De Nederlandse regering zet nu zelf de Europese begrotingsregels opzij
De coalitiepartijen hebben een compromis gesloten met premier Schoof over de Europese herbewapeningsplannen (ReArm, zie hier een uitleg over de plannen). Schoof hoeft in Europa zijn steun niet in te trekken, maar moet bij uitbreiding van de plannen wel eerst langs de Kamer. Dat compromis leidde er ook toe dat alle coalitiepartijen steun gaven aan de motie-Eerdmans, waarin de regering verzocht wordt “zich actief te verzetten tegen eurobonds en strikt toe te zien op de naleving van de Europese begrotingsregels”. Ik richt me hier op het tweede deel van de motie, over de begrotingsregels. Daarover had Pieter Omtzigt eerder ook al een motie ingediend. Onderdeel van ReArm is namelijk het activeren van de ontsnappingsclausule die in de begrotingsregels staat, zodat EU-lidstaten meer kunnen uitgeven aan defensie. Het verzet hiertegen van de coalitie is opmerkelijk, omdat zij zelf ook lak heeft aan die begrotingsregels.
Dat zit zo. In april 2024 zijn – na lange onderhandelingen – de nieuwe Europese begrotingsregels van kracht geworden. De begrotingsregels bestaan uit een preventieve en een correctieve fase. In de preventieve fase moeten de lidstaten in overleg met de Commissie een vierjarig begrotingspad maken (een plan voor de houdbaarheid van de nationale begroting). Het pad moet worden goedgekeurd door de Raad van de Europese Unie. Als een land in de jaren daarna te veel afwijkt van het afgesproken pad dan komt het in de correctieve fase terecht. In deze fase kan de Raad van Ministers boetes opleggen, tenminste als het land geen maatregelen neemt tegen een te hoog begrotingstekort, waarbij alles hoger dan 3% wordt gezien als ’te hoog’.