Soms moeten we even meedoen met de golf van herdenkingen, een jaar na de MH17 ramp. Een goede reden is dat Willem Witteveen, met vrouw en dochter aan boord waren. Een bijkomstige reden is ook dat Witteveen en zijn dochter twee dagen voor de fatale vlucht het manuscript van “De wet als kunstwerk” bij de uitgever hadden ingeleverd.
MH17 werd neergehaald boven Oekraïne, vermoedelijk een fout van rebellen, het Oekraïnse leger of misschien zelfs behulpzame Russen. Bijna driehonderd onschuldige burgers verloren het leven in de val van 10 km hoogte. Onder hen waren vooraanstaande aids-researchers, op weg naar een congres, en de jurist en politicoloog, PvdA senator Willem Witteveen.
Ik waardeerde zijn oudere publicaties en wist dat hij bezig was aan een boek. Het verlies aan levens doet pijn, maar het verlies aan verdienstelijke wetenschappers onderstreept de tragiek van de ultieme streep door menselijke potentie nog extra.
Willem Witteveen was redacteur van Socialisme & Democratie. Een aantal herinneringen aan hem vulde het tijdschrift, sommige rustig en inhoudelijk. Opvallend was de woede waarmee zijn promotor, Herman van Gunsteren zijn herinneringen opschreef: geen aanvaarding, maar gekmakende boosheid leek hem te hebben bevangen.
Het boek “De wet als kunstwerk” (Boom, Amsterdam 2014) is inmiddels gepubliceerd. Het is een kloek geschrift, bijna 500 pagina’s: subtitel “een andere filosofie van het recht: hoe de filosofen onze wetgevers de maat nemen.” Ik kan me niet herinneren een fascinerender boek op mijn vakgebied te hebben gelezen.
Zoon Freek, die niet meeging op de vakantie naar Indonesië, schrijft in een ten geleide:
“Ook al gaat het hier om een inleiding in de filosofie van het recht door middel van een bespreking van een groot aantal auteurs, ik denk toch dat de stem van Willem, zijn zachtheid en zijn liefde voor vrijheid door het hele boek heen tot uiting komen. Ik kan niet anders dan hopen dat het veel wordt gelezen en dat op deze manier iets van zijn leven en zijn grote kennis zal worden verspreid.”
Dat is een ontroerende aanbeveling van junior. De derde zin van Willem Witteveen: “Wetten zijn gevaarlijk: ze beloven een rechtvaardige ordening, maar dreigen tegelijkertijd met geweld.” Dat is prachtig in zijn eenvoud: de socialist in hem kijkt naar de rechtvaardigheid, de jurist naar de werking van de wet.
Zoals gezegd: het boek is fascinerend, een buitengewoon mengsel van politiek en filosofisch denken, van actuele en oude problemen. Hij onderzoekt filosofen van voor het begin van de jaartelling tot de nog levende van vandaag. De rijkdom is groot, misschien van het niveau van Dahl en Lindblom”s klassieker ‘Politics, economics and welfare’ van een halve eeuw geleden. Omdat het in het Nederlands geschreven is, zal het die klassieker-status niet halen, maar het komt Witteveen toe.
Zijn beginvraag is eenvoudig: wat is eigenlijk de wet? Die vraag leidt tot een speurtocht door de rechtsfilosofie, die spannend en actueel is en nergens verveelt. Ik noem een thema: onze slordigheid van denken als we spreken over de ‘trias politica’.
Waarover hebben we het dan? Ja, dat Montesquieu een scheiding wilde van uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht, dat weten we nog van de middelbare school. Maar welke ontwikkeling doet zich in de trias voor en waarom?
Witteveen: “De tegendemocratie wordt in de derde plaats gevoed door de juridisering van maatschappelijke conflicten en van het politieke proces. Burger wenden zich tot de rechter in hun verzet tegen politiek en bestuur. In het kader van de rechtmatigheidstoetsing van het openbaar bestuur leveren rechters ook feitelijk tegenwicht tegen het machtstreven van de overheid.” (p.431)
Op die juridisering van maatschappelijke conflicten heb ik het niet zo begrepen: ongecontroleerde, niet gelegitimeerde macht, die elk bestemmingsplannetje toetst? Daar kun je vraagtekens bij zetten.
Maar als een belegger een winkelketen uitbeent door het vastgoed te verkopen en vervolgens wordt van het personeel een loonoffer gevraagd, gaan de vakbonden bij de rechter verhaal halen en die redeneert dat er een reden is waarom het personeel terecht weigert.
Of als de grond in Groningen steeds meer gaat beven en de rechter draagt de minister op de exploitatie van het gasveld te beperken, zonder veel aandacht voor de effecten die dat heeft op de gehele huishouding van de staat: minister Kamp klaagt niet omdat zulks politiek niet handig is, maar ik kan me voorstellen dat de EZ juristen hier dagen over hebben vergaderd.
Of nog mooier: een milieubeweging daagt de staat voor de rechter, met als klacht dat de zelf benoemde limieten voor CO2-uitstoot niet worden gehaald en dat dit toekomstige generaties belast met onhanteerbare milieuproblemen. Wordt hier de scheiding tussen politiek en recht voldoende scherp gehouden? De rechter gaf de milieubeweging gelijk. Het bericht haalde de Economist en mondiaal worden soortgelijke processen voorbereid.
Wat is de wet eigenlijk? Ik had Willem Witteveen graag als deskundige gezien in de eindeloze praatprogramma’s over dit type actualiteiten. Helaas, hij kan ons niet meer vertellen wat de wet is en hoe die wet zou moeten werken of zou moeten worden toegepast. Maar zijn boek geeft veel inspiratie. Daarmee kan iedereen, die zich druk maakt over bestemmingsplannen, milieu of arbeidsrecht zijn voordeel doen. Of over de moraliteit die wij in de samenleving minder dan ooit lijken te koesteren.