Bart Berman

15 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Laedere facile, mederi difficile

De student is een lui wezen, dat zo weinig mogelijk wil studeren en zo veel mogelijk wil boemelen en bieren tijdens kroegjolen. Zijn hospes en hospita noemt hij de ploerterij en werkende mensen bekt hij af. Hij heeft een lijfknecht die ’s ochtends zijn kater verpleegt en zijn ochtendhumeur verdraagt met neergeslagen ogen. Medestudenten noemt hij kerel en met hen gaat hij naar de hoeren, op bordeelsluipers. Het eenvoudige volk haat hem, maar bewondert hem tegelijk om zijn nonchalante hoogmoed en zijn rijke komaf en hoopt iets aan hem te verdienen.

Welnee. Studenten werken om hun paar honderd euro studiebeurs aan te vullen zodat ze in leven blijven, verder studeren ze zo hard ze kunnen, zijn aardig en hebben geen kapsones.

Maar blijkbaar hoopt het kabinet, dat het Nederlandse volk nog steeds denkt dat de student zo’n karikatuur van een ouderwetse uitvreter is als ik daarnet beschreef. In het rijtje bezuinigingen op het hoger onderwijs worden vooral de zogeheten langstudeerders aangepakt. Zij moeten een hoger collegegeld betalen en de universiteiten betalen voor iedere langstudeerder een boete. Wil een student de karige hoeveelheid kennis die hij in een studie heeft opgedaan aanvullen met een tweede studie, dan wordt hij ook daarvoor financieel gestraft. Het studeren wordt niet bepaald aangemoedigd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Abolitio nominis

Als schrijver van stukken en stukjes over de actualiteit van Latijnse uitdrukkingen bedank ik het Nederlands Republikeins Genootschap (NRG), want het bezorgt mij een aanleiding om het Latijnse begrip abolitio nominis te gebruiken.

Het NRG wil, dat de naam van wijlen prins Bernhard verwijderd wordt uit het straatbeeld. Iemand met de echte en vermeende fouten van Bernhard “verdient het niet” dat er straten naar hem worden genoemd.

Dit verwijderen van iemands naam is een ritueel van extreme vijandschap. Sinds oude tijden wordt het beoefend door machthebbers en rebellen die het gebruiken om zelf machthebber te worden.

De Romeinen, de sprekers van het Latijn, waren meesters in het uitwissen van namen. Zij “verdienen” dan ook, dat deze praktijk met een Latijnse term wordt aangeduid: abolitio nominis – afschaffing van iemands naam. Er zijn nog opschriften op Romeinse ruïnes die de sporen ervan dragen, dat er een naam is weggewerkt. Het is voor het NRG hopelijk niet ontmoedigend, dat het vaak goed bekend is wiens naam er op deze manier voor eeuwig aan de vergetelheid is prijsgegeven.

Later, toen Rome allang ten onder was gegaan maar het Latijn nog steeds de taal van de geleerden was, ging men deze naamsvernietiging damnatio memoriae noemen (letterlijk: veroordeling van de herinnering).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nam tua res agitur, paries cum proximus ardet

In het Noordhollands Dagblad stond enkele dagen geleden een bericht dat mij nu pas bereikt heeft, maar dat ik u niet wil onthouden. Het is, in meerdere betekenissen van dat woord, adembenemend.

Onder de kop “Zorg voor kwetsbare luchtwegpatiënten” worden er in dit bericht twee inwoners van Hoorn geïnterviewd, die gezondheidsproblemen hebben gehad door de rook van houtkachels in hun straat. Een van de twee moest ettelijke keren per dag overgeven. De ander kreeg een ademhalingsprobleem. De buren waren niet te vermurwen. Het ene slachtoffer van de misschien knusse, maar in elk geval giftige houtkacheltjes zag zich gedwongen haar huis te verlaten en bij haar ouders te gaan logeren, de ander moest in de badkamer gaan slapen omdat dit in huis nog de enige plek was waar hij kon ademen.

De burgemeester verloste hen uit hun ellende door de buren het stoken te verbieden. Hij kon dit doen omdat het bouwbesluit van de gemeente Hoorn een artikel 7.3.2 bevat, waarin bepaald wordt dat je met de rook die je produceert de omgeving geen hinder mag aandoen.

Nu, enige tijd later, wil de burgemeester deze bepaling schrappen zodat de stookverboden ongedaan kunnen worden gemaakt. Zijn argument is, blijkens een brief aan de raadsleden die ik op het internet vond, dat hij niet weet wat hij onder hinder moet verstaan.

Vorige