Een centrumkabinet op hoofdlijnen: doe wat nodig is!
OPINIE - Wilders heeft het meest radicale kabinet uit de parlementaire geschiedenis laten vallen. Je kunt niet anders stellen dan dat dit een zegen voor ons land is. Hopelijk zijn we na de aanstaande Kamerverkiezingen definitief af van de (xenofobe) symboolpolitiek, het eindeloze geruzie, de profileringsdrang en het kortzichtige beleid dat enkel op electoraal gewin gericht is. Voor zo’n centrumkabinet staat niet iedereen te springen. Vooral VVD’ers – onder aanvoering van Dilan Yesilgöz – lijken het nauwelijks te kunnen verkroppen dat GL-PvdA een potentiële regeringspartner wordt. Ik vind dat hoogst opmerkelijk, schrijft Bram van Gendt.
GL-PvdA deelt grotendeels de probleemanalyse van de VVD als het gaat om maatschappelijke kwesties, in tegenstelling tot haar voormalige coalitiepartners. Wat resteert is vervolgens de ‘hoe’-vraag: hoe wordt deze problematiek opgelost? De beantwoording daarvan is grotendeels ideologisch bepaald en dat is prima; dat hoort bij een gezonde parlementaire democratie. Hoe anders was dat bij partijen zoals PVV en BBB. Zij ontkennen (deels) bepaalde evidente maatschappelijke problemen en stellen beleidsmaatregelen voor die buiten de rechtsstatelijke kaders vallen. Ik begrijp werkelijk niet wat er mis is – kijkend vanuit het VVD-perspectief – met het vormen van een regulier centrumkabinet mét dat verfoeide GL-PvdA. Immers, tijdens de kabinetten-Paars en Rutte II was dergelijke regeringsvorming de normaalste zaak van de wereld. Het is simpelweg geheel in de traditie van de parlementaire democratie dat centrumlinks en centrumrechts tot vruchtbare politiek-bestuurlijke samenwerking komen.