Laedere facile, mederi difficile
De student is een lui wezen, dat zo weinig mogelijk wil studeren en zo veel mogelijk wil boemelen en bieren tijdens kroegjolen. Zijn hospes en hospita noemt hij de ploerterij en werkende mensen bekt hij af. Hij heeft een lijfknecht die ’s ochtends zijn kater verpleegt en zijn ochtendhumeur verdraagt met neergeslagen ogen. Medestudenten noemt hij kerel en met hen gaat hij naar de hoeren, op bordeelsluipers. Het eenvoudige volk haat hem, maar bewondert hem tegelijk om zijn nonchalante hoogmoed en zijn rijke komaf en hoopt iets aan hem te verdienen.
Welnee. Studenten werken om hun paar honderd euro studiebeurs aan te vullen zodat ze in leven blijven, verder studeren ze zo hard ze kunnen, zijn aardig en hebben geen kapsones.
Maar blijkbaar hoopt het kabinet, dat het Nederlandse volk nog steeds denkt dat de student zo’n karikatuur van een ouderwetse uitvreter is als ik daarnet beschreef. In het rijtje bezuinigingen op het hoger onderwijs worden vooral de zogeheten langstudeerders aangepakt. Zij moeten een hoger collegegeld betalen en de universiteiten betalen voor iedere langstudeerder een boete. Wil een student de karige hoeveelheid kennis die hij in een studie heeft opgedaan aanvullen met een tweede studie, dan wordt hij ook daarvoor financieel gestraft. Het studeren wordt niet bepaald aangemoedigd.