Arabiste en Marokko-kenner Sietske de Boer las voor Sargasso de Mohammedbiografie van Marcel Hulspas
RECENSIE – Deze dikke pil van meer dan zeshonderd pagina’s puilt uit van vele gedetailleerde verhalen over het ontstaan van de islam en de profeet Mohammed. In een vlotte stijl beschrijft de auteur uitvoerig de periode die voorafging aan de geboorte en het leven van Mohammed, de stichter van de islam (gestorven 632 na Chr.)
Ik las over de gewelddadige strijd tussen het inmiddels christelijk geworden Byzantijnse rijk tegen het Perzische, en leerde dat er complete oorlogen gevoerd zijn over de kwestie of Jezus nu god, mens, dan wel beide tegelijk is geweest. Volgens auteur Marcel Hulspas kwam de islam niet zomaar uit de hemel neergedaald, in de vorm van openbaringen aan de profeet Mohammed, maar is het veel aannemelijker dat de bevolking van het Arabisch Schiereiland, klemgezet tussen de strijdende Byzantijnen en Perzen, vooral om geopolitieke redenen behoefte had aan een eigen, Arabischtalige godsdienst, met een profeet uit de eigen gelederen.
Dat is op zich geen nieuws, en het is ook geen nieuwe opvatting – diverse islamgeleerden gingen Hulspas voor in een kritische, historische benadering van het ontstaan van de islam en betekenis van Mohammed. Zoals de Franse islamoloog Maxime Rodinson, al in 1961, en in Nederland bijvoorbeeld de in mei van dit jaar overleden arabist Hans Jansen.
Maar in tegenstelling tot Hulspas bestudeerde Hans Jansen de bronnen waaruit hij putte in de oorspronkelijke taal, het Arabisch. Die beheerst Hulspas niet, hij heeft zich moeten behelpen met vertalingen van de koran en van het werk van de eerste en belangrijkste biograaf van Mohammed, Ibn Ishaq (gestorven in 767 na Chr.)
De auteur heeft samengewerkt met Wim Raven, en diens bijdrage moet substantieel geweest zijn. Raven krijgt echter maar een heel klein bedankje, dat ik bijna over het hoofd zag, en zonder dat vermeld wordt dat dr. Wim Raven een internationaal gerenommeerde arabist en islamkenner is, die de gezaghebbende, in het Arabische uitgegeven concordanties op de tradities voltooide. Daarnaast schreef Wim Raven onder meer een belangrijk Nederlandstalig boek over het leven, uitspraken en handelwijzen van de profeet: ‘Leidraad voor het leven. De tradities van de profeet Mohammed’.
Alhoewel het allemaal zeer interessante materie is wat mij betreft, dringt zich toch de vraag op, wat Hulspas’ boek toevoegt aan eerdere historische publicaties over het ontstaan van de islam, de begintijd van deze godsdienst en de rol en betekenis van de profeet. Temeer omdat een bibliografie ontbreekt, waardoor het werk als niet-wetenschappelijk is gediskwalificeerd. Dat betekent dat de lezer de uitvoerige ontledingen van de koransoera’s en handelwijzen van de profeet Mohammed, de mannen in zijn omgeving en niet te vergeten zijn vrouwen, voor zoete koek moet aannemen, of verwerpen.
Hulspas hoopt dat zowel moslims als niet-moslims zijn boek zullen lezen, want hij wil met deze publicatie graag een bijdrage leveren aan het debat over de islam in Nederland. Dat zou volgens hem ‘rustiger en genuanceerder’ gevoerd moeten worden, zegt hij in een interview. In het midden blijft wie vooral ‘rustiger en genuanceerder’ dit debat moet voeren. En wat draagt dit boek daaraan bij, dat de lezers ervan wil overtuigen dat de islam vooral een geschiedenis is, vol mythes, mooie en wonderlijke verhalen, maar ook van allerlei machtsstrijden en geopolitieke belangen? Kortom, dat de islam alles is behalve een intrinsiek geloof in God en Zijn Almacht en Zijn Profeet?
Want hier wringt de schoen. Hulspas is een agnostisch wetenschapper, hij wil dat zijn boek een bijdrage is in een discussie met gelovige moslims over de islam. Gelovigen ontlenen hun identiteit aan hun geloof, denken soms de waarheid in pacht te hebben, terwijl wetenschappers vooral kritische vragen willen stellen en argumenten zullen aandragen om dat geloof te ontkrachten. Dat is een gesprek tussen doven en blinden. En dan heb ik het nog niet over ordinaire schreeuwlelijkerds die er plezier in scheppen de islam te ‘bashen’.
Geloven is juist géén wetenschap, wil ik maar zeggen, geloven gaat over de spirituele en emotionele betekenis die God en zijn geschriften voor je hebben. In Nederland weten de meeste christenen toch ook wel dat veel verhalen in het Oude en Nieuwe Testament misschien niet letterlijk waar zijn – maar wat maakt het uit? De verhalen zijn een bron van inspiratie, en zo vergaat het de meeste moslims ook.
Natuurlijk, er zijn scherpslijpers die vinden dat de koran letterlijk genomen moet worden, maar voor de meeste gelovigen zijn de koran en de tradities een bron van inspiratie waaruit ze putten in allerlei levensvragen. Het gaat een gelovige meer om de beleving van zijn geloof in het dagelijks leven, dan om de wetenschappelijke kennis van zijn religie. Sterker nog, vaak wordt de religie ingezet in plaats van de wetenschap – des te minder antwoorden de wetenschap heeft te bieden inzake vragen over het ontstaan van de aarde en het leven, en levensvragen van de mens, des te groter zijn het geloof in God, zijn almacht en zijn bedoelingen.
Wetenschap en geloof staan dus nogal eens haaks op elkaar.
Uiteraard geloof je als wetenschapper helemaal niks, toch heb je de geloofsopvattingen van een gelovige maar te respecteren en dien je hem in zijn waarde te laten.
Marcel Hulspas: ‘Mohammed en het ontstaan van de islam’. 2015, Atheneum-Polak & Van Gennep, Amsterdam. ISBN 90 5460 010 1
Reacties (31)
@0 Hulspas is wetenschapsjournalist, en wil informeren, waardoor een geïnformeerde discussie mogelijk wordt, in plaats van islamofobe kretologie.
Wie Hulspas’ boek heeft gelezen kan moeilijk nog roepen dat Mohammed gewoon een verschrikkelijke tiran en pedofiele moordenaar was die een fascistische woestijnideologie heeft ontworpen om de wereld te veroveren.
Nou ja, dat kan wel, maar niet zonder te doen alsof je dat boek dus niet hebt gelezen.
Of gelovige moslims hun naïeve, geromantiseerde beeld van Mohammed bijstellen naar aanleiding van dit boek, weet ik ook zo net nog niet, maar mogelijk werkt het onbewust door: als je een levendige, meeslepende vertelling krijgt over hoe een historische persoonlijkheid een mens van zijn tijd is geweest, dan is het lastig je daarvan te ontdoen.
Een boekrecensie ontaardt in een (persoonlijke) beschrijving van geloofsbeleving en een oproep gelovigen met rust te laten?
Dit is geen recensie, dit is opinie.
“toch heb je de geloofsopvatting van een gelovige maar te respecteren”…. Hoezo? Toch op z’n best enkel en uitsluitend zolang dat respect van twee kanten komt, mag ik aannemen. Een gelovige die mij meent te kunnen vertellen dat mijn vrouw een hoer is, louter en alleen omdat zij niet “van zijn geloof” is, hoef ik uiteraard niet te respecteren. Dan begin ik langzamerhand toch wel “minder, minder, minder” te scanderen.
@2 Een recensie bevat een oordeel over een product (in dit geval een boek) en dat oordeel is gebaseerd op opinies.
Een recensie is dus altijd opinie (bijvoorbeeld over wat goede muziek mag heten, of wanneer de inhoud van een boek overtuigt); blijkbaar bevat deze recensie een bepaald soort opinie waarvan jij meent dat het niet in een recensie thuishoort.
Dat zul je dan echter toch echt iets nader moeten beargumenteren.
Ik heb me altijd afgevraagd waar ze de scheidslijn trekken in dat letterlijk en niet-letterlijk nemen van wat er in de Bijbel of Koran of waardanook staat (schepping niet letterlijk, wederopstanding wel letterlijk, etc.) en wat de criteria daarvoor zijn. Ik denk dat het belangrijkste criterium is: “Als het maar in mijn straatje past.”
Alleen de scherpslijpers? Wonderlijk dan dat recitatie zo hoog in aanzien staat: http://nl.wikipedia.org/wiki/Recitatie_(islam)
Want?
de TL;DR-versie: Leuk dat Marcel een boekje heeft geschreven maar ik wil toch vooral even mijn eigen standpunten over religie en wetenschap erdoor rammen.
Een stupide argument. In de joodse liturgie staat gezongen recitatie van de Tora hoog in aanzien, en dat betekent ook niet dat alle joden per definitie fundamentalisten zijn.
Liturgische praxis is één ding; hermeneutiek een ander ding.
Bezoek eens een paar niet-fundamentalistische moskeeën. Daar staat recitatie van de koran net zo hoog in het vaandel.
Dus.
@8:
Whataboutery…
De Tora en de Bijbel waren het niet het gespreksonderwerp, toch? Dat was namelijk de bewering dat de soep door moslims minder heet gegeten wordt dan zij middels Koran en Ahadith wordt opgediend. Daar valt dus echt wel het e.e.a. op af te dingen. Zoals daar zijn:
De Koran als direct dictaat van god, het letterlijk reciteren van de Koran door de gelovigen, het ontbreken van een kinderkoran, geneuzel over vertalingen en wat niet al…
http://nl.wikipedia.org/wiki/Koran
Dus…
@9 Zucht…
‘Whataboutery’ is de aandacht afleiden door over een andere misstand te beginnen.
Ik trek een analogie om te verhelderen waarom iets niet werkt zoals jij denkt dat het werkt.
Verder merk ik op dat je je kennis van de islam kennelijk hebt opgedaan aan de hand van de wikilinkjes waar je mee schermt, dus je kennis op dit vlak valt sowieso niet bijster serieus te nemen.
… zegt allemaal nog geen ene moer over de hermeneutiek waarmee moslims de koran op het heden toepassen.
Was dat wel zo, dan zouden al die 1,6 miljard moslims wel brandschattend de wereld overgaan, (seks)slaven houden, niet-moslimse landen veroveren en de sjaria invoeren.
Maar de meesten zijn gewoon brave burgers die geloven in natiestaten en het belang van een internationale rechtsorde.
Dus…
@4: Ik denk dat Amateur het aardig samenvat: “ik wil toch vooral even mijn eigen standpunten over religie en wetenschap erdoor rammen.”
Als iemand de opinie van Hulspas wil weerleggen in een opiniestuk, ga vooral je gang … maar dan in een opiniestuk en verberg je niet achter “recensie”.
Maar de opinie van Hulspas komt nauwelijks aan de orde.
Sietske de Boer tracht Hulspas zwart te maken door bv. te zeggen dat hij geen Arabisch spreekt.
Ja, maar waar heeft dat toe geleid in het boek?
Dan zegt ze dat Raven een aandeel in het boek heeft en niet voldoende geëerd wordt door Hulspas.
Ja, maar wat betekent dat voor de inhoud/kwaliteit van het boek?
Dan beweert ze dat “het werk als niet-wetenschappelijk is gediskwalificeerd.” Door wie en waarom? Ik lees bij de EO dat Hulspas een populair boek wilde schrijven. Dat betekent hooguit dat het boek is geKWALIFICEERD als niet-wetenschappelijk en niet geDISkwalificeerd.
Vervolgens komt ze met “Hulspas is een agnostisch wetenschapper”.
Ja en? Hij heeft het uitdrukkelijk niet voor de wetenschap geschreven.
Het enige doel lijkt te zijn dat Sietske die “wetenschap” extra moet benadrukken omdat dat de kern vormt van haar eigen betoog dat we zo nodig moeten lezen, namelijk dat wetenschap het geloof moet respecteren.
Ik ben niets wijzer geworden of Hulspas een correct en goed boek heeft geschreven in deze “recensie” Van Sietske de Boer.
Ik heb geen idee welke opinie Hulspas in zijn boek heeft verwerkt.
Ik weet nu alleen de opinie van Sietske de Boer.
En vanaf nu heb ik een opinie over Sietske de Boer.
@10:
Ach zo. Knap argument weer.
Jawel hoor. De bronnen bepalen namelijk de grenzen van het hermeneutisch discours.
Tsja. Als je het wilt verabsoluteren tot iets absurds, dan komt er vanzelf iets absurds uit.
Heerlijk. Recensent legt eerst wetenschappelijke criteria aan (Arabisch kunnen, lange bedankjes, literatuurlijst…) en zegt dan dat het boek wetenschappelijk gediskwalificeerd is.
Maar Hulspas is geen wetenschapper. Hij is journalist. De criteria zijn dus niet ter zake.
Typisch voorbeeld van “een arabist die alles beter wist”, en ondertussen niet begrijpt dat de wereld groter is dan de letterenfaculteit.
@12 Zou het? Hele delen van de Torah stellen zichzelf voor als directe openbaring van God aan Mozes.
Toch zijn de meeste Joden, ook gelovige joden, prima in staat dat te relativeren.
En andersom plegen boeddhisten in Myanmar genocide op moslims. De grenzen van het hermeneutisch discours van de Pali-canon zijn blijkbaar rekkelijker dan je op het eerste gezicht zou denken.
@14:
Wat denk je zelf, Prediker?
Dag. Ga alles lekker op één stinkende en dampende hoop gooien, zeg. Wat daar allemaal speelt (De Britse koloniale erfenis, gedoe met buurlanden, de aanwezigheid van pakistaanse moslim terreurgroepen, etc) wil je middels een oneliner hier even op tafel flikkeren als serieus te nemen argument? Bovendien met de assumptie dat het gepleegde geweld een religieuze grondslag zou hebben.
Nah.
@15 Volgens mij gaf ik hierboven toch echt een argument waarom dat niet perse waar hoeft te zijn.
Je slaat dat argument opzichtig over in je repliek, dus ik vermoed dat je er geen weerwoord op hebt.
@16:
Ah, daar is de vertrouwde Prediker weer. Af en toe eventjes stoppen, he, anders wordt je duizelig…
Kijk, je kunt de joden er wel aan hun pijpekrullen de discussie in trekken, maar het blijft onzin. Het joods geloof an sich speelt mondiaal geen rol van betekenis. En voor de ‘ontleding’ van de figuur Mohammed (het onderwerp van gesprek hier, weet u nog?) is het ook al niet echt relevant.
Maar goed. Zeg het maar: Beschouwen de joden hun Thora als het letterlijk gedicteerde en onveranderlijke woord van god?
Wordt van de gelovige jood recitatie gevraagd of wordt deze in ieder geval gestimuleerd te reciteren, bijvoorbeeld om te voorkomen dat er verschillen in de verzen ontstaan?
Geloven joden dat door het reciteren helende krachten vrijkomen?
Doen joden ook zo moeilijk over de status van hun heilige boeken in vertaling?
Nee hoor. Je repliek was gewoon uit hetzelfde hout gesneden als je praatje over Birma. Niet echt ter zake doend dus.
Maar misschien dat je nu iets heel interessants gaat zeggen over apostasie in het joods geloof.
@17 Volgens jouw eigen logica (#12) zou dat wel zo moeten zijn. Indien het niet zo is, faalt je eigen argumentatie.
Even recapituleren hoor:
Jij stelde in #6 dat uit het belang dat in de islam aan koranrecitatie wordt gehecht blijkt, dat alle moslims vinden dat de koran ‘letterlijk genomen moet worden’ (wat dat dan ook maar moge betekenen).
Vervolgens werp ik tegen dat dit liturgie is, en dat in de joodse liturgie de recitatie van de Torah net zo goed superbelangrijk is, en dat dit dus niet zoveel zegt over de hermeneutiek die men pleegt.
Vervolgens kom je met het argument op de proppen dat de bronnen de grenzen van het hermeneutisch discours bepalen (#12)
Daarop werp ik tegen dat de wet van Mozes volgens de bron zelf (de Torah) net zo goed direct door God zou zijn gedicteerd, maar dat veel Joden daar desondanks geen fundamentalistische conclusies uit trekken over de toepassing van die teksten.
Vervolgens verleg je de discussie van de brontekst die het hermeneutisch discours zou bepalen, naar hoe de aanhangers van het geloof hun brontekst beschouwen.
Maar volgens jou zou de bron de grenzen van het hermeneutisch discours bepalen (#12). Dus als de Torah de wetgeving voorstelt als direct door God aan Mozes gegeven, dan zou dat – volgens jouw logica – logisch noodzakelijk met zich mee moeten brengen dat joden hun Thora (of in ieder geval grote delen daarvan) zouden beschouwen als het letterlijk gedicteerde en onveranderlijke woord van god.
Indien dat niet het geval is, slaat dat de bodem onder je eigen argument vandaan.
You can’t have it both ways:
Je kunt niet wat betreft de islam argumenteren dat de koran de grenzen van het hermeneutisch discours bepaalt en dat moslims dus gedoemd zijn tot een fundamentalistische lezing daarvan; en dan bij joden beargumenteren dat die nou eenmaal lang niet allemaal de Torah fundamentalistisch lezen, en dat het derhalve bij hen kennelijk toch niet zo relevant is dat de brontekst klip en klaar stelt dat de wet direct door God aan Mozes is gegeven.
Heeft iemand nog wat linkjes naar behoorlijke recensies van Hulspas’ boek?
Het boek is “niet-wetenschappelijk gediskwalificeerd”. Huh? Is het dan dus wetenschappelijk gekwalificeerd? Of juist niet?
@18:
Je moet echt eens leren lezen, Prediker. Dat zou een willekeurige uitspraak van jou over hermeneutiek een stuk overtuigender maken.
Ik heb gezegd dat er het een en ander af te dingen was op de claim dat moslims hun heilige boeken net zo lezen als andere geloven dat doen met hun literatuur. Vervolgens noem ik een aantal zaken op die bij elkaar opgeteld duidelijk moeten maken dat de speelruimte in de islam nogal beperkt is.
Daar haak jij dan geestig op in door er één element uit te pikken en net te doen alsof op dat ene element mijn volledige opvatting rust. En gaat dat dan doortrekken naar het jodendom. En naar de boeddhisten en wat niet al.
Waarbij jij dus voor het gemak maar even vijf complete boeken terugbrengt tot een paar stenen tafelen met daarop de wetten van Mozes.
Zo raar, inderdaad.
Goed: We nemen aan dat we een schilderij hermeneutisch gaan benaderen. We observeren, we registreren, we denken na over wat we aan kennis al in huis hebben en doen een poging tot interpretatie van het werk. Mijn bewering, en het is bepaald geen wereldschokkende, is dat het kunstwerk uiteindelijk de grens bepaalt van de hermeneutische exercitie. Alles wat er over dat kunstwerk gezegd kan worden zit in dat werk zelf vervat. Of je nu mening X bent toegedaan dat het een broddelwerk is, of mening Y dat het het beste is wat je ooit zag: De reikwijdte van de diverse meningen wordt begrenst door het werk zelf.
Als dus van een boek gezegd wordt dat:
Het een volmaakt werk is +
het nauwkeurige leefregels bevat +
dat het het laatste boek is dat gegeven zal worden +
het perse in een bepaalde taal beschikbaar moet zijn +
de inhoud bij voorkeur uit het hoofd geleerd en voorgedragen wordt.
Dan zou zelfs voor jou inzichtelijk moeten worden dat daar een zekere starheid in besloten zit die de claim van Hulspas en jou op z´n zachtst gezegd onderuit haalt. Die punten bij elkaar opgeteld levert namelijk een vorm van neurolinguistisch programmeren op.
En als gezegd, voor de ´ontleding´ van Mohammed heb je die andere religies niet nodig.
@21 Je noemt vier elementen, waarvan ik de twee voornaamste zonder moeite terugvindt bij het jodendom:
Maar de islam (in feite een Arabische slechte kopie van het jodendom met wat jesuologie erbij) is natuurlijk volstrekt uniek in haar hermeneutiek… ja hoor.
Als je een beetje snuffelt in de boeken Exodus t/m Numeri, zie je keer op keer op keer dat Jahwe opgevoerd wordt als degene die tot Mozes, tot Aäron en tot de Hebreeuwse stammen spreekt als hij zijn wetten en verordeningen oplegt.
En in Deuteronomium vindt je Mozes opgevoerd, die keer op keer benadrukt dat hij al deze dingen leert in opdracht van Jahwe, en dat het volk Israël daar niets aan toe mag voegen of aan af mag doen.*
Het gaat dus om net iets meer dan alleen ‘een paar stenen tafelen’ met de tien geboden.
*(Grap is dat de rabbijnen met hun notie van de mondelinge Torah en eindeloze commentaren op commentaren precies dat doen – hoezo: de bron bepaalt de grenzen van het hermeneutisch discours?)
Dan doe je net alsof wat zich in de loop der eeuwen heeft ontwikkelt tot de soennitische orthodoxie logisch noodzakelijk volgt uit de koran en de hadith. Probleem daarbij is alleen dat je de koran en de hadith dan al hermeneutiseert vanuit de lens van diezelfde soennitisch orthodoxe traditie.
Die was door de abbasidische kalief al-Ma’mun en zijn opvolgers (813-833) echter bijna om zeep geholpen. Onder Al-Ma’mun werd een rationalistische theologie (het moetazilisme) officiële leer, en werden islamgeleerden die weigerden te onderschrijven dat de Koran geschapen was ipv eeuwig bestaand in het denken van God bloedig vervolgd.
De stichter van de rechtsschool der hanbalieten, Ahmad ibn Hanbal werd naar verluid door Ma’muns opvolger Abū Isḥāq Muḥammad ibn Hārūn al-Rashīd, beter bekend als ‘al-Muʿtaṣim bi’llāh’ gevangengezet en gegeseld totdat hij bewusteloos was omdat Ibn Hanbal weigerde te onderschrijven dat de koran slechts geschapen was.
Het had dus maar weinig gescheeld of het moetazilisme was officiële doctrine geworden, net zo goed als de christelijke keizers de tweenaturenleer en later de drie-eenheid er doorgeduwd hebben omdat ze eenheid in hun rijk wensten.
@22: Ga je het kopje recensie nog veranderen in opinie?
Je bent zo stil na @4 en @11…
@22:
Het wachten is dus op de blogpost “Mozes ontleed”…
Verder had die lijst van vier naar believen uitgebreid kunnen worden. Afvalligheid, ik noemde het al even, bijvoorbeeld…
Derde keer… Als ik echt geïnteresseerd was in deze whataboutit zou ik vragen of je ook bronnen hebt die de voltallige letterlijke tekst van die 5 boeken als het letterlijk en onveranderlijk dictaat gods beschouwen.
Nee dat doe ik niet.
Je observeert altijd met/vanuit een lens. Het is onmogelijk jezelf als observator los te koppelen van het geobserveerde.
@23 Nee.
Ik ben even met een inhoudelijke discussie bezig ipv met gezever over waarom onderbouwde kritiek op de insteek van een auteur niet thuishoort in een recensie.
@24 Hé, jij was degene die beweerde dat de bronnen van godsdiensten (de heilige boeken dus) bepalen wat de grenzen van het hermeneutisch discours zou zijn.
Ik neem gewoon de proef op de som om te zien of dat zo is. Als het zo is zou het namelijk ook moeten gelden voor het jodendom.
Welnu, als ik Exodus 20 e.v. lees, dan kom ik talloze malen tegen dat (1) JHWH zelf die geboden oplegt aan Mozes, Aäron en zelfs de gehele vergaderde stammengemeenschap, en (2) dat Mozes het volk voorhoudt dat hij geboden, bepalingen en voorschriften afkondigt die hij hen in opdracht van JHWH moet leren; dat men die nauwgezet moet houden, en dat men daar niets aan toe of af moet doen.
Volgens jouw eigen logica zou er dus geen Mishna of Talmoed kunnen zijn (want dat valt buiten de grenzen van de hermeneutiek die door de bron zelf bepaald wordt); en zouden religieuze joden al die teksten als het letterlijke woord van God moeten beschouwen.
Blader maar eens door de hoofdstukken van het boek Leviticus. Het is een en al “De HEER sprak tot Mozes:…” wat de klok slaat. En dan komen de geboden.
Hoe is dat anders dan de koran, waarin Allah zogenaamd sprekend wordt opgevoerd (en dan allerlei stichtelijke vermaningen, geboden, bepalingen en voorschriften volgen)?
Het reciteren van Koran-verzen bewijst natuurlijk helemaal niet dat die teksten letterlijk worden genomen. Er is nog steeds interpretatie en uitleg mogelijk. En het wil ook niet zeggen dat mensen die (eventuele) letterlijkheid ook in de praktijk tot uitvoer brengen.
@25: Je vroeg in @4 om nadere argumentatie.
Die heb ik gegeven en uitvoerig en ik sta overduidelijk niet alleen.
Dan moet je dat nu niet afdoen als gezever.
En mijn discussie gaat nog over dit artikel, jullie “inhoudelijke” discussie over de bijbel en koran heeft weinig met dit artikel over Hulspas’ boek te maken.
Prettig weekend.
@26:
Ik blijf het niet herhalen, Prediker.
Zoek anders even een sjoel waar mensen werkelijk geloven dat een zesde van de tijd dat de aarde oud is, een zekere Methusalem op deze wereld heeft rondgelopen. Of zoek de mensen eens op die werkelijk menen dat een vrouw een rib minder telt dan een man. Enzovoort.
@29 Dat is nou precies mijn punt, mijn waarde Stoethaspel.
Als heilige boeken werkelijk de grenzen bepalen van het hermeneutisch discours, dan zou de joodse traditie moeten benadrukken dat alle wetten in Exodus-Deuteronomium direct van God aan Mozes zijn overgeleverd, door Mozes zo zijn geleerd en dat men daar niet aan toe- of af mag doen.
Dat staat er namelijk gewoon keer op keer op keer zo in.
Kennelijk trekken de rabbijnen zich daar niet zoveel van aan. Die hebben er namelijk onbekommerd een mondelinge Torah bij verzonnen en middels commentaren op commentaren allerlei regeltjes nader gespecificeerd of juist buiten werking gesteld.
Ergo: de tekstuele oerbonnen van godsdiensten bepalen kennelijk niet de grenzen van het hermeneutisch discours. De traditie bepaalt de grenzen van het hermeneutisch discours. En tradities evolueren.
Ik heb het vage vermoeden dat ik de gastredacteur op de presentatie van Marcels boek heb gezien
https://sargasso.nl/grammatica/
Overigens is het wegvallen van de bibliografie in het boek een fout van de uitgever. In de tweede druk wordt het verbeterd en voor wie de eerste druk heeft, is er dit:
http://marcelhulspas.nl/post/123575077483/de-bronnen-voor-mohammed