Ter Horst wil afdrachtsregeling SP verbieden
Ter Horst wil afdrachtsregeling SP verbieden
Terechte wijziging van het systeem om misbruik te voorkomen of reactie van een PvdA-ster die zich bedreigd voelt door het succes van de SP?
Ter Horst wil afdrachtsregeling SP verbieden
Terechte wijziging van het systeem om misbruik te voorkomen of reactie van een PvdA-ster die zich bedreigd voelt door het succes van de SP?
Spannend nieuws vandaag: een onderzoeksteam van een Zweeds televisieprogramma heeft aangekondigd een vrijwel ongeschonden zeventiende-eeuws Nederlands scheepswrak te hebben gevonden op de bodem van de Oostzee. Spannend nieuws voor historici en mensen met interesse in geschiedenis.
Het roept echter ook meteen een interessante vraag op: van wie is dat schip eigenlijk? Een vraagstuk waar de laatste jaren internationaal behoorlijk over geruzied wordt.
Er zijn in principe drie mogelijke partijen: de vinders zelf, het land in wiens territoriale wateren het schip ligt, en het land waar het oorspronkelijk vandaan kwam. In het verleden waren het meestal de eerste twee die aan het langste eind trokken. Binnen territoriale wateren claimden landen scheepswrakken, in internationale wateren de vinders. Dit laatste heeft de afgelopen jaren geleid tot een soort wild-west-praktijken van commerciële schatzoekers in internationale wateren, tot ontzetting en woede van archeologen wereldwijd. Gevonden waardevolle objecten verdwíjnen immers in de collecties van privéverzamelaars en de locatie wordt vaak erg hardhandig verstoord.
Daar begint verandering in te komen. Met name Spanje begint serieuze stappen te nemen om zijn gezonken historisch erfgoed wereldwijd te beschermen. Terecht: de activiteiten van uitsluitend in geld geïnteresseerde bedrijven maken serieus historisch onderzoek onmogelijk. Bovendien, om Indiana Jones maar eens aan te halen: “It belongs in a museum”. Een actieve houding zoals Madrid die inneemt zou voor Nederland ook niet verkeerd zijn, hoewel ik in dit geval verwacht dat we er prima uitkomen met de Zweedse overheid.
In Finland lijkt een hoog opgelopen arbeidsconflict tussen de vakbonden en de overheid een bizarre wending te nemen. De Finse regering heeft aangekondigd een noodwet te gaan aannemen die verplegers die ontslag hebben genomen zou dwingen alsnog te werken. Of dit volgens internationaal en Europees recht kan valt nog te bezien.
Het conflict tussen de vakbonden van verplegers en de overheid gaat al enige jaren terug. Verplegers worden in Finland relatief slecht betaald: tegelijkertijd is er een tekort aan verplegers en zal dit tekort in de toekomst alleen maar groeien. Het lijkt wat dat betreft niet onredelijk dat de bonden een salarisverhoging eisen, hoewel hun eis van 24% verhoging misschien ietwat buitensporig lijkt.
In het verleden heeft de Finse overheid stakingen onder verplegers laten verbieden door de rechters door een beroep te doen op nationaal belang. Dat is niet ongebruikelijk. De verplegers werden echter dusdanig militant door gebrek aan beweging van de regering dat zij besloten uit protest massaal ontslag te nemen. Zo’n 13.000 (op een totaal van 40.000) verplegers hebben een ontslagbrief geschreven waarbij ze aangeven vanaf 19 november niet meer in dienst te zijn.
De Finse overheid speelt echter hoog spel en lijkt geen millimeter te willen toegeven. Met de huidige noodwet begeeft de Finse regering zich echter op bijzonder gevaarlijk terrein. Het recht om zelf te kiezen welk werk je doet lijkt mij een vrij fundamenteel mensenrecht. Ook vraag ik me ernstig af in hoeverre dit zich verhoudt met artikel 4.2 van het Europees Verdrag voor de Mensenrechten: “Niemand mag gedwongen worden dwangarbeid of verplichte arbeid te verrichten.”
Morgen gaat Denemarken naar de stembus. Twee onderwerpen die prominent aanwezig zijn in de verkiezingscampagne zijn ook relevant voor Nederland en de rest van Europa: het nieuwe Europese verdrag en het Deense immigratiebeleid.
Om met dat laatste te beginnen: het lijkt niet onwaarschijnlijk dat het zeer strenge Deense immigratiebeleid op de schop gaat. Op dit moment wordt Denemarken geregeerd door een coalitie van rechtse partijen met parlementaire steun van de anti-immigratie Deense Volkspartij. Zowel deze partij als de liberale partij van premier Rasmussen lijken volgens de peilingen echter te gaan verliezen. Waarschijnlijk heeft het rechtse blok na de verkiezingen geen meerderheid meer.
Aan de linkse kant van het politieke spectrum gaat het beter. De eens zo machtige Deense sociaaldemocraten krabbelen weer enigszins op na de politieke schrobbering die ze afgelopen jaren hebben gehad. Maar de grote winst ligt vooral bij de Socialistische Volkspartij (kort door de bocht een soort combinatie van GroenLinks en de SP: meer klassiek-linkssocialistisch dan de eerste, minder eurosceptisch dan de laatste). Die lijkt meer dan te gaan verdubbelen tot zo`n 13,3%. Ook met deze winst lijkt het linkse blok echter niet af te stevenen op een meerderheid.
Er lijkt dan ook een sleutelpositie weggelegd voor de Nieuwe Alliantie. Deze nieuwe politieke partij (waarvan de leden vooral uit de oude Sociaal Liberale partij afkomstig zijn) vertegenwoordigd een stroming die in Nederland bijna uitgestorven lijkt: klassieke liberalen (ze zijn voor forse belastingverlaging) die zich juist inzetten voor een humaan asielbeleid en meer ontwikkelingshulp. Hoewel in de peilingen vrij klein, lijkt deze partij, geleid door de bekende Deense gematigde moslim Naser Khader, in ieder geval het rechtse blok aan een meerderheid te kunnen helpen. Dat zou echter betekenen dat Rasmussen zou moeten regeren met steun van zowel een uitgesproken pro- als anti-immigratiepartij; een uitgesproken instabiele politieke situatie.