Op de kleintjes letten.
Als iemand mij zou vragen hoe vaak Geert Wilders in de media komt, zou ik antwoorden: ?Te vaak?. Goed, ik ben geen fan van de man, maar voor iemand die volgens de peilingen tussen de één en zes zetels gaat krijgen, heeft Wilders niet te klagen over exposure. Misschien wordt mijn blik vertroebeld door een overgevoeligheid voor waterstofperoxide, maar ik heb het idee dat de Limburger veel vaker in het nieuws is dan Groen Links en de ChristenUnie, twee partijen die momenteel veel groter zijn dan de PvdV en in de peilingen ongeveer even groot.
Geert Wilders zelf vindt dat hij vaker met zijn kop op televisie zou moeten. De NOS is van plan om alleen de lijsttrekkers van de zes grootste partijen aan bod te laten komen, en dat vindt hij niet eerlijk. En verhip, hij heeft een punt.
De NOS, een publieke voorziening, heeft namelijk zeeën van zendtijd. En wat doet de omroep daarmee? Vijfentachtig journaals per week, twintig uur sport, en drie lullige debatjes.
Natuurlijk moet het aantal deelnemers aan zo?n debat beperkt blijven, en natuurlijk kies je dan voor de lijsttrekkers van de grootste partijen. Maar naast deze Champions League van de politiek kan natuurlijk best tijd worden ingeruimd voor een UEFA-cup, een Eerste Divisie en de zaterdagamateurs.