Het relatieve gewicht van een cartoon
OPINIE - Waar het op de eerste plaats over moet gaan na de moord op Samuel Paty en de bedreiging van de Rotterdamse leraar. Praten over cartoons helpt niet tegen terreur.
De moord op de Franse leraar Samuel Paty heeft ook in Nederland opnieuw een debat over vrijheid van meningsuiting en islamitisch fundamentalisme op gang gebracht. Bij de herdenking van deze moord op Nederlandse scholen, vorige week, kwam het gevaar van het terrorisme ineens nog dichterbij toen een docent van het Emmauscollege in Rotterdam bedreigd werd vanwege een cartoon die in zijn klaslokaal hing. Hij is, gezien alle tumult die volgde op de sociale media, voor zijn eigen veiligheid ondergedoken.
In de Tweede Kamer is eensgezind en met afschuw gereageerd op het nieuws van de ondergedoken leraar, schrijft Het Parool. PvdA-voorman Lodewijk Asscher noemt het ‘verschrikkelijk en onacceptabel’. ‘Vrijheid is ononderhandelbaar. Hitsers moeten worden aangepakt. Voor islamistische extremisten die jongeren indoctrineren met haat is geen plaats’. Onderwijsminister Arie Slob twitterde: Verschrikkelijk dat een docent moet onderduiken na les over vrijheid van meningsuiting.
De bedreiging van de Rotterdamse leraar na de moord op zijn Franse collega is inderdaad een aanslag op de vrijheid van meningsuiting. Alle leraren die op enig moment in hun les over cartoons, vrijheid van meningsuiting en de islam komen te spreken zullen zich gedwongen voelen voorzichtig te zijn in de aanwezigheid van leerlingen die gevoelig zijn voor beledigende uitingen met betrekking tot hun geloof. Maar degenen die de Rotterdamse leraar in gevaar brengen bedreigen niet alleen zijn uitingsvrijheid maar op de allereerste plaats zijn persoonlijke veiligheid en vrijheid. De aanslagen op de journalisten van Charlie Hebdo en Samuel Paty zijn aanslagen op het leven van medemensen, schrijft Geert Corstens, de voormalige president van de Hoge Raad in een ingezonden brief in de NRC. ‘Het gaat allereerst om het recht op leven dat is geschonden.’