Kunst op Zondag | Pietà
De dood ligt gevoelig. Het blijft bijzonder en het wil maar niet wennen. Van het moment dat je weet dat iemand niet lang meer heeft te gaan, langs de dagen of uren dat iemand steeds verder wegvalt, tot de eerste uren na het overlijden waarbij iemand in starre levenloosheid verandert, het is allemaal geen stof voor een alledaags praatje.
Terwijl we het allemaal toch meerdere malen meemaken. Kunst wil soms helpen het onbesprokene bespreekbaar te maken. Maar bij sterven en dood helpt dat weinig. Zoals ik al zei: het wil maar niet wennen. Elk heengaan is anders, dus er valt weinig over te veralgemeniseren.
In beeldende kunst is het doodsbed een genre apart. Met een groot verschil tussen dode religieuze iconen en wereldlijke bekenden. Gewone stervelingen zijn weer een verhaal apart.
In tegenstelling tot wat een enkele sekte beweert: Jezus is dood. Hij is een wrede dood gestorven en in kruisbeelden kan men daar niet genoeg van krijgen. Het verdriet over zijn heengaan is uitgebeeld in de vele pietàs. Waarlijk een ding tussen kunst…
Het aangrijpende van de pietà zit hem natuurlijk in dat beeld van de gestorvene die als een dode dweil in de armen van een dierbare ligt. Een beeld van liefde en verdriet. Het is een sterk beeld dat ontkerstend even indrukwekkend blijft. Jan Fabres variatie op Michelangelo’s pietà leidde in 2011 nog tot ophef op de biënnale van Venetië. Maria kreeg een doodshoofd, in haar armen lag een zelfportret van Fabre, met zijn hersens in zijn hand.