Verontrustende wetenschap
OPINIE - Even een korte geschiedenis. Vroeger draaide het in de wetenschap alleen maar om de citatie-index. Je artikel moest zo vaak mogelijk worden genoemd, in de beste bladen. Dat leidde tot allerlei wantoestanden zoals salami-tactiek (artikelen opknippen), afspraakjes (‘als jij… dan zal ik..’) en zo meer. Dat vonden we erg.
Daarna kwam de fase waarin de wetenschap niet alleen in de vakliteratuur maar ook in de gewone media moest scoren. De aanjagers hiervan waren overigens diezelfde vakbladen, in handen van commerciële uitgevers, die alleen ‘sexy’ onderwerpen wilden hebben en deze aan de pers opdrongen. Die ‘perverse prikkel’ leidde tot persconferenties en artikelen waarin de resultaten keihard werden rondgetoeterd, vóór collega’s de kans kregen om te reageren – of zelfs maar in te zien. En de media vonden het natuurlijk geweldig, want het werd allemaal heel spannend gebracht (we zijn aangeland in de tijd van de almachtige voorlichters) en spannend nieuws is in de wetenschap een schaars goed.
Met name het klimaatonderzoek was en is voor veel journalisten een bron van heerlijk alarmerend nieuws – ook al moeten ze daarvoor de gegevens wel masseren. Een mooi voorbeeld is een recente publicatie in de New York Times, over de effecten van het opwarmen van de Antarctische zeebodem met een graadje of meer. De onderzoekers wilden dat experimenteel testen en legden een soort elektrische dekens op de bodem. Afgezien van de vraag wat een dergelijke lokale deken nu eigenlijk zegt, zijn de resultaten (hoe hard groeit het leven onder die warme deken?) zeer wisselend. De een schoot vooruit, een ander gaf geen sjoege.