Tegen ongelijkheid doet Rutte III keer niks

Het zal niet verbazen dat Rutte III geen grootse plannen heeft om ongelijkheid te verminderen. Kansengelijkheid, steun aan de armste en kwetsbaarste groepen, mensenrechten: het is hier een beetje geven, daar een beetje nemen, of erger, een stap vooruit en twee stappen achteruit. Aan de hand van mijn eerdere korte serie over de aanpak van ongelijkheid in de verkiezingsprogramma’s bespreek ik de aangekondigde maatregelen in het regeerakkoord op het gebied van onderwijs, inkomen, vermogen en rechten. Drie uitspraken die Rutte III niet waarmaakt: 1: “De voornaamste ambities van dit kabinet liggen in de bestrijding van kansenongelijkheid…” Het woord ‘ongelijkheid’ komt sowieso maar één keer voor in het akkoord, in bovenstaande zin (blz.9). Maar erg ambitieus wordt het niet. Ja, in lijn met het SER-advies, gaat er 170 miljoen euro naar vroeg- en voorschoolse educatie, wat moet zorgen voor een aanbod van 16 uur per week voor achterstandsleerlingen (wens D66). Het budget voor het onderwijsachterstandenbeleid wordt verhoogd met 15 miljoen euro per jaar, maar dat bedrag is lachwekkend laag als je weet dat er sinds 2006 zoveel is bezuinigd dat de regering in de afgelopen jaren 100 miljoen euro heeft kunnen besparen.

Foto: Gemeente Destelbergen (cc)

Concurrentie tussen scholen: zo werkt uitsluiting

COLUMN - In haar jongste rapport stelt de onderwijsinspectie de kansenongelijkheid van leerlingen aan de orde. Het is een probleem dat al lang bestaat, maar het is niet eenvoudig om er een verklaring voor te geven. Misschien ligt de oorzaak bij de prestatiedruk van de scholen zelf, suggereert Rineke van Daalen in haar column  op Sociale Vraagstukken.

Nieuws over het onderwijs draagt vaak paniek en verontwaardiging in zich. We schieten tekort, onze kinderen doen het niet goed genoeg, onze scholen kunnen beter, onze leerkrachten moeten professioneler; als we niet opletten, gaan we achter lopen bij andere landen. ‘Dyslexie is het gevolg van slecht onderwijs’, zo krijgen we te horen en eventjes is dat het onderwerp van de dag. ‘Wat te doen als het schooladvies van kinderen lager is dan hun Cito-score?’ Steeds zijn het korte periodes van bezorgdheid die heel snel weer wegebben. Maar de angst achter te blijven in de ratrace blijft bestaan. Deze angst heeft zich diep genesteld in ons allen en het is nauwelijks mogelijk om je daaraan te onttrekken.

Het nieuwste zorgenkind is afkomstig uit De Staat van het Onderwijs 2015/2016, het verslag dat de onderwijsinspectie al twee eeuwen lang jaarlijks uitbrengt. Het is een rapport van 200 pagina’s, dat een breed beeld geeft van het onderwijs in Nederland. Wat daarvan in het nieuws komt is heel selectief. Dit jaar is het ‘Te veel talent blijft onbenut.’ Op 12 april besteedde NRC Handelsblad er de voorpagina aan: ‘Keuze van school kan bepalen of kind naar vmbo of vwo gaat’; en de voorpagina van De Volkskrant van 13 april had als kop: ‘Ouders onder zware druk bij schoolkeuze’. Op zich is dit geen nieuws.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.