De onderbuikgevoelens rondom lettertypes
Een lettertype is niet iets om lichtzinnig over te doen.
De keuze van een lettertype is mede bepalend voor de uitstraling van een merk of product. Ontwerpers kunnen vaak erg lang zoeken naar het juiste lettertype. Schreef- of schreefloos, roman of cursief, light of bold, om nog maar niet te spreken over de verdere uiterlijke kenmerken die lettertypes van elkaar onderscheiden.
‘Whatever! Er zijn ergere dingen op de wereld om je druk over te maken!’ hoor ik je denken. En dat is absoluut waar. Maar als een dagblad verandert van lettertype omdat het beter past bij de (vernieuwde) identiteit ontvangt de redactie aardig wat negatieve correspondentie over de nieuwe ‘letter’. Of als een bedrijf als Ikea besluit niet langer de Futura te gebruiken maar voortaan alles in de Verdana te zetten krijgt dat veel aandacht in de media. Lettertypes zijn in dat geval een typisch voorbeeld van onderbuikgevoel. Volgens veel mensen is een lettertype pas goed ontworpen als het niet opvalt. Beatrice Warde beschreef dit in haar essays over typografie, The Crystal Goblet or Printing should be invisible.
Typografie is geen letterontwerpen
Voor ontwerpers en liefhebbers van lettertypes ligt het anders. Laat ik meteen een veel voorkomende fout rechtzetten. Letterontwerpen en typografie is niet hetzelfde. Letterontwerpen is het ontwikkelen van een lettertype, de specifieke verschijningsvorm alle letters, cijfers en leestekens van het alfabet. Typografie is – simpel gezegd – het vormgeven van tekst op een pagina. Daarbij speelt de keuze van het lettertype een belangrijke rol.