ELDERS - Het eenzijdige staakt-het-vuren dat de FARC, Colombia’s grootste guerillabeweging, twee maanden geleden afkondigde is opgeheven sinds afgelopen zondag. De vredesonderhandelingen met de regering van Juan Manuel Santos zijn niettemin hervat, hoewel sommigen vrezen dat de aankondiging van de guerilla’s een klap voor het proces kan betekenen. Anderen wijzen er juist op dat de succesvolle handhaving van de gevechtspauze erop wijst dat de beweging met grote eensgezindheid opereert – ondanks onverminderde militaire actie van de regering. Ook de uitnodiging tot een gemeenschappelijk staakt-het-vuren, die de FARC nu voor heeft gelegd aan Santos, zal hoogstwaarschijnlijk onsuccesvol zijn aangezien de Colombiaanse president de rebellen zo min mogelijk ruimte tot herbewapening wil geven. Santos wil per november 2013 een vredesakkoord hebben: de steeds zwakkere FARC noemde afgelopen week landhervorming en lagere ongelijkheid (Colombia staat volgens de meeste rankings in de top-10 met de hoogste Gini-coëfficient) als belangrijkste eisen voor zo’n overeenkomst.
Drugshandel is een belangrijke factor in het Colombiaanse conflict en de war on drugs heeft die handel mogelijk alleen maar lucratiever gemaakt. Een ander land dat daar de negatieve gevolgen van ondervindt is Guatemala. Otto Pérez Molina, de president van het land, riep afgelopen week (zoals hij al eerder deed) op om de gefaalde militaire strijd tegen de drugshandel te staken en aan andere oplossingen te denken. Tijdens het Wereld Economisch Forum in Davos, van 23 tot 27 januari, zal Molina zijn boodschap en steun voor decriminalisatie en een gereguleerde narcoticamarkt wederom luid verkondigen.
Tot slot, over regulering en drugswinsten gesproken: de Kaaimaneilanden gaan hun belastingregels aanscherpen als gevolg van internationale druk. De nieuwe regels moeten inspecties faciliteren en het lastiger maken om lege mantelbedrijven (shell companies) op te zetten. Ook het witwassen van drugsgeld (volgens de meest recente schatting van het UN Office for Drugs and Crime goed voor zo’n 3.6% van het mondiale BBP, ofwel US$2.1 biljoen) zal hierdoor weer een stukje moeilijker worden.