ACHTERGROND - Vandaag de laatste van drie blogs over relieken (één, twee) en wel over relieken in de Oosters-Orthodoxe Kerk, de verzameling oosterse kerken onder leiding van Oecumenisch Patriarch Bartholomeus I van Constantinopel.
In West-Europa is de betekenis van relieken voor de gelovigen flink afgenomen. In de Oosters-Orthodoxe Kerk ligt dat anders. Een chaos zoals die in het westen ontstond en waarbij namaak, fraude en opportunisme een rol speelden, heeft het oosten niet gekend. Niet dat het allemaal koek en ei was, maar met criminaliteit als in het westen werd de kerk van Constantinopel niet geconfronteerd. Bovendien bleef het oorspronkelijke doel van de reliekenverering hier het best bewaard: deel krijgen aan het heilige. De echtheid van relieken speelt daarbij een ondergeschikte rol. Het kerkvolk kent zijn eigen waarheid.
Relieken in de oosterse kerken
De meest vereerde oosterse relieken zijn de stukken van het Heilig Kruis. Het grootste stuk bevindt zich in het Xiropotamou-klooster op Athos. De ‘gordel van Maria’ (zoni) die zij bij haar Tenhemelopneming volgens de legende aan de apostel Thomas geschonken zou hebben, is een goede tweede. Van deze gordel zijn meerdere exemplaren bekend. De O.L.V. Basiliek in Maastricht bezit er eentje, maar ook het Vatopedi-klooster op Athos. Deze laatste is gemaakt van kameelhaar en van edelstenen voorzien door keizerin Zoë (978–1050). Op de derde plaats staan botten en kledingresten van heiligen.
Omdat niet iedereen een bedevaart kon maken naar de plek waar men relieken kon vereren, werden met name in de vijfde en zesde eeuw kopieën gemaakt en geëxporteerd. Het ging hier niet per definitie om fraude. De kopieën werden in aanraking gebracht met het origineel en men geloofde dat de kracht van het oorspronkelijke reliek over ging op de kopie. Ook water, dat in contact was geweest met een origineel reliek, werd als sacraal beschouwd.
Ooit heeft een zigeunerin mij op de markt van Larissa geprobeerd een nep-icoon van Agios Dimitrios aan te smeren met het argument dat dit een kopie was van de icoon die in de Agios Dimitrios-kerk van Thessaloniki hing en dat het daardoor een werkende meerwaarde had. Het eerste was correct, het tweede kan zij best zelf geloofd hebben.
Verering
De verering van relieken neemt in de Oosters-Orthodoxe Kerk een significante plaats in, veel meer dan in de kerk van Rome. Relieken worden soms dagelijks ter verering ‘uitgestald’ waarbij ze niet zelden aangeraakt of zelfs gekust kunnen worden. De oosterse kerk maakt een expliciet onderscheid tussen verering (dulia) en aanbidding (latria), hetgeen alleen de Drieëenheid toekomt en verwijst daarbij naar de Bijbel (bijvoorbeeld 2 Koningen 13.20-21). Net als bij de verering van iconen is het verschil bij de eenvoudige gelovige niet altijd even duidelijk merkbaar.
Net als bij de kerk van Rome bevat ook het altaar van een oosterse kerk relieken. Bij de consecratie van de kerk worden deze op een schotel gelegd en in processie naar de nieuwe kerk gedragen. Hier trekt men drie maal om de kerk heen waarna de relieken in het altaar worden geplaatst. Relieken worden ook ingenaaid in de antimensíon, een voorwerp dat een priester ontvangt als bewijs van de aan hem krachtens zijn wijding toebedeelde faculteiten zoals het mogen vieren van de eucharistie. Tijdens de liturgie wordt de antimensíon, zijnde een rechthoekige doek, op het altaar uitgevouwen. Zonder de antimensíon kan er geen eucharistie gevierd worden.
Relieken op de berg Athos
De Heilige Berg Athos is het autonome centrum van het Oosters-Orthodoxe monnikendom met twintig hoofdkloosters, twaalf skiti (dependances) en talrijke kelli, huizen-met-kapel waar een tot enkele monniken wonen. In de berg zelf zijn grotwoningen met asceten die weinig anders doen dan bidden en werken.
Op Athos vindt men relieken in alle soorten en maten. De meeste zijn dubieus wat echtheid betreft zoals de rechterhand van Johannes de Doper (Dionysios-klooster), een onderbeen van de heilige Panteleimonon in het Vatopedi-klooster, dat ook de rechter arm van de apostel Andreas bezit alsmede stukken van het skelet van kerkvader Chrysostomos, en nog andere zoals de reeds genoemde gordel van Maria.
Sommige relieken zijn feitelijk boven twijfel verheven, zoals het lichaam van Athanasius de Athoniet, de stichter van het Megistis Lavras-klooster en aldaar overleden en begraven in 1003. Er is geen reden aan te nemen dat er iemand anders in het nog steeds bestaande graf ligt. Lichamen van min of meer recent overleden heiligen zoals Agios Nektarios van Aegina (overleden 1920, heilig verklaard 1961) en Agios Païsios van Athos (overleden 1994, heilig verklaard 2015) zijn als reliek altijd onomstreden vanwege hun zeer recente en gecontroleerde graflegging. Het opdelen van heiligen is niet meer toegestaan.
Eén van de meest dubieuze maar vaak vereerde relieken op Athos is de voet van Agia Anna, de moeder van Maria, die berust in de gelijknamige skite op de helling van de Athosberg. Anna is op zich al een apocrief persoon. Uiteraard zal Maria, de moeder van Jezus van Nazareth, een moeder gehad hebben, maar of dit dezelfde is als diegene die beschreven wordt in o.a. het apocriefe proto-evangelie van Jakobus (ca 150) is maar zeer de vraag. Pas rond het jaar 550 verschijnt Anna in de Byzantijnse kerk als keizer Justinianus in Constantinopel een kerk ter ere van haar laat bouwen. Haar veronderstelde relieken werden volgens de legende in 710 vanuit het Heilige Land naar Constantinopel gebracht. Dankzij de Kruisvaarders die tijdens de Vierde Kruistocht (1202-1204) Constantinopel plunderden werd het brave mens opgedeeld en verspreid over grote delen van Europa. In Griekenland berust behalve op Athos ook in het stadje Katerini een reliek van haar. Het voor ons dichtstbijzijnde reliek van Anna ligt in de kathedraal van Gent.
De skite van Agia Anna wordt behalve door pelgrims ook als een soort basiskamp gebruikt door alpinisten die de Athosberg (2033 m.) op willen. In beide hoedanigheden heb ik zelf de plaats diverse malen bezocht en heb na de vespers in de kloosterkerk de verering van het reliek, dat in een kostbare schrijn gevat is en geplaatst onder een wonderdadige icoon van Agia Anna, meegemaakt.
Wat elke keer opviel was de eerbied waarmee het reliek werd vereerd en aangeraakt. Twijfel aan de echtheid ervan zou beschamend geweest zijn en volstrekt niet ter zake. Een verhelderend verslag van een pelgrimage uit 2007 naar het reliek van Agia Anna op Athos is hier te vinden.