De ogenschijnlijk zinloze vernietiging van eeuwenoude cultuurerfgoed, de Buddhas van Bamiyan door de Taliban, of meer recentelijk de Shiitische monumenten door de IS(IS) in Irak is ook Europa niet vreemd.
De verwoesting van de universiteit van Leuven, en met name haar historische bibliotheek, door de Duitsers in augustus 1914, deed een Nederlandse oorlogsjournalist verzuchten ‘Het is eene straf, die verre en verre over de bevolking van Leuven, verre over het geteisterde België heen gaat. Het is eene kastijding, die al wat er op aarde aan Westersche beschaving bestaat heeft getroffen.’
De Franse auteur Romain Rolland schreef kort na de brand, vandaag precies honderd jaar geleden: ‘Dood de mensen, spaar hun werken.’ Maar zouden we ons echt meer zorgen moeten maken over cultureel erfgoed in oorlogstijd dan over mensenlevens? Ik vind het een ongemakkelijke gedachte in het licht van de omvang van het menselijk lijden in oorlogsgebieden die mijn voorstellingsvermogen te boven gaat.
Het besef van de weerloosheid van cultureel erfgoed blijkt in ieder geval honderd jaar geleden ook al een issue te zijn geweest.
Reacties (2)
Ik zeg: neutronenbom!
Net een paar dagen terug een film gekeken over https://en.wikipedia.org/wiki/Monuments,_Fine_Arts,_and_Archives_program
Zeer indrukwekkend, aangezien ik niet op de hoogte was van dat programma.
Film:
http://www.imdb.com/title/tt2177771/