Asielzoekerskinderen verhuisden in 2012 gemiddeld bijna twee keer

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022
Dossier:

DATA - Defence for Children en UNICEF vroegen vorige week opnieuw aandacht voor de frequentie waarmee asielzoekerskinderen moeten verhuizen. Ze gaven een gemiddelde van één verhuizing per jaar per kind. Uit cijfers in bezit van Sargasso blijkt dat het in 2012 om bijna twee verhuizingen per kind ging.

Ontheemd‘ (pdf), heette het rapport van de werkgroep ‘Kind in AZC’ dat in januari 2013 gepresenteerd werd. De media stonden vol met nieuwsberichten dat kinderen in de asielopvang gemiddeld een keer per jaar moeten verhuizen, doorgaans vergezeld van foto’s van zielige kindertjes. Vorige week was het weer raak. Defence for Chilren en Unicef presenteerden afgelopen dinsdag het Jaarbericht Kinderrechten (pdf). Opnieuw verschenen er koppen als ‘Kinderen asielzoekers verhuizen te vaak‘, zonder exact weer te geven hoe vaak die kinderen dan verhuizen.

Het COA houdt sinds 2012 bij hoe vaak kinderen in asielopvang verhuizen. Sargasso heeft die cijfers middels een Wob-verzoek opgevraagd. De totalen zijn in onderstaande grafiek te zien. Deze grafiek geeft overigens geen nieuwe informatie: Teeven noemde de aantallen in februari van dit jaar al in een brief aan de Tweede Kamer.

Kop in het zand

Defence for Children en de andere belangenorganisaties hameren er steeds op dat kinderen van asielzoekers gemiddeld één keer per jaar moeten verhuizen (in tegenstelling tot ‘normale’ kinderen, die verhuizen gemiddeld eens per tien jaar). Daarbij baseren de organisaties zich op eigen onderzoek. Met de cijfers van het COA die Sargasso heeft gekregen, kunnen we nagaan of dat gemiddelde van één keer per jaar klopt.

Onderstaande grafiek laat zien hoe vaak kinderen in asielopvang precies hebben moeten verhuizen.

Een belangrijke kanttekening is dat alle asielzoekers aan het begin van hun procedure al twee keer moeten verhuizen: een keer van de Centrale Opvanglocatie (COL) in Ter Apel naar de Procesopvanglocatie (POL) waar ze hun algemene procedure doorlopen. Na die algemene procedure verhuizen ze doorgaans naar een asielzoekerscentrum (AZC). Die eerste twee verhuizingen ‘zijn onderdeel van de procedure en worden daarom niet afzonderlijk geregistreerd,’ aldus Teeven in eerdergenoemde Kamerbrief. De werkgroep ‘Kind in AZC’ telt die verhuizingen wél mee om tot het gemiddelde van één verhuizing per kind per jaar te komen.

Ook Sargasso rekent die twee verhuizingen aan het begin van de procedure mee. Ze mogen dan bij de procedure horen, de kinderen moeten wel in relatieve korte tijd wennen aan een nieuwe omgeving. Doen alsof die verhuizing niet bijdraagt aan hechtings- of andere problematiek bij vaak toch al getraumatiseerde kinderen is de kop in het zand steken.

Kinderen verhuizen vaker dan belangenorganisaties beweren

Om dat gemiddelde van de werkgroep te controleren, voeren we de volgende berekening uit. We weten het aantal verhuisbewegingen van kinderen in asielopvang van het COA: 3794 (zie eerste grafiek). Daarbij tellen we 2 x 2195 bewegingen op: dat zijn de twee verhuizingen die de nieuwe instroom in 2012  (zie tweede grafiek) verplicht maakt. Het COA telt die niet mee, de belangenorganisaties wel. In totaal zijn er in 2012 dus 8185 verhuisbewegingen gemaakt door kinderen van asielzoekers.

Het aantal kinderen dat in 2012 in de asielopvang zat is iets lastiger te bepalen. Er stromen door het jaar heen natuurlijk ook weer kinderen uit. In de cijfers van het COA die Sargasso in bezit heeft, staat hoeveel kinderen er per maand in opvang zaten. Dat levert een gemiddelde van 4369 kinderen in asielopvang in 2012 op. Dan is het makkelijk uit te rekenen dat kinderen van asielzoekers in 2012 gemiddeld 1.87 keer verhuisden. Meer nog dan de belangenorganisaties zelf schatten, dus.

Aangezien we alleen betrouwbare COA-gegevens uit 2012 hebben, kunnen we niet zomaar zeggen dat kinderen van asielzoekers per jaar gemiddeld 1,87 keer verhuizen, maar dat ze in 2012 gemiddeld zo vaak verhuisden.

Het is overigens geen wonder dat Teeven en het COA de twee verplichte verhuizingen aan het begin van de procedure niet meetellen. In dat geval was het gemiddeld aantal verhuizingen per kind in 2012 ‘slechts’ 0.87 keer geweest.

Eigen verzoek

Uit de COA-cijfers blijkt dat de meeste verhuizingen gebeuren op eigen verzoek van de ouders. Dat komt ten eerste omdat het COA de twee verplichte verhuizingen aan het begin van de procedure niet meetelt. Die zorgen voor het merendeel van de verhuisbewegingen voor kinderen. Daarna volgt inderdaad het eigen verzoek van de ouders. Het COA zegt: ‘de vier meest voorkomende eigen verzoeken zijn de vraag dichter bij familie geplaatst te worden, gevolgd door dichter bij bekenden, plaatsing in relatie tot medische voorzieningen en plaatsing in relatie tot de locatie van onderwijsvoorzieningen.’ De staatssecretaris gaf in een brief aan de Kamer aan dat het COA zich bij dat soort verzoeken ‘redelijk’ opstelt: als een gezin wil verhuizen en er is ruimte in het gewenste centrum, zal het COA dat doorgaans goedkeuren.

Volgens het COA wordt een verzoek tot overplaatsing doorgaans mondeling gedaan, en daarom wordt het niet verder geregistreerd of gearchiveerd. Maar volgens een woordvoerder wordt  ‘in de toekomst’ het -op verzoek van Teeven- nauwkeuriger bijgehouden.

Gevolg asielprocedure

In 2012 zijn er 1276 kinderen verhuisd naar een Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) of Gezinslocatie (GL). Dat zijn de centra waar uitgeprocedeerde asielzoekers heen gaan en waar ze zich voorbereiden op hun vertrek uit Nederland. Als de uitgeprocedeerde asielzoeker na 28 dagen niet vertrokken is, wordt hij in principe op straat gezet.

In 2011 oordeelde de Raad van State dat plaatsing van minderjarigen in de VBL’s (die in de volksmond meestal uitzetcentra genoemd worden) tegen de rechten van het kind was. Daarom kwam toenmalig minister Gerd Leers met de gezinslocatie op de proppen. Sobere opvanglocaties verspreid over het land, waar de (bijna) uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen worden voorbereid op terugkeer naar herkomstland. Maar de gezinnen mogen blijven tot het jongste kind achttien wordt.

Het ligt voor de hand dat alle 1276 verhuizingen als gevolg van de asielprocedure in 2012 naar gezinslocaties waren, maar ook daarin kan het COA geen specifiek inzicht geven.

Reacties zijn uitgeschakeld