Niets is veranderd.
Het lichaam is gevoelig voor pijn,
het moet eten, ademen en slapen,
het heeft bloed onder een dunne huid
en een geschikte voorraad nagels en tanden,
zijn botten zijn broos, zijn gewrichten rekbaar.
Bij foltering speelt dit allemaal een rol.
Niets is veranderd.
Het lichaam beeft zoals het beefde,
voor en na de stichting van Rome,
in de twintigste eeuw en voor en na Christus.
Folteringen zijn in wezen niet veranderd,
alleen werd de wereld een dorp
en kijken we weg van de plaats waar onrecht geschiedt.
Niets is veranderd.
Er zijn wel meer mensen,
naast de oude vergrijpen ontstonden er nieuwe,
echte, ingebeelde, tijdelijke, en slechts
het gehuil waarmee het lichaam reageert, was, is
en zal atijd een schreeuw van onschuld zijn,
volgens de aloude stemvork van de tijdgeest.
Niets is veranderd.
Hoogstens de gewoontes, ceremonies en dansen.
Toch blijven de gebaren van handen
die het hoofd beschermen dezelfde.
Het lichaam kronkelt, schokt, probeert te ontkomen,
valt murwgeslagen en trekt zijn knieën op.
Het wordt blauw, zwelt, kwijlt en bloedt.
Niets is veranderd.
Alleen de loop van rivieren, de grenzen van landen,
bossen, kusten, woestijnen en gletsjers.
Te midden van deze landschappen waart de kleine ziel,
verdwijnt, duikt op, komt dichter en wijkt,
vreemd voor zichzelf, ongrijpbaar, soms bewust
en soms onbewust van haar eigen bestaan,
terwijl het lichaam is en is en is
en zich nergens kan bergen.
Reacties (2)
vond deze wel toepasselijk:
Folteringen
Niets is veranderd.
Het lichaam is gevoelig voor pijn,
het moet eten, ademen en slapen,
het heeft bloed onder een dunne huid
en een geschikte voorraad nagels en tanden,
zijn botten zijn broos, zijn gewrichten rekbaar.
Bij foltering speelt dit allemaal een rol.
Niets is veranderd.
Het lichaam beeft zoals het beefde,
voor en na de stichting van Rome,
in de twintigste eeuw en voor en na Christus.
Folteringen zijn in wezen niet veranderd,
alleen werd de wereld een dorp
en kijken we weg van de plaats waar onrecht geschiedt.
Niets is veranderd.
Er zijn wel meer mensen,
naast de oude vergrijpen ontstonden er nieuwe,
echte, ingebeelde, tijdelijke, en slechts
het gehuil waarmee het lichaam reageert, was, is
en zal atijd een schreeuw van onschuld zijn,
volgens de aloude stemvork van de tijdgeest.
Niets is veranderd.
Hoogstens de gewoontes, ceremonies en dansen.
Toch blijven de gebaren van handen
die het hoofd beschermen dezelfde.
Het lichaam kronkelt, schokt, probeert te ontkomen,
valt murwgeslagen en trekt zijn knieën op.
Het wordt blauw, zwelt, kwijlt en bloedt.
Niets is veranderd.
Alleen de loop van rivieren, de grenzen van landen,
bossen, kusten, woestijnen en gletsjers.
Te midden van deze landschappen waart de kleine ziel,
verdwijnt, duikt op, komt dichter en wijkt,
vreemd voor zichzelf, ongrijpbaar, soms bewust
en soms onbewust van haar eigen bestaan,
terwijl het lichaam is en is en is
en zich nergens kan bergen.
erg mooi.
Helaas,
Tijdloos en actueel.