Van 27 januari t/m 1 februari vindt in Belem (Brazilië) de negende editie van het Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats. Honderden maatschappelijke organisaties, bewegingen en NGO’s zullen via workshops en debatten hun analyse geven over de mondiale krediet-, voedsel-, energie- en klimaatcrisis en tegelijkertijd pragmatische oplossingen aanreiken om de problemen tot een halt te roepen. In samenwerking met Noticias en OnzeWereld bericht Sargasso de komende dagen over het WSF. Hieronder volgt de laatste bijdrage van John Verhoeven, hoofdredacteur van OnzeWereld.
Antoine Bonsorte maakt al twintig jaar foto’s in de Amazone, hij is volgens zijn kaartje ‘arts ambassador’ voor Amazon Watch, wat betekent dat hij mediaprojecten doet die de aandacht vestigen op het milieu en de inheemse bewoners. Hij ziet er uit als de man die je bij zoiets voorstelt: tanig, gebruind, rustig, kort grijzend haar. Hij draagt zijn camera en statief zo ontspannen en vanzelfsprekend als een schooljongen zijn boekentas.
“De tijd van de indianen is gekomen”, zegt hij beslist. Decennia, eeuwenlang, stonden de bewoners alleen in hun zaak, niemand kende hen, niemand wist waar ze woonden, wat ze willen en wat hen bedreigt. Dat is allemaal veranderd door internet, zegt hij. De wereld heeft zich over hen ontfermd, het zal nooit meer zijn zoals in het verleden, toen ze het moesten ze het opnemen tegen de lokale houthakkers, of verkopers, en hun enige klankbord een lokale overheidscommissie voor inheemse zaken was, bevolkt door lokale politici.
Op het Wereld Sociaal Forum hebben ze kunnen ervaren, na een boottocht van vele dagen, vrijwel berooid en met alleen elkaar tot steun, hoeveel mensen werkelijk aan hun kant staan. Ze zijn niet langer alleen. Ik weet niet wat het forum nou eigenlijk concreet oplevert, die vraag wordt mij vaker gesteld door Nederlandse media. Wat is concreet? Ik zie wel dat hier, net als vaker in het verleden van het forum, inheemse groepen een stem krijgen en een platform, geld en steun krijgen van niet-gouvernementele organisaties, vaak buitenlandse. Ze worden opgenomen in het mondiale netwerk van belangengroepen, en krijgen daar vervolgens jarenlang steun van, materieel en humaan. Wat is dat waard?
Een andere vraag is de mondiale oriëntatie van het forum. In Nairobi, vorig jaar, waren er al weinig westerse en relatief veel Afrikaanse partijen (NGO’s, actiegroepen) aanwezig. Dat is het hele idee achter het verplaatsen van het forum, telkens krijgen nieuwe groepen de kans een hoofdrol te spelen. De westerse professionals komen toch wel, dure tickets en dito hotels zal hen niet tegenhouden. Gebrek aan belangstelling wel. Maar meestal zijn ze vooral druk met hun eigen workshops, heb ik gemerkt, en kijken ze nauwelijks om zich heen, daar kan zelfs een locatie in de Amazone niks aan veranderen. Misschien zijn daarom veel Nederlandse organisaties vrijwel niet meer aanwezig hier? OxfamNovib, nota bene een van de aanjagers van het forum toen dat in 2001 van start ging, is hier niet meer zichtbaar voor de schermen. Wat erachter gebeurt weet ik niet.
Als ik een niet-gouvernementele organisatie was zou ik het forum anders benutten. Ik zou mijn mensen erop uit sturen met een enkele opdracht: kom terug en vertel me wat de twee belangrijkste nieuwe trends zijn op het vlak van mondiaal burgerschap, en noem me vijf kleine NGO’s waarmee we zouden kunnen samenwerken. En doe dan ook nog een workshop als je echt wilt.
Een reageerder op mijn blog krijgt uit mijn stukjes de indruk dat het Wereld Sociaal Forum door Brazilië is gekaapt. “Klopt dat? Ik mis de discussie over een nieuwe wereldorde”, wordt gevraagd. Ja dat klopt wel, dit is echt een Braziliaans forum. Ik vind dat prima. Praten over de mondiale kredietcrisis kan eigenlijk overal beter dan in een heet klaslokaal op een oude universiteitscampus, lijkt me, terwijl de regen naar beneden gutst en de tolken niet zijn komen opdagen. Ik denk dat negentig procent van alle workshops in het Spaans of Portugees zijn gehouden, zonder tolk. Dan wordt de spoeling dun voor iemand als ik, die nooit werk heeft gemaakt van zijn goede voornemen om nu eindelijk het Spaans eens machtig te worden. Gelukkig spreken de mensen van Noticias uitstekend Spaans en enkelen ook Portugees, anders hadden ze hier niet goed hun werk kunnen doen.
Ik heb al afscheid genomen van de Matismannen en Barbara Arisi, de enige blanke die met hen in hun eigen taak kan praten. Ik heb van Giugnon, een van de Matismannen, een setje oorstekers en een neusbeentje gekocht. Hij doet voor hoe ze er bij hem ingaan: de kurk uit het oor waarmee de oorlel is gestopt, bamboe stafje even natgemaakt in de mond, en voorzichtig in het gaatje geschoven. Het neusbeen gaat voorzichtig door een piepklein gaatje in het tussenschot.
Klaar voor de foto.
Barbara huilt even, van vermoeidheid, maar misschien ook omdat ze net een paar dagen eerder heeft gehoord dat er, van de Matis-familie waar ze zelf maanden woonde, zomaar pardoes een klein meisje is verdronken. Ze gleed uit op het pad en viel in de gezwollen rivier.
Reacties (2)
Harde afspraken. Concrete resultaten.
Of fijn gesproken met, in wederzijds begrip. En hopelijk niet ziek van de *kuch* nuttige bezoekjes.
Deze stukjes zonder resultaat worden ieder jaar in honderdtallen geschreven.
Feelgoodfood voor de “werkers” vooral.
Geef me een tonic en een Gin aub.
“onzewereld” nuf said.