Lucas Reijnders

3 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Johan Wieland (cc)

Kernreactor niet nodig voor het maken van medische isotopen

ANALYSE - Het ministerie van Economische Zaken wil een nieuwe kernreactor neerzetten in Petten omdat daarmee medische isotopen gemaakt kunnen worden. Maar voor het vervaardigen van die isotopen is een kernreactor niet nodig.

In het Noord-Hollandse Petten is een kernreactor (de Hoge Flux Reactor) op weg naar z’n einde. Die weg wordt strompelend afgelegd. Het grondwater rond de Pettense kernreactor is door een tien jaar lang durende lekkage vervuild geraakt met radioactief tritium. Nederland kwam in december 2001 dichtbij een groot kernongeval toen tijdens een stroomuitval de noodkoeling van de kernreactor per ongeluk werd uitgeschakeld. En een grote hoeveelheid hoogradioactief afval van de Hoge Flux Reactor verpakt in lekkende vaten wacht in de Pettense duinen al vele jaren op opruiming.

De rechtvaardiging voor het voortstrompelen van de Hoge Flux Reactor is dat deze radioactieve stoffen maakt voor medisch gebruik: ‘medische isotopen’. Medische isotopen worden onder meer benut bij de behandeling van kanker en medische beeldtechnieken zoals positron emissie tomografie (PET) en SPECT (foton emissie tomografie).

In het licht van het naderende einde van de Hoge Flux Reactor is het Nederlandse ministerie van Economische Zaken gestart met een stichting die de weg moet vrijmaken voor een nieuwe kernreactor voor het maken van medische isotopen in Petten. Deze is PALLAS gedoopt en moet naar schatting 600 miljoen euro gaan kosten. De provincie Noord Holland heeft inmiddels 50 miljoen euro opzij gelegd voor PALLAS.

Foto: Terence Wright (cc)

Investeren in plaats van speculeren op grondstoffenmarkt

OPINIE - Financiële instellingen speculeren erop los op de grondstoffenmarkt. Het wordt tijd dat het kabinet zich gaat mengen in de internationale discussie het gespeculeer aan banden te leggen.

Eerder was er op Sargasso aandacht voor de activiteiten van Nederlandse pensioenfondsen op de markten voor voedsel(grondstoffen). Nederlandse pensioenfondsen zetten op deze markten hun geld vooral in voor de ‘derivatenhandel’, met name de handel in termijncontracten. ‘Onze’ pensioenfondsen zitten eveneens met drie maal zoveel geld op andere grondstoffenmarkten, zoals de markten voor fossiele brandstoffen, fosfaat en metalen. Ook die handel betreft vooral derivaten.

De handel in derivaten op niet-agrarische grondstoffen markten is overigens ook weer van belang voor de agrarische markten. De prijs van aardolie en van veel gebruikte agrarische grondstoffen voor biobrandstof raken in toenemende mate aan elkaar gekoppeld. Fosfaat gaat voor ongeveer 90 procent naar de agrarische sector. De prijzen van fossiele brandstoffen zijn belangrijk voor de prijzen van diverse inputs in de landbouw, zoals kunstmest en brandstof voor tractoren. En metalen als zink en koper zijn belangrijke toevoegstoffen in de agrarische productie.

Nederlandse pensioenfondsen zijn niet de enige financiële instellingen die zich op de grondstoffenmarkten hebben gestort. Waren financiële instellingen enkele decennia geleden goed voor 20-30 procent van het geld dat op de grondstoffenmarkten omging, nu is dat percentage opgelopen tot 70 á 80 procent. De belangrijkste motivatie daarvoor: er wordt heel leuk aan verdiend aan speculeren op de grondstoffenmarkten.

Foto: Argonne National Laboratory (cc)

Naar een circulaire economie

ANALYSE - De grondstoffenschaarste is niet beperkt tot olie en gas. Ook andere grondstoffen zoals lithium en fosfaat zijn eindig. Wanneer er geen vervanging van de grondstof (zoals olie door zonne-energie) mogelijk is, moeten we ons richten op hergebruik. Maar een circulaire economie is nog ver weg.

Een groot deel van de natuurlijke hulpbronnen die in de economie worden gebruikt is gevormd in trage geologische processen. Belangrijke voorbeelden daarvan zijn fossiele brandstoffen en ertsen.  Sommige van deze natuurlijke hulpbronnen zijn in zeer grote hoeveelheden aanwezig, zoals  ijzer- en aluminiumertsen. In andere gevallen zijn de winbare voorraden bescheiden.  Bijvoorbeeld: conventioneel aardgas is gevormd over een periode van ongeveer 400 miljoen jaar. Het jaarlijkse verbruik in de wereldeconomie komt overeen met de hoeveelheid die in ongeveer 3 miljoen jaar werd gevormd. Dit leidt ertoe dat de winning van aardgas vroeg of laat gaat dalen. Zo bereikte de winning van conventioneel aardgas in Nederland zijn piek in 2004. Sindsdien daalt de Nederlandse productie.

Dergelijke productiepieken zijn ook te zien bij andere natuurlijke hulpbronnen die zijn gevormd in trage geologische processen. De maximale productie van de zilvermijnen in Tirol lag bijvoorbeeld rond het jaar 1500. De piek van de kolenwinning in het Verenigd Koninkrijk was vroeg in de twintigste eeuw. De conventionele olieproductie in de Verenigde Staten bereikte zijn maximum in 1971.