Incasseren
De zaterdagcolumn van Felix Rottenberg uit de papieren editie van het Parool verschijnt iedere zondag, maandag of dinsdag op Sargasso.
Op eerste kerstdag hoorde ik de stem van de majesteit uit de krakende radio van een ouderwetse Volvo. Er was, zoals elk jaar, hard gewerkt aan haar speech. Heel wat hooggeplaatste heren schrijven eraan mee, onder wie Herman Tjeenk Willink, de vicepresident van de Raad van State.
Maar Beatrix herziet de laatste versie hoogstpersoonlijk. Anders dan de troonrede is de kersttoespraak namelijk een persoonlijke boodschap van het staatshoofd. Eigenlijk is het een chique, gesproken column, met bespiegelingen over de toestand van de wereld. Dus liggen er onvermijdelijk politieke boodschappen in verborgen.
Om ophef te voorkomen, is alles gewikt en gewogen, alsof een extra vernislaagje over de tekst is gesproeid. En dan leiden de stem en de articulatie van de koningin de aandacht nog weer eens af van de gezwollen zinnen.
Maar toen Beatrix de lijfspreuk van Het Parool citeerde – Vrij, Onverveerd – was ik meteen bij de les: het vraagstuk van de vrije meningsuiting mocht op behandeling rekenen!
Dat roept nieuwsgierigheid op, want het is de laatste jaren een beladen kwestie. Schrijvers als Harry Mulisch, de filmer Eddy Terstall en cabaretier Hans Teeuwen hebben grote bezorgdheid geuit over de zelfcensuur, de angst die soms het vrije debat lijkt te verstikken.
Premier Jan Peter Balkenende heeft nooit op die ongerustheid gereageerd. Integendeel, in zijn half oktober gepubliceerde brievenbundel Aan de kiezer verwijt hij de culturele en intellectuele elite bijna nihilisme omdat zij zich afzijdig zou houden in het maatschappelijke debat.
Dat maakt de gekuiste interventie van de majesteit nog interessanter. Want in besloten bijeenkomsten op Paleis Noordeinde wordt geregeld van gedachten gewisseld over die bedreiging van het vrije debat. Kunstenaars en wetenschappers worden door de koningin letterlijk uitgehoord, ook in de marge van bijeenkomsten van het Prins Claus Fonds. Dat zijn geen vrijblijvende discussies en ze moeten haar ongetwijfeld bruikbare gedachten voor haar kersttoespraak hebben opgeleverd.
Een typische Beatrix-formulering, ‘elk woord moet bedacht zijn op een wederwoord’, vormde de opmaat tot een stevige uitspraak: “Een recht om te beledigen bestaat dan ook niet.” Elkaar ontzien, zegt de koningin, is niet laf, maar een teken van beschaving. Want wie anderen beschimpt, verliest zelf geloofwaardigheid.