Dit is en gastbijdrage van Groenlinks europarlementariër Bas Eickhout.
We zijn een jaar verder sinds Griekenland, als eerste euroland ooit, haar staatsschuld niet meer zelfstandig tegen redelijke tarieven kon financieren. Dat bleek niet alleen een probleem voor Griekenland, maar net zo goed voor Duitsland en Nederland. Het Europees Parlement stemde gisteren in met voorstellen die de crisis van de euro in de toekomst moeten voorkomen. Een belangrijke stap in de geschiedenis van de Europese economische en monetaire samenwerking.
Het Stabiliteits- en groeipact dat in 1997 in elkaar was gesleuteld voor de invoering van de euro, is volstrekt onvoldoende gebleken om landen aan hun afspraken te houden, waardoor de stabiliteit van de euro gevaar loopt. Toen het begrotingstekort van de grote landen Duitsland en Frankrijk boven de 3% uitkwam, knepen de landen elkaar een oogje toe uit angst zelf in het beklaagdenbankje terecht te komen. Met de hervormingen die gisteren werden omarmd door het Europees Parlement, zal deze praktijk voorbij zijn omdat de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van Europa, voortaan sancties uitdeelt bij overtreding. En die kunnen alleen worden tegengehouden als een meerderheid van de lidstaten dit vraagt. Een oogje dichtknijpen is er dus niet meer bij.
Effectievere sancties dus. Prima, maar is dat voldoende garantie dat landen hun schulden voortaan beheersen? Absoluut niet. Het stellen van een harde begrotingsgrens zorgt nog niet voor een concurrerende, vitale economie die op eigen benen kan staan. Dat realiseren ook de beleidsmakers en politici in Brussel zich. Naast een effectiever stabiliteitspact ligt er nu ook een blauwdruk voor Europese controle op houdbaar economisch beleid van de lidstaten. Als de productiviteit van een land te ver achter blijft, als hun omgang met natuurlijke hulpbronnen onvoldoende efficiënt is, of als de privéschulden uit de hand lopen, zullen landen hun beleid moeten corrigeren. Gebrek aan maatregelen leiden ook hier tot sancties.
Hiermee wordt een fout uit het verleden gedeeltelijk hersteld. De Europese monetaire unie krijgt een nieuwe economische poot waardoor de stabiliteit beter gegarandeerd kan worden. Maar hiermee is de kous nog niet af. Het pakket voor economisch toezicht garandeert dat landen niet te veel uitgeven, maar minder duidelijk is hoe ze aan voldoende inkomsten komen om te kunnen investeren in duurzame en sociale groei zodat hun economie de toetsen uit Brussel zal doorstaan.
Om dat probleem ook te tackelen is meer lef nodig. De EU zal niet populairder worden als ze slechts met de boodschap komt dat landen moeten bezuinigen. Europa is net zo hard nodig om te voorkomen dat landen in het rood komen te staan omdat ze banken moeten redden of omdat ze met te lage belastingen heffen om te kunnen concurreren met buurlanden. Strenge regels en belastingen voor banken en de financiële markten, minimumtarieven voor vennootschapsbelasting, Europese financieringsinstrumenten zijn de volgende stappen die aan Griekse toestanden pas een definitief einde zullen maken. Is dat meer Europa? Ja. Voor een duurzame en sociale groei is meer Europa hard nodig.
Nu nog het lef van nationale regeringen om dat hele verhaal te vertellen.