Soms hoor je in het museum tijdens de audiotour interessante wetenswaardigheden die je later in de tentoonstellingscatalogus niet terug kunt vinden. Dat overkwam mij tijdens een bezoek aan de Hermitage aan de Amstel voor de tentoonstelling Rubens, Van Dyck en Jordaens. In deze tentoonstelling is ook een schilderij opgenomen van de Antwerpse schilder Frans Francken II. Het heet De Heksenkeuken, een olieverf op paneel uit 1606.
Via de koptelefoon hoorde ik dat er aan het einde van de zestiende eeuw een toenemende belangstelling voor heksenafbeeldingen was ontstaan. Dat zou te maken hebben met de Kleine IJstijd die West-Europa sinds 1550 teisterde. De heksen kregen de schuld van de niet te verklaren koudegolf. Ik wilde graag meer weten over dit onderwerp en daarom kocht ik de catalogus van de tentoonstelling. Helaas is er in de beschrijving van ‘De Heksenkeuken’ niets te lezen over de Kleine IJstijd.
In de catalogus staat wel vermeld: “In 1606 kondigde een edict van aartshertog Albrecht en infante Isabella strenge vervolging van heksen aan, en in de beide werken van Francken uit datzelfde jaar met de hekserij als onderwerp vormden een directe artistieke reactie op deze wet”. Verder bevat de toelichting vooral informatie over hetgeen we op het schilderij kunnen zien. Er staan heksen afgebeeld die zich opmaken voor de heksensabbat. De oude vrouw met het opengeslagen boek in de handen roept de demonen op. Rechts van het schilderij staat een naakte vrouw die ingesmeerd wordt met een magisch mengsel, zodat ze kan vliegen. Aan de linkerkant van het schilderij zijn nog net twee heksen te zien die via de schoorsteen naar buiten vliegen. Aan de plank rechtsboven is een vel papier geprikt met enkele leesbare woorden, waarschijnlijk staat hierop het recept voor de toverzalf.
Maar hoe zit het nou precies met de Kleine IJstijd? Kregen de heksen werkelijk de schuld van de onverwachte klimaatverandering? Antwoorden hierop kreeg ik van Renilde Vervoort. Onder de titel ‘Heksenketel’ gaf zij afgelopen zaterdag een lezing in de Hermitage aan de Amstel.
De heksenvervolgingen begonnen rond het Meer van Genève in de vijftiende eeuw. Vanaf die tijd kwamen daar in de buurt heksenprocessen voor. Het was geen algemene trend, de vervolgingen kwamen ergens op gang, maar ze verdwenen ook weer. Na 1520 stopte de heksenjacht. Vanaf 1560 laaiden de heksenvervolgingen weer op. Vanaf dat moment kwamen ze vaker voor, op meerdere plaatsen tegelijk. De oorzaak hiervoor is mogelijk de plotselinge klimaatverandering. Na 1550 werd het veel kouder en natter. De oogsten kwamen onder druk te staan, er ontstond voedselschaarste, prijzen van granen en andere levensmiddelen schoten omhoog. Iemand die de relatie tussen de heksenvervolgingen en het begin van de Kleine IJstijd onderzocht is Wolfgang Behringer.
In 1562 was er in Zuidwest Duitsland een bijzonder heftige storm in augustus die wel 12 uur duurde, alle gewassen gingen kapot. Renilde Vervoort schreef hierover in Millennium, tijdschrift voor middeleeuwse studies: “Men zocht een verklaring voor deze ‘onnatuurlijke’ storm: het was een straf van God of het werk van de duivel en zijn handlangers, de heksen Op zoek naaroorzaken of de schuldigen werden heksen op de brandstapel gezet, vooral in kleinere politieke gebieden van de Duitse landen. Zo werden in het gebied Wiesensteig, dat toebehoorde aan de lutherse hertogen van Helfenstein, in één jaar tijd 63 vrouwen als heksen verbrand”. De gebeurtenissen in Wiesensteig en andere vervolgingen werden opgenomen in nieuwsbrieven, zodat de heksenjacht in heel West-Europa bekend werd, ook in Antwerpen. Er kwam behoefte aan afbeeldingen van heksen, onder meer als illustratiemateriaal voor boeken over heksen. Pieter Bruegel de Oude maakte in 1565 een ontwerp voor een gravure in opdracht voor de uitgever Hieronymus Cock, ter lering en vermaak. De ideeën hiervoor zijn onder meer gebaseerd op de berichten over de heksenvervolging uit het Zuidwesten van Duitsland.
Hoe is Frans Francken II in 1606 op het idee van De Heksenkeuken gekomen? Zijn eerste heksenvoorstelling schilderde hij waarschijnlijk naar aanleiding van de terechtstelling van de heks Clara Goessenin Antwerpen in 1603; zij was een prostituee en ze werd vervolgd als heks. De beeldtaal die hij hiervoor gebruikte kon hij ontlenen aan de gravure die ontworpen was door Pieter Bruegel de Oude. Uit het atelier van Frans Francken II kwamen in totaal 22 heksenschilderijen, ze waren zeer populair. In deze tijd zouden we zeggen: het waren bestsellers.
Rubens, Van Dyck en Jordaens, Vlaamse schilders uit de Hermitage, t/m 15 juni 2012
Credits afbeelding: Frans Francken II, De Heksenkeuken, 1606, Staatsmuseum Hermitage, St.-Petersburg
Reacties (12)
ik vond het plaatje een beetje te klein om de details te zien. Dus op zoek naar een ander, maar niet gevonden.
Wel deze (1 van de 22) van Francken uit 1610: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Frans_II_Francken_%E2%80%93_A_Witches%27_Kitchen.jpg?uselang=nl
En deze http://personal.rhul.ac.uk/uhle/001/Hex84a.jpg van een Adrianus Hubertus, met opvallende overeenkomsten met het plaatje van Francken.
De pagina waar dat op stond staat trouwens vol met heksenplaatjes: http://personal.rhul.ac.uk/uhle/001/Witches%27Sabbath.htm
Plagiaat avant le lettre(neem ik aan tenminste)
@002: Volgens mij wordt dit door kunsthistorici niet zo gezien. Frans Francken gebruikte weliswaar de beeldtaal van Bruegel, maar hij liet met de Heksenkeuken ook zien dat hij zelf een voorstelling kon bedenken
Schilders maakten er ook bepaald geen geheim van dat ze zich lieten inspireren door het werk van andere meesters.Kon het niet laten een flauwe opmerking te maken,vaak stimuleert dat anderen een tegenreactie(weet niet of dat een woord is) te plaatsen.
@001: dank voor de aanvulling. Als je op de afbeelding klikt, dan krijg je het volledige schilderij te zien. Het is aan de kleine kant, daar heb je gelijk in.
Het aanklikken van de afbeelding om het hele schilderij te zien te krijgen, dat geldt alleen vanaf de voorpagina.
Dus we hoeven enkel maar heksen te vervolgen om de elfstedentochtkoorts te temperen. Een heel pastafarische oplossing, dat bevalt me wel.
Dat bleek effectief.
?
Het geloof in hekserij hangt in de eerste plaats samen met de afname in het geloof in weerwolven en vampiers. Men ging beredeneren dat dit volksgeloof een illusie was, gecreëerd door de duivel. En wie heeft er een verbond met de duivel? Voila.
In de tweede plaats vonden de ergste heksenvervolgingen plaats in het Rijnland, waar de strijd tussen katholieken en protestanten het hevigst was.
Leestip: Strange Histories, door Darren Oldridge.
Nou ja, beredeneren…
Monty Pyton heeft hierover een heel griezelig stukje gemaakt: “She’s a witch!“. Historisch volstrekt onjuist en ook niet leuk, eigenlijk. Maar wie duidt even waarom dit in 1970 werd gemaakt, nog steeds aanspreekt, en welke symbolen hier in zitten?