ONDERZOEK - Burgers worden verondersteld eerst zelf te proberen hun problemen op te lossen en dan pas een beroep te doen op professionele hulp van het gemeentelijke wijkteam. Deze eigen-kracht-drempel is in sommige gemeenten wel erg hoog, schrijft Margo Trappenburg op Sociale Vraagstukken.
Jaren geleden deden mijn toenmalige collega’s en ik onderzoek naar huisartsen. Nederlandse huisartsen zijn goed op de hoogte van ‘het natuurlijk beloop’ van ziekten en aandoeningen. Heel veel kwalen en kwaaltjes – oorpijn, keelpijn, buikpijn, griep, spierpijn – gaan vanzelf over. Na een paar dagen of na een week. Pas als het herstel langer duurt is er reden tot zorg. Dat leggen Nederlandse huisartsen veelvuldig aan hun patiënten uit; zelfs zo vaak dat veel patiënten dit advies al ter harte nemen vóór ze naar de huisarts gaan. Eenmaal in de spreekkamer van de huisarts kunnen ze dan zeggen dat ze het al een paar dagen of een week hébben aangezien en dat het nu tijd is voor medische hulp. Patiënten weten dat ze die hulp vervolgens ook krijgen, hetzij van de huisarts zelf hetzij, na verwijzing, via het ziekenhuis. Het natuurlijk beloop advies is een drempel op de weg naar medische hulp, maar gelukkig geen heel hoge drempel.
Hoe zit het anno 2018 met de drempels in het sociaal domein?
Denk aan mensen die kampen met schulden, met een beginnende dementie, een drankverslaafde partner, een kind met gedragsproblemen, een problematische scheiding, rouw, verdriet, werkloosheid of een combinatie van deze problemen. Kunnen die mensen terecht bij sociaal werkers in wijkteams, moeten ze eerst een drempel over, krijgen ze uiteindelijk hulp en weten ze dat?
Hulpverleners geloven sterk in het eigen kracht ideaal
Onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek en de Universiteit van Amsterdam liepen mee met wijkteam medewerkers in zes verschillende gemeenten. Ze ontdekten dat deze hulpverleners in theorie sterk geloven in het eigen kracht ideaal. Cliënten moeten hun problemen vooral zelf oplossen, en als ze dat niet zelf kunnen moeten ze een beroep doen op hun sociale netwerk: hun ouders, kinderen, broers, zussen, vrienden, buren of (voormalige) collega’s. In de praktijk zijn er talloze redenen om van dat ideaal af te wijken, zo zagen de onderzoekers. Cliënten schamen zich en willen hun problemen niet delen met hun familie. Cliënten willen hun familie niet tot last zijn. De familie helpt wel maar is overbelast en kan niet nóg meer hulp bieden. Cliënt woont in een slechte buurt (drugs, criminaliteit) en moet juist worden geholpen om zijn netwerk te ontvluchten. In veel van die gevallen regelt het wijkteam betaalde hulp: hulpmiddelen, thuiszorg, gesprekken met een (schuld)hulpverlener, gespecialiseerde psychologische hulp.
De eigen-kracht-drempel in het sociaal domein zou zoiets kunnen zijn als de natuurlijk beloop drempel bij huisartsen. Eerst probeer je het zelf op te lossen, vervolgens bedenk je of je je dierbaren wilt lastigvallen met jouw problemen en als dat allebei geen soelaas biedt zoek je professionele hulp.
Bij huisartsen weten patiënten dat zij hulp krijgen, na de natuurlijk beloop drempel. Huisartsen bestaan al heel lang en dit is al heel lang hun standaard-aanpak. Maar wijkteams zijn nieuw. Burgers weten lang niet altijd hoe en wanneer ze daar terecht kunnen. Het is goed mogelijk dat een wanhopige, hulpzoekende burger over wijkteams vooral heeft mee gekregen dat die ‘je in je eigen kracht gaan zetten’ en dat dit ofwel betekent dat je het zelf maar moet uitzoeken ofwel dat ze met jan en alleman over jouw problemen gaan praten. Het is van groot belang dat burgers weten dat de eigen kracht drempel net zoiets is als de natuurlijk beloop drempel. Daarachter is hulp beschikbaar.
Steekproef aan de hand van gemeentelijke websites
Huiswerkopdracht voor wijkteam medewerkers: bekijk de website van je gemeente en zoek uit hoe deze hulpbehoevende burgers informeert over de WMO en het wijkteam. Is het voor wanhopige burgers die hun problemen zelf niet meer aankunnen duidelijk dat het wijkteam hen zou kunnen helpen? Ik bekeek vast twaalf gemeentelijke websites van middelgrote gemeenten, één per provincie.
In lieve gemeenten (gelukkig de meerderheid van mijn kleine steekproef) bedenkt het wijkteam, in samenwerking met de websiteontwerper, wat je wilt horen wanneer je als burger diep in de problemen zit. Daar zegt de website ‘Welkom op de website van de wijkteams in Almere. Het wijkteam is er voor u wanneer u vragen of problemen heeft waar u zelf niet uitkomt.’ Of: ‘De Toegang in Emmen gaat met u in gesprek als u een WMO-voorziening nodig denkt te hebben. Bijvoorbeeld hulp bij het schoonhouden van uw huis, woonbegeleiding, dagopvang of beschermd wonen. Vanaf 1 januari 2017 zijn er in Emmen zes toegangsteams verdeeld over zes gebieden. De Toegang is onafhankelijk. Er werken mensen die met u in gesprek gaan over uw hulpvraag.’ Of: ‘Heeft u snel hulp nodig bij problemen? Voor zorg en ondersteuning dichtbij huis kunt u terecht bij het Wijkteam. Voor uzelf, uw gezin om iemand anders. Het Wijkteam helpt bij vragen en zorgen over bijvoorbeeld uw gezin, de opvoeding van uw kinderen, echtscheiding, huiselijk geweld, psychische problemen, werkloosheid, geld, eenzaamheid of overlast. (…) De wijkteammedewerker begeleidt u en helpt u waar nodig op weg naar passende hulp.’ (Gemeente Amersfoort). Of: ‘Heeft u vragen op het gebied van opvoeden en opgroeien, werkloosheid, huiselijk geweld, psychische problemen, schulden, eenzaamheid of WMO. Dan kunt u terecht bij het Sociaal Buurtteam (SBT). In het Sociaal Buurtteam werken de wijkverpleegkundige, maatschappelijk werker Wmo- en jeugdconsulent samen. In elke buurt is hulp en ondersteuning dichtbij. Het Sociaal Buurtteam is onderdeel van Heerlen STAND-BY!’
Minder lieve gemeenten
In minder lieve gemeenten lezen wanhopige mensen op de site: dat het wijkteam informatie biedt ‘over de mogelijkheden van ondersteuning wanneer u die niet kunt krijgen van familie, buren of vrijwilligers. U kunt op afspraak bij ons terecht (…) We kijken samen met u naar wat u zelf kunt en hoe familie, bekenden of vrijwilligers u kunnen helpen.’ (Gemeente Almelo) In de gemeente Nijmegen lezen burgers: ‘Probeer eerst een oplossing te vinden in uw omgeving’; kloppen zij dan alsnog aan bij het wijkteam dan “bespreekt de medewerker van het wijkteam met u wat u zelf kunt doen en waarmee mensen in uw omgeving (familie, bekenden, buren of vrijwilligers) kunnen en willen helpen.’
Dat lijkt toch een beetje op patiënten die eerst het algemene huisarts-advies moeten opvolgen om het natuurlijk beloop van de ziekte af te wachten, zich vervolgens melden bij de dokter en dan opnieuw het advies krijgen om het nog maar een paar weken aan te zien.
Zo wordt de drempel naar hulp veel te hoog.
Dit artikel verscheen eerder op Sociale Vraagstukken.
Margo Trappenburg is bijzonder hoogleraar Grondslagen van het Maatschappelijk Werk (vanwege de Marie Kamphuis Stichting) aan de universiteit voor Humanistiek, en hoofddocent bij Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht).
Reacties (3)
Er zijn natuurlijk medische aandoeningen die je aan jezelf te danken hebt – COPD als je rookt, botbreuken als je skiet. En er is een discussie hoe solidair de gemeenschap met jou zou moeten zijn wanneer je risicovol gedrag vertoont. Die grenzen zijn niet absoluut en veranderen continu. Familie-bijeenkomsten in mijn jeugd, bijvoorbeeld, van mijn moeders zijde, voltrokken zich uitsluitend in van sigaretten-rook blauwstaande ruimtes – ondenkbaar nu. Ook zijn er soortgelijke discussies aan de randen van ‘risicovol’ gedrag mbt solidariteit (kinderbijslag en ouderschapsverlof worden allemaal uit de grote ruif betaald, terwijl kinderlozen uitsluitend bijdragen en niets ontvangen, maar aan de andere kant: een maatschappij zonder kinderen heeft geen toekomst. Weer aan de andere kant: hoe erg is dat?)
In het kort: het ‘solidariteits-pakket’ moet worden bepaald, door die in maatschappelijke discussies hardop uit te spreken. Anders krijgen we een corrupte gedoog-maatschappij van het soort dat we toch al te veel hebben.
Ik vind met name het gedrag omtrent schulden dat hierboven beschreven wordt, zich bevindt aan de rand van waar men echt heel hard solidair mee zou moeten zijn. Er is natuurlijk een soort ‘business case’: mensen met schulden kosten de maatschappij uiteindelijk veel geld, dus beter het kwaad vroeg uitwissen, maar toch. Die schulden zijn er niet voor niets. Vertrouwen in ‘eigen kracht’ bij het oplossen ervan, is volgens mij wel het minste wat je zou moeten doen.
@1:
Dat is wel weer wat kort door de bocht. Net zoals het kort door de bocht is iedere longkankerpatient te wijzen op zijn eigen gedrag (roken), terwijl niet vaststaat dat dat de oorzaak is (zie je eigen voorbeeld over roken tijdens een familiebijeenkomst. Zo kunnen schulden ook ontstaan door oorzaken waar de schuldenaar weinig aan kan doen. Stel je voor dat je net een nieuw interieur hebt aangeschaft omdat het oude versleten was. En dan raak je je baan kwijt door een reorganisatie. Dan kom je snel in de problemen.
In mijn geval kan ik zeggen dat een rekening die nooit bij mij aankwam uiteindelijk heel hoog opliep doordat er boete op boete werd gestapeld en er uiteindelijk een deurwaarder aan te pas kwam. Die kwam erachter dat de rekeningen aan het verkeerde adres gestuurd werden. Ondertussen was de rekening echter al hoog opgelopen en ondanks dat het die firma was die het adres verkeerd noteerde, wou men niet het originele rekeningbedrag, maar dat met boetes. Voor de volledigheid, ik heb die firma meerdere keren gebeld dat de rekening niet kwam, maar door de klantendienst werd mij verzekerd dat alles in orde was… Uiteindelijk hebben we het kunnen bijleggen.
Maar er zijn er vast die door hun eigen schuld in de schulden zijn gekomen. Maar als wij zo’n solidariteitspakket zouden krijgen, moeten we tegelijk ook aan preventive doen, zodat mensen niet gaan skieen… ik noem maar een zijweg die aansluit bij jouw voorbeeld.
@1: Je hebt een (vaste) baan en koopt een huis met een wat hoge, maar goed betaalbare hypotheek. Er steekt een recessie op, je verliest de baan en kan daardoor de hypotheeklasten niet meer opbrengen. Tegelijkertijd zakt de huizenmarkt ineen.
Gevolg: het huis moet worden verkocht, maar de marktwaarde is plotseling 40 duizend euro gedaald.
Veel succes met ‘je eigen kracht’.