polarisatie is een reactie op ’68. De stille meerderheid zoals Nixon het zei. Mensen zijn veel conservatiever als de hoger progressief opgeleide mensen denken, willen en wensen.

  • Volgende discussie
#1.1 Hans Custers - Reactie op #1

Volgens mij zit het wat ingewikkelder in elkaar. Want je hebt ook aardig wat boomers die aan de ene kant nu achter de meest bekrompen conservatieve types aanlopen, en die zich tegelijkertijd op de borst blijven slaan over hoe vooruitstrevend en ruimdenkend ze wel niet waren in hun jonge jaren. Mensen worden blijkbaar, vaak zonder het te beseffen, conservatiever naarmate ze ouder worden.

#1.2 Joop - Reactie op #1.1

Ja, gevestigde orde. Eigen huis, vaste baan, geen zin meer in veranderen. Want kost energie. En dat heb je meer als je jong bent.

Klopt trouwens dat de uitersten van links en rechts elkaar raken. Allebei niet eens met huidige maatschappij. Want ja, uit onderzoek blijkt dat mensen zeer tevreden zijn over eigen leven, maar ontevreden over wat ze om zich heen hebben. En politiek kan ik ze niet ongelijk geven.

#1.3 Frank789 - Reactie op #1.2

Vaste baan, vaste partner, vaste hypotheek, vaste kinderen.
Hoeveel energie je ook hebt, je hebt jezelf vastgelegd en laten vastleggen in een structuur waar jij niet meer de enige bent die belang heeft bij die structuur en niet meer als enige beslist.
Daar heb je geen last van als jongere.

Een (serieuze) andere richting kiezen heeft grote (financiële) gevolgen voor iedereen in de structuur.